Ga naar submenu Ga naar zoekveld

6 dingen die niet in de Bijbel staan

Ook al dacht je misschien van wel

Er zijn veel verhalen en ‘feiten’ die in de loop der jaren gemeengoed zijn geworden in onze diensten, Bijbelstudies en gesprekken over de Bijbel. Maar sommige blijken bij nader inzien helemaal niet in de Bijbel te staan. 6 voorbeelden op een rij.

Deel:

1. Maria Magdalena was een prostituee

Ongetwijfeld één van de belangrijkste personen uit het Nieuwe Testament is Maria Magdalena. Ze was een vriendin van Jezus, een van de trouwe leerlingen die bij Hem bleef tijdens de kruisiging, en de eerste aan wie Jezus verscheen na Zijn opstanding. Van historische schilderijen, de rockopera Jesus Christ Superstar tot bestseller De DaVinci Code wordt Maria Magdalena altijd geportretteerd als een voormalig prostituee. Er is alleen één probleem met deze aanname: die staat niet in de Bijbel. 

Het is lastig te beoordelen waar deze verkeerde karakterisering vandaan komt. Waarschijnlijk is hij ontstaan door het verkeerd lezen van Lucas 7:36-50. Dit gedeelte beschrijft een vrouw die als een zondares bekend stond en een flesje dure parfum op Jezus’ voeten openbreekt, om Zijn voeten vervolgens met haar haren op te drogen en onophoudelijk te kussen. Hoewel de Bijbel haar naam niet noemt of zelfs maar impliceert dat het Maria was, zijn de twee vrouwen in de kerkgeschiedenis samengevoegd. 

Maria Magdalena had beslist een heftig verleden. Ze werd door Jezus bevrijd van zeven demonen, zoals we lezen in Lucas 8:1-3. Maar, van de twaalf keer dat ze genoemd wordt in het Nieuwe Testament, wordt niet één keer gesuggereerd dat ze een prostituee was. 

2. Jezus werd geboren in een stal

Waarschijnlijk ken je de kerststal uit elke kerstviering, kerstkaart en voorstelling van de goddelijke geboorte die je hebt gezien sinds je kindertijd. Maar er is dat ene vervelende dingetje, namelijk dat de Bijbel nooit daadwerkelijk spreekt over stal, of grot zoals de vroegkerkelijke traditie suggereert. Het tweede hoofdstuk van het boek Lucas vertelt dat er geen plaats was in het nachtverblijf (Lucas 2:7). Het Griekse woord dat in veel vertalingen vertaald wordt als herberg, kan ook vertaald worden met ‘gastenkamer’. Het is hetzelfde woord dat Jezus gebruikt als Hij het in Lucas 22:11 heeft over het gastenvertrek waarin Hij het Laatste Avondmaal zal vieren.

De Bijbel schrijft wel dat Jezus in een voederbak gelegd werd. Zo’n voederbak werd gebruikt voor dieren, dus dan moet Jezus wel geboren zijn in een stal, toch? Wel, het zou aannemelijk zijn als Jozef en Maria bij Jozefs verwanten in Bethlehem hadden overnacht, en niet in een herberg. Omdat de gastenkamer van Jozefs verwanten bezet is volgens Lucas 2:7, is het waarschijnlijker dat Jezus is geboren in de benedenverdieping van het huis. De ruimte waar inderdaad de dieren ’s nachts werden gebracht zodat ze warm en veilig waren. 

3. Satan was de aanbiddingsleider van de hemel

Wie is opgegroeid met de kerk en een jeugdgroep, heeft deze opvatting vast weleens gehoord. Dit staat alleen niet zo in de Bijbel. Waarschijnlijk is deze gedachte ontstaan omdat Ezechiël 28:13 verkeerd wordt opgevat. Hier wordt de koning van Tyrus beschreven, van wie veel theologen geloven dat Satan hiermee bedoeld wordt. Deze koning van Tyrus heeft in de Hof van Eden gewoond en was bekleed met allerlei edelstenen in gouden zettingen, zo lezen we in het betreffende vers. De New King James Version, maar ook de Statenvertaling staat bovendien 'het werk uwer trommelen en pijpen was bij u', wat opgevat kan worden als een verwijzing naar muziekinstrumenten. De exacte betekenis van deze woorden is niet bekend. Andere Bijbelvertalingen laten deze woorden over trommels en pijpen weg. 

Er zijn slechts een paar verzen in de Bijbel waarvan wordt aangenomen dat ze Satan beschrijven. Dit vers uit Ezechiël is het enige dat daarbij ook iets benoemt wat geïnterpreteerd kan worden als muziekinstrumenten. Hoewel Satan in deze verzen wordt omschreven als ‘de gezalfde engel’ en ‘een voorbeeld van perfectie’ voor zijn val, is er geen reden om aan te nemen dat Satan muzikant was, laat staan de aanbiddingsleider van de hemel. 

4. Mozes was een stotteraar

Er is veel geschreven over de vraag of Mozes een stotteraar was of een andere vorm van spraakgebrek had, of dat hij juist een zeer getalenteerd spreker was. Alle speculaties worden weggenomen in Exodus 4:10, waar Mozes zijn eigen geschiktheid bevraagt: “Neemt U mij niet kwalijk, Heer, maar ik ben geen goed spreker. Dat is altijd al zo geweest, en daar is geen verandering in gekomen nu U tegen mij, Uw dienaar, gesproken hebt. Ik kan nooit de juiste woorden vinden.” We moeten in gedachten houden dat Mozes hier zijn eigen onzekerheid verwoordt, en niet per se reflecteert op zijn capaciteiten. Maar, vlak voordat hij gestenigd wordt zegt Stephanus juist dat Mozes ‘machtig in zijn woorden en daden’ (Handelingen 7:22) is. Mozes kan dus zowel een goede als een slechte spreker zijn geweest, maar de Bijbel beschrijft hem in elk geval nooit expliciet als stotteraar.

5. Jezus was 33 jaar oud toen hij stierf

Waarschijnlijk heb je altijd geloofd dat Jezus werd geboren in het jaar 0, maar dit is gebaseerd op een rekenfout van geleerden, toen ze met het systeem van een jaartelling vóór Christus en ná Christus kwamen. In Matteüs 2:1 staat dat Jezus geboren werd tijdens de regering van Herodus. Maar Herodus stierf in het jaar 4 voor Christus. Jezus moet dus voor die tijd geboren zijn, waarschijnlijk ergens tussen 6 en 4 voor Christus. Hij was dus zeker 4 jaar oud in het jaar dat we gekozen hebben als begin van onze jaartelling. 

De Bijbel zegt niet letterlijk dat Jezus stierf toen Hij precies 33 jaar oud was. Er wordt van dit getal uitgegaan omdat Lucas 3:23 beschrijft dat Hij ongeveer 30 jaar oud was toen Hij begon met zijn verkondiging. Dat kan dus alles zijn tussen begin 30 tot halverwege de 30. De meeste geleerden zijn het erover eens dat Jezus stierf in 30 of 33 na Christus en dat Zijn bediening ongeveer 3,5 jaar duurde. Waarschijnlijk was Hij dus ergens tussen de 36 en 39 toen Hij stierf. 

6. Jezus gaf Saulus de naam Paulus

Zo nu en dan geeft God in de Bijbel iemand een andere naam. Bijvoorbeeld toen Hij tegen Abram zei dat hij voortaan Abraham zou heten (Genesis 17:5) en Jakob Israël genoemd werd (Genesis 32:29). Jezus gaf Simon een andere naam en noemde hem Petrus (Marcus 3:16). In sommige Bijbelstudies en preken wordt gezegd dat Jezus de naam van Saulus de vervolger veranderde in Paulus de apostel, als een soort symbolische bevestiging van Paulus’ nieuwe rol in het Koninkrijk Gods. Alleen, zo is het niet gegaan. 

Het was namelijk niet Jezus die Saulus een andere naam gaf, dat was Lucas. De arts, de nauwkeurige historicus en schrijver van het Evangelie van Lucas en de Handelingen der Apostelen, is verantwoordelijk voor de eerste verwijzing naar Saulus als Paulus. Jezus zei inderdaad: “Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?” (Handelingen 9:4) toen hij op weg was naar Damascus. Het is pas later in Handelingen 13:9 dat we lezen dat Saulus ook bekendstaat als Paulus en deze naam voor het eerst gebruikt wordt. Met andere woorden, Lucas veranderde de naam niet. De namen Saulus en Paulus verwijzen beiden naar dezelfde man en konden onderling gewisseld worden. Saulus komt van het oudtestamentische Saul, de eerste koning van Israël, terwijl Paulus simpelweg zijn Griekse naam was. Het is waarschijnlijk dat Lucas wisselde naar de Griekse naam Paulus op het moment dat Paulus zijn bediening onder de Grieken begon. 

Vertaling van 6 facts you think are in de Bible – But aren’t
Beeld: Shutterstock

--:--