Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Peter van Uhm blikt terug op zijn deelname aan 'De Kist'

‘Ik ben blij dat ik tot inkeer ben gekomen’

Ook al tourt de klassieke Fiat 500 door het land met een doodskist boven op het dak: in het tv-programma De Kist staat het léven voorop. Nu het voertuig maandag voor de 200e keer bij een BN’er op de oprit staat, blikt Peter van Uhm terug op zijn eigen uitzending in 2019.

Deel:

Eén dag was Peter van Uhm Commandant der Strijdkrachten toen zijn zoon Dennis in 2008 tijdens een missie in Afghanistan om het leven kwam. Bijna elf jaar later vertelde Van Uhm in De Kist zijn verhaal aan Kefah. “Ik ben blij dat ik tot inkeer ben gekomen,” glimlacht Van Uhm terwijl hij terugblikt op de tv-opnames. “De redactie van De Kist had mij jaren eerder al gevraagd, maar ik vond dat destijds nog veel te vroeg. Toen de vraag in 2019 nog een keer kwam, besloot ik samen met mijn vrouw: laat ik het doen. Een besluit waar ik achteraf heel blij mee ben, want het leverde een mooie uitzending op, en meer begrip voor ons verhaal. Ik heb er alleen maar positieve reacties op gehad.”

Tassen vol post

“We hebben erg veel post gekregen. Twee tassen vol. Van wildvreemde mensen. Mensen die medelijden tonen. Hun ervaringen delen. We zeggen regelmatig tegen elkaar dat we die post nog een keer moeten doornemen, maar ik heb er de moed niet voor. Als we al die kaarten en brieven gaan bekijken, ben ik op z’n minst een paar dagen kapot. Ze staan nog steeds dichtbij, in de logeerkamer. Ik vind dat ik ze een keer moet inzien, ook uit respect voor de mensen die het allemaal naar ons hebben geschreven, maar het doet me nog te veel pijn om te lezen. Ik ben er – ook na tien jaar – nog niet aan toe.” Peter van Uhm in 'De Kist in februari 2019.

“Uiteindelijk heeft de uitzending mij het laatste duwtje gegeven: inmiddels heb ik de post gelezen en opgeruimd,” vertelt Van Uhm. “Eigenlijk stond ik met die tassen post nog altijd met één voet in het verleden. Maar we willen onze blik op de toekomst gericht houden. Daarom hebben we de logeerkamer veranderd: we hebben ’m ingericht als babykamer, want binnenkort worden we grootouders. Onze dochter woont vlakbij en wil blijven werken, dus wij zullen regelmatig oppassen. Het klinkt misschien wat heftig, maar wij willen onze toekomstige kleindochter niet belasten met de ‘erflast’ van onze zoon. Daarom hebben die tassen ruimte gemaakt voor de toekomst.”

Ik stond ik met die tassen post nog altijd met één voet in het verleden

Als familie

“Toen ik de eerste keer weer naar Afghanistan ging, heb ik die brief meegenomen. Want die passages over zijn soldaten, die moesten ze weten. Ik heb op een avond met die jongens van Dennis zitten praten. Ik heb mijn uniformjasje uitgedaan, zodat er geen strepen meer te zien waren; mijn manier om te laten zien dat ik er niet als Commandant der Strijdkrachten zat, maar als vader. Toen heb ik de teksten voorgelezen die hij had geschreven over zijn soldaten. Teksten waarin hij letterlijk schrijft dat ze als familie voor hem zijn. Toen zijn er die avond heel wat tranen gevloeid. Bij al die kerels.”

Van Uhm over de brief die zijn zoon Dennis voor zijn uitzending naar Afghanistan schreef.

“Of ik die jongens nog steeds zie?” Van Uhm denkt even na. “Een heel aantal van hen komt nog altijd op Dennis’ sterfdag naar de erebegraafplaats in Loenen, waar de as van Dennis ligt. Ieder jaar. Ze hebben samen een teakhouten bank aangeschaft – zoals er meer op de begraafplaats staan – en bij Dennis neergezet, zodat je ook bij hem kunt zitten. Zo zaten er afgelopen april twee mannen op het bankje. Een van hen herkende ik direct als een van de soldaten van Dennis. Hij had twee biertjes bij zich: een voor zichzelf en een voor Dennis. Als hobby brouwde deze soldaat namelijk graag zelf bier. Hij wist wel dat onze zoon nooit bier dronk – Dennis hield meer van mixdrankjes – maar hij vond dat Dennis toch een van zijn biertjes moest proeven. Dus hij had er eentje bij Dennis neergezet en zo dronken ze als het ware samen een biertje… Schitterend, toch?”

Geschreven door

Arianne Ramaker

--:--