Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Laten we stoppen met tellen deze Kerst

God houdt niet van van volkstellingen, cijfers of statistieken schrijft Alain. En Kerst is daar het ultieme bewijs van. Laat je daarom de komende dagen even niet verleiden tot behapbare grafiekjes in de kranten die je een overzichtelijk mens- en wereldbeeld beloven.

Deel:

Het kerstverhaal begint met een volkstelling. Als je leest zijn dat de eerste zinnen van Lucas 2 waarover je steevast struikelt omdat het gaat over een ‘decreet van Augustus’ en een ‘bewind van Quirinius over Syrië’. Meestal lezen we snel verder, dan komen we bij de herders, het engelenkoor, het kind in de voederbak, want dát is Kerst. En toch… Dit jaar wil ik juist even wat langer stilstaan bij die volkstelling die Jozef en Maria naar Bethlehem dreef.

Een doorgewinterde Bijbellezer weet dat het helemaal niet mag, een volkstelling. Als Mozes een telling wil houden, moet iedere ingeschreven burger een speciale belasting betalen opdat God zijn leven spaart. Als David een telling begint, straft God het land met een dodelijk virus. Vreselijk! De Bijbelse God heeft blijkbaar niets op met een volkstelling. Wat kan daar nu achter zitten?

In de eerste plaats was een telling in die tijd een veeg teken. Koningen die hun onderdanen telden, telden namelijk vooral mannen van boven de twintig. Jongens die in het leger konden mee dienen. Mensen tellen = manschappen tellen. Misschien dat God daar niet van hield, omdat het naar oorlog stonk.

God is niet goed in wiskunde

Een tweede antwoord zit hem in een uitspraak van Theresia van Lisieux waarover ik in de podcast van Kate Bowler met Richard Rohr leerde. ‘God is in alle wetenschappen goed’, zou Theresia hebben gezegd, ‘behalve in wiskunde. God weet niets van wiskunde’.

De weergave van deze tweet vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Als ik over deze merkwaardige uitspraak verder filosofeer, moet ik denken aan de uitspraak dat je ‘leugens hebt, vervloekte leugens, en statistieken’. Of die van Stalin: ‘Eén dode is een tragedie, een miljoen doden is een statistiek’.

Zodra we mensen in statistieken beginnen te vangen, begeven we ons op glad ijs. Dat moeten we niet willen doen: wie door Gods ogen naar de mensheid kijkt ziet 7 miljard individuele personen.

Kijk maar wat het kerstverhaal nog meer vertelt: zodra koning Herodes te horen krijgt dat de koning van de Joden geboren is, wil hij hem dood. Ieder jongetje in de omgeving van Bethlehem van twee jaar of jonger moet worden omgebracht, zegt hij. Alsof je op een ambtenarencomputer een vinkje zet bij ‘locatie: Bethlehem – straal 20 kilometer’ en ‘geboortejaar: dit jaar&vorig jaar&twee jaar geleden’, en vervolgens op de delete-knop drukt.

Onschuldige kinderlevens beëindigen omdat ze voor jou geen mensen zijn, maar data. Een iets minder dodelijke variant hierop hebben wij in het Toeslagenschandaal beleefd: een zelflerend algoritme probeerde automatisch frauderende burgers op te sporen. Er kwam een vinkje te staan bij ‘dubbele nationaliteit’, en een vinkje bij ‘lagere inkomens’, en zo werden kwetsbare mensen door hun eigen overheid opgejaagd. Omdat ze geen mensen meer waren, maar onpersoonlijke stukjes informatie in een groot databestand.

Levens worden irrelevanter

Juist de afgelopen anderhalf jaar werd het steeds aantrekkelijker om volkstellingen te houden. Maar je kreeg er rare gesprekken door. Zoveel procent ongevaccineerden. Zoveel procent van de ongevaccineerden is refo, zoveel procent lageropgeleid, zoveel procent niet-westers migrant. Vandaag zoveel ziekenhuisopnames, onze capaciteit is zus en zo, er zijn vandaag maar 18.000 mensen ziek geworden en 100 mensen overleden, een hele vooruitgang ten opzichte van gisteren, dus zeer goed nieuws!

Het is noodzakelijk voor bestuurders om een beetje grip op de zaken te krijgen, maar het tellen van mensen maakt hen minder persoonlijk. Het minder persoonlijk maken van mensen maakt een leventje meer of minder irrelevant. Het wordt een beetje een computerspelletje, of op z’n best dashboardpolitiek. Zoals koning David ook niet wakker lag van een frontsoldaat meer of minder, op z’n pluchen kussen in het paleis.

Eén mensenleven maakt uit

Juist met Kerst moeten we weer even leren om in te zoomen op het individu. Laat de RIVM-data voor een paar dagen helemaal los. Laat je niet verleiden door behapbare statistiekjes in de kranten die de belofte in zich dragen van een overzichtelijk mens- en wereldbeeld. Laat het juist met Kerst ten volste tot je doordringen, dat één mensenleven onbetaalbaar is, dat één mensenkind meer of minder extreem veel uitmaakt.

Het gaat met Kerst immers slechts om één baby. Eén moeder met haar kindje: economisch oninteressant, uit een achterafplaats in een achterafprovincie, zonder politieke impact, zonder culturele inbreng.

Het kind dat op de computer in het stadhuis van die Quirinius hoogstens één onbeduidend regeltje zou zijn, en in de documenten van die Augustus überhaupt niet geregistreerd zou worden, bleek uiteindelijk een kentering in de wereldgeschiedenis te zijn. Oosterse magiërs, engelenlegers, wakende herders, allemaal stonden ze op de stoep, omdat zij plotseling zagen dat het gehuil in die stal niet het zoveelste inwisselbare baby’tje aanduidde.

Niemand is het zoveelste baby’tje, want iedereen is uniek – en het enige wat God telt, is het aantal haren op onze hoofden.

Geschreven door

Alain Verheij

--:--