Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Onze kinderwens zou altijd een wens blijven, zei de arts’

Ylse blijft vertrouwen: ‘God gaat grote dingen doen’

Ylse en haar man Ruben verlangen naar een kindje. Maar hun kinderwens blijft tot nu toe een wens: de kans om zwanger te raken is nihil en adoptie blijkt door Rubens verleden geen optie. Ylse vertelt haar verhaal en hoe ze blijft vertrouwen op God.

Deel:

Het is juni 2017. Na een heftige periode in hun huwelijk hebben Ylse* (26) en Ruben de wens om hun gezin uit te breiden. Maar dat gaat niet vanzelf. “We gingen naar de huisarts om ons verhaal voor te leggen”, vertelt Ylse. “Zou het te maken hebben met het drugsverleden van Ruben? De huisarts stuurde ons door naar de uroloog, en vanuit daar werden we doorverwezen naar een endocrinoloog. Na een bloedonderzoek werd onze angst bevestigd: Ruben heeft de genetische afwijking Klinefelter. Hij heeft een extra X-chromosoom in zijn genen, waardoor zijn testosteronniveau heel laag is.”

Onze kinderwens zou altijd een wens blijven, zei de arts

Er zijn nog opties om zwanger te raken, maar de kans op succes is klein. “Ruben zou geopereerd moeten worden om te kijken of er zaadcellen zijn. Omdat die kans zo klein was en zijn testosteronniveau zo laag, was het beter om direct te starten met testosteroninjecties. Deze injecties zouden eventuele zaadcellen kunnen aantasten. De arts vertelde dat onze kinderwens waarschijnlijk altijd bij een wens zou blijven. We liepen verdoofd het ziekenhuis uit. Wat wil God hiermee? Omdat de kans nihil was, kozen we voor Rubens gezondheid en besloten we niet te gaan opereren. Wij gingen voor adoptie.”

Adoptietraject

De twee jaar daarna zitten Ylse en Ruben midden in het adoptietraject. “We deden de verplichte cursus, gingen naar bijeenkomsten en lazen ons in in de voorwaarden van de verschillende landen. Ook moesten we een levensverhaal schrijven, met daarin onze toekomstdromen en wensen en doelen voor het kind dat bij ons zou komen wonen. Het was gek om mee bezig te zijn, maar tegelijk heel waardevol: je denkt na over je eigen kwaliteiten en valkuilen en wat je je kind wilt en kunt bieden. Normaal denk je daar niet zo snel over na.”

Het levensverhaal van Ylse en Ruben wordt voorgelegd aan de Raad voor de Kinderbescherming. “Een man kwam bij ons thuis voor een gesprek. ‘Wat een verhaal’, zei hij, ‘ik ben ervan geschrokken. Ruben heeft een drugsverleden. Hoe denk je een goede vader te kunnen zijn?’ Wat deed het pijn om dat te horen. We zouden onderaan de stapel komen, en ons dossier zou nooit naar boven komen. We zouden geen goede ouders kunnen zijn. Daar hadden we niet op gerekend. In het ziekenhuis hoorden we dat een eigen kind onmogelijk zou zijn, en nu werd dit ook van tafel geveegd.”

Je zult geen goede ouder worden’ is het ergste wat je kunt horen

“Op de weg terug naar huis heb ik geen woord gezegd. Het was een regenachtige dag, en zo voelde ik me ook. Mijn auto stond bij de carpoolplaats, mijn man zette me daar af. In mijn eigen auto kwamen de emoties los. Ik was zó boos. Ik heb hard geschreeuwd, naar alles en iedereen. Geen woorden, alleen maar geschreeuw.

‘Je zult geen goede ouder worden’ is het ergste wat je kunt horen. We houden allebei enorm van kinderen, de wens is zó groot. Die man van de Kinderbescherming zag alleen wat er fout was gegaan, terwijl het juist zo goed met ons ging. Hoezo zou Ruben geen goede ouder kunnen zijn? Ik zag de liefste en mooiste man die ik kende. Ik was enorm trots op wat hij heeft bereikt en waar we samen stonden. Nadat Ruben de diagnose Klinefelter kreeg, was alles op zijn plek gevallen: hij kreeg de juiste medicatie en veranderde zichtbaar. Hij voelde zich veel beter, waardoor hij ook geen reden meer had om drugs te gebruiken. In drie jaar tijd zijn we helemaal zelf uit de schulden gekomen. We groeiden naar elkaar toe en leerden elkaar beter kennen.

Ik voelde me op dat moment letterlijk verlaten door God. Toch wist ik dat ik Hem moest zoeken. Ook al was ik Hem kwijt, Hij was mij niet kwijt. Ik reed naar onze kerk. Huilend stond ik bij de balie, ik vroeg of er alsjeblieft iemand was die met mij wilde bidden. Een lieve vrouw heeft met me gebeden, zij stelde me gerust. God vergeet ons nooit.”

Operatie

Zolang Ylse en Ruben in het adoptietraject zitten, mogen ze geen traject in het ziekenhuis aangaan. Als eenmaal duidelijk is dat adoptie niet gaat lukken, maken ze een afspraak met een medisch specialist in het AMC in Amsterdam. “Hij is gespecialiseerd in het syndroom van Klinefelter en stelde voor om Ruben toch te laten opereren. Als we dat niet deden, zouden we immers nooit weten of er levende zaadjes zijn – en konden we ook geen spijt hebben dat we het niet hebben onderzocht. We besloten voor de operatie te gaan. In mei 2019 werd Ruben geopereerd. Alle gelovige mensen die we kenden stonden biddend om ons heen.

’s Middags kregen we het verlossende telefoontje. Er was levend materiaal gevonden! Wat een wonder. Al zijn het maar twee buisjes, met minder dan tien zaadjes – het is meer dan niks. Wat waren we God dankbaar.”

ICSI-traject

Een ICSI-traject volgt. Ylse moet aan de hormonen, waardoor er eitjes worden gekweekt: met een punctie worden die weggehaald en daarna in een reageerbuisje bevrucht met de zaadcellen. Die embryo wordt in de baarmoeder geplaatst. “Een embryo is al iets, die hoeft zich alleen maar in te nestelen. Uit het eerste buisje – ook wel rietje – kwamen twee embryo’s. De eerste poging heeft geleid tot een zwangerschap, maar na een tijdje verloor ik bloed en eindigde het in een vroege miskraam. De tweede poging liep helaas op niks uit.

Bij de eerste poging voelde ik me echt zwanger, ik was moe en misselijk. Zelfs toen bleek dat ik het vruchtje was verloren, bleven deze symptomen. Als je bij de tweede poging dan helemaal niets voelt, ben je bang om de test te doen. Je wil het verdriet niet voelen, je wil niet definitief op een test zien dat er een poging is mislukt.

Er is nu nog één rietje van mijn man. Hoeveel kansen we nog hebben, hangt van het aantal embryo’s af. Dat kunnen er vier zijn, maar ook maar één.”

Vertrouwen op God

“Ik ben er veel mee bezig; veel vriendinnen raken zwanger en als juf heb ik iedere dag kinderen om me heen. Ik wil het zo graag. Zeker na alles wat er is gebeurd in ons huwelijk, is het lastig dat het zoveel moeite kost. Is het dan nooit genoeg?”

Ondanks alle tegenslagen kan Ylse blijven vertrouwen. Dat komt ook door een bijzondere ervaring in de zomer van 2019. “In een kerkdienst hoorde ik een bepaald Bijbelgedeelte. Ik kreeg er een warm gevoel bij, en er kwam een naam en een geslacht. Dit was voor mij een teken. God zal zorgen dat er kinderen in ons gezin komen. Toen ik het aan mijn man vertelde, lachte hij me bijna uit. Maar ik weet dat we mogen blijven vertrouwen op wat Hij heeft beloofd. God gaat grote dingen doen. We gaan ervanuit dat ik zwanger mag raken. En zo niet, dan is het misschien via pleegzorg. In ieder geval weet ik welke naam ik ons kind mag geven.

Sinds anderhalf jaar komt er een jongetje uit een pleeggezin uit de buurt bij ons logeren. Wij zijn als een soort oom en tante voor hem, we mogen onze liefde met hem delen. We vinden het heel bijzonder dat dit gezin ons volledig vertrouwt. Dat ze ook onze kwaliteiten en liefde voor hem zien, in plaats van alleen de negatieve dingen die gebeurd zijn.”

God zegt dat ik het los mag laten. Hij heeft een plan met ons

“Ruben vindt geloven in God lastig, laat staan op Hem vertrouwen. Ik kan me dat goed voorstellen als je zoveel tegenslag hebt ervaren. Soms heb ik het gevoel dat ik er in mijn geloofsleven alleen voor sta. Maar ik kan niet extra hard gaan geloven, zodat hij het niet meer hoeft. We kunnen het niet voor elkaar doen. Dat is ook wat ik moet loslaten.

Ik houd vast aan onze trouwtekst uit Spreuken 3:3: liefde en trouw zullen ons nooit verlaten. We hebben in ieder geval God en elkaar. Ik denk vaak aan die droom, waarin God zegt dat ik het los mag laten. God heeft een plan met ons, daar vertrouw ik op. Hij heeft ons geluk voor ogen, niet ons ongeluk.”

*Vanwege privacyredenen is de naam van Ylse gefingeerd

Lees ook hoe Ylse de heftige periode in haar huwelijk ondergingYlse ervaarde geestelijke strijd in haar huwelijk

Geschreven door

Eline van Lindenberg

--:--