Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Alinda Bol: ‘Zoals ik nu geloof, heerlijk!’

Wat kreeg Alinda mee over het geloof en waar staat zij nu?

‘Lydia de purperverkoopster’, zo noemde de oma van Alinda Bol haar kleindochter vaak. Een haast profetische uitspraak. Want Alinda staat nu, jaren later, aan het roer van LUV Spakenburg, een goedlopende boek- en cadeauwinkel in Bunschoten-Spakenburg.

Deel:

Muziek speelde een belangrijke rol in het ouderlijk gezin van Alinda Bol (1970). “De Muzikale Fruitmand? Daar ben ik mee grootgebracht. Mijn moeder luisterde altijd naar dit radioprogramma.” Zelf is Alinda ook groot fan van muziek, al is haar muzieksmaak in de loop der jaren enorm verbreed. Terwijl ze in de ‘kindness bar’ achter in haar winkel zit, draait er worshipmuziek op de achtergrond. Met haar lange blonde haren, sprankelende ogen en hartelijke lach runt Alinda haar zaak met verve. Vorig jaar sprak ze op de Nederland Zingt Dag. Ook verschenen er drie boeken van haar hand. De vergelijking van haar oma met Lydia, de eerste zakenvrouw in de Bijbel, was dus zo gek nog niet.

Paplepel

Door haar ouders’ liefde voor muziek, leerde Alinda al vroeg diverse christelijke liederen; vooral ‘Lichtstad met uw paar’len poorten’ brengt haar direct terug bij haar jeugd. “Dat is echt een familielied. Ik krijg er een melancholisch gevoel bij.” Ook Bijbelverhalen werden haar met de paplepel ingegoten. “Mijn moeder las veel voor: Mozes in het biezenmandje, die geschiedenis komt nu meteen bij me boven.”

Ouderlingenbezoek

“Mijn ouders lééfden het geloof”, vervolgt Alinda, die de jongste is van drie kinderen. “Ze gaven mij veel normen en waarden mee: aardig en vriendelijk zijn, omzien naar elkaar en nooit denken dat je meer bent dan de ander. Ook heb ik echt geleerd mensen in hun waarde te laten. Mijn ouders gaven juist de minderbedeelden of zij die het wat moeilijker hadden extra aandacht.”
Het geloof kreeg vooral praktisch handen en voeten; erover praten gebeurde weinig. “Alleen als je ouderlingenbezoek kreeg”, lacht Alinda.

Zelfs borduren was niet toegestaan

Met plezier

“Toen ik jong was, draaide geloven met name om naar de kerk gaan en je aan de regels houden. Op zondag mochten we niet veel doen, zelfs borduren was niet toegestaan. We waren lid van de Noorderkerk, de grootste en meest traditionele gereformeerd vrijgemaakte kerk in Bunschoten-Spakenburg. Al ging ik daar met plezier naartoe, hoor. Ik herinner me de grote galerij, met aan de ene kant de jongens en aan de andere kant de meisjes. Dat was zo in de jaren zeventig, tachtig. In mijn tienerjaren zat ik ’s ochtends bij mijn ouders en ’s avonds bij m’n vriendinnen.”

Voelde je je thuis in die kerk?
“Ik heb er een fijne tijd gehad. Maar naarmate ik ouder werd, kwam ik er steeds meer achter dat het er vooral om de regels ging. De vraag ‘hoe is je relatie met God?’ kwam weinig aan de orde; het ging meer om Bijbelkennis, om feiten. Terwijl geloven gaat om genade en je relatie met God. Al wil ik absoluut niet kwaadspreken over wat voor kerk dan ook. En gelukkig is er veel ten goede veranderd.”

Toch ben je nu geen lid meer van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.
“Na een lange zoektocht zijn mijn man Hugo en ik – via de Nederlands Gereformeerde Kerk – bij Mozaiek033 terechtgekomen. Daar voelen we ons helemaal op onze plek. Ik hou ontzettend van aanbidding, worship en een goeie band. Ik ben gewoon geen orgelmens, haha! Ik word er heel verdrietig van, krijg associaties met een begrafenis. Daar kan ik niets aan doen, dat is gewoon smaak. Ook de manier van kerk-zijn spreekt ons bij Mozaiek enorm aan. We zijn met elkaar gemeente en je bent er welkom zoals je bent, met al je vragen en onzekerheden. Prachtig!

Er zijn voor mij geen kerkmuren meer

Al moet ik eerlijk zeggen: laatst beluisterde ik twee preken van de Noorderkerk, die ik toevallig van iemand kreeg doorgestuurd. Die vond ik heel fijn! De genade klinkt er echt in door. Mijn moeder is helaas overleden, maar mijn vader en zus zijn daar nog lid. Af en toe ga ik nog met mijn vader mee. Want weet je, eigenlijk zijn er voor mij geen kerkmuren meer. Ik ben christen en voel me met alle christenen verbonden. We hebben elkaar zo nodig.”

Toppunt van geluk

Alinda’s eerste man Jaap kwam in 2003 om bij een motorongeluk. Een grote klap in haar leven, waarover ze al in diverse media heeft verteld. “Zoiets gebeurde tot dan toe alleen in boeken en films. Tot het mijzelf overkwam. Ik heb nooit gedacht: waarom moet mij dit overkomen? Want waarom zou mij zoiets níét overkomen? Wel bleven er genoeg andere vragen over. Jaap en ik wilden bijvoorbeeld heel graag kinderen. We hadden er alles aan gedaan, jaren in het ziekenhuis gelopen, tot het eindelijk lukte. Onze dochter Anna was 2, we waren op het toppunt van ons geluk. En toen gebeurde dit. Ik bleef als jonge moeder alleen achter. De vraag die zich toen aan mij opdrong, was: wat is hier de bedoeling van? Daar heb ik geen antwoord op gekregen. En toch heb ik me nooit alleen gevoeld. Natuurlijk was ik af en toe verdrietig en teleurgesteld. Tegelijkertijd wist ik dat Hij erbij was.”

Hoe ervaarde je zijn aanwezigheid?
“God werkt door mensen heen, dat geloof ik nog steeds. Ik heb momenten gehad dat ik heel diep zat en het niet meer zag zitten. Het was echt zwart om me heen. En dan stond er ineens iemand aan de deur of ging de telefoon. Dat ervaar ik nog steeds trouwens en zo probeer ik zelf ook te leven. Zo had ik een keer een gesprek met een vrouw. Ik kende haar verder niet goed, tot zij jaren later steeds opnieuw in mijn gedachten kwam. Ik wist niet waarom, maar ik dacht: laat ik haar eens een berichtje sturen. Ik had haar telefoonnummer, dus ik appte: ‘Hoi, hoe is het? Zomaar even een appje, je was in mijn gedachten, hoe gaat het met je?’ Direct daarna belde ze me: er was die week borstkanker bij haar geconstateerd. Mensen vragen weleens: ‘Hoe versta je Gods stem?’ Nou, door voor dit soort ervaringen open te staan. Ik bid vaak: ‘Heer, hier ben ik, doe maar met mij wat U wilt.’”

Ik geloof in God zolang ik me kan herinneren

Dat is best een risicovol gebed...
“Dat klopt. Want in 2003 bad ik dat ook en vervolgens overleed Jaap. Dat zit zo: in die tijd kwam net het boek Het gebed van Jabes uit. Dat was zó ontzettend populair. Zelf probeerde ik dat boek echt uit te leven door tegen God te zeggen: ‘Wilt U mij overvloedig zegenen, wilt U mijn gebied vergroten, wilt U negatieve dingen van mij weghouden.’ Maar dus ook die zin: ‘Doe met mij wat U wilt.’ En toen verongelukte Jaap! Dat was heel pittig en heftig.”

Heb je ooit getwijfeld aan God?
“Nooit. Ik geloof in Hem zolang ik me kan herinneren. Ik heb me weleens geprobeerd voor te stellen hoe dat zou zijn – twijfelen aan God – en ik snáp het wel. Ik spreek soms mensen die het echt even niet meer voelen en zich afvragen: is het allemaal wel waar? Maar ik weet: er ís iets tussen hemel en aarde. Dat weet ik, dat voel ik, al van jongs af aan. Zelfs de grootste atheïst krijgt soms later toch die vraag: zou er écht niet meer zijn? Dat is voor mij nooit een vraag geweest. Ik zie God als een liefdevolle Vader, tegen wie ik alles kan zeggen. Tegelijkertijd heb ik diep ontzag voor Hem. Hij is de Almáchtige.”

Een stuk aangenamer

Ook met haar tweede man Hugo kreeg Alinda een dochter. Wat wil ze haar dochters meegeven als het gaat om geloven? “We proberen hun veel liefde mee te geven. Liefde voor God en je naaste. Tegelijkertijd willen we ze de vrijheid geven dingen zelf uit te zoeken. Geloven is Jezus leren kennen en een relatie opbouwen met God. En zoals dat geldt voor de hele opvoeding, willen we hun ook op dit vlak vooral vóórleven. Hugo zegt altijd: ‘Probeer te leven als Jezus en laat zijn glimlach op je gezicht te zien zijn.’”

Verlang je nog weleens terug naar het geloof uit je kindertijd?
“Nee, ik ben zo blij waar ik nu sta. Zoals ik nu geloof, heerlijk! Dat gun ik iedereen. En dat is allemaal genade, hoor. Ik probeer ook echt te leven uit genade en dankbaarheid. Dat lukt niet altijd, maar als je zo in het leven staat, wordt het een stuk aangenamer. Want dan leef je niet voor jezelf. Niet dat ik nou zo’n heilig boontje ben, helemaal niet! Maar mijn dagelijks gebed is: ‘Wat hebt U vandaag voor mij in petto? Kom maar op.’”

Waar loopt dit geloof voor jou op uit?
“Op het eeuwige leven. Als het einde gaat naderen, o heerlijk! ‘Doe normaal!’ zegt Hugo dan altijd. Maar ik weet dat dan mijn hemelse Vader mij zó” – ze spreidt haar armen wijd uit – “op staat te wachten. Dat vertrouwen heb ik. Ons wacht een toekomst vol van hoop.Daarom zou ik een enorme leegte ervaren als ik het geloof níét had. Waar doe je het dan allemaal voor? Dan houdt het leven hierna gewoon op. Soms zeggen niet-gelovigen tegen mij: ‘Stel nou dat het allemaal niet waar is wat je gelooft?’ Dan antwoord ik: ‘Dan ben ik tóch een rijker mens geweest.’”

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--