Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Nelinda Troost: '‘Mijn ouders hadden geen last van me’

Wat kreeg Nelida Troost van huis uit mee over het geloof?

“Na twintig weken zwangerschap braken mijn vliezen. De kans dat ons meisje het zou overleven, was heel klein. Ik was ontzettend verdrietig, maar besloot alles te doen wat ik kon als moeder. Verder was het aan God.” Juist in deze heftige crisis merkt Mozaiek-voorganger Nelinda Troost dat ze kan bouwen op het standvastige geloof dat ze vanaf haar vroege jeugd meekreeg.

Deel:

Nelinda Troost (42) is een geboren en getogen ‘Veense’. Heel haar leven al woont ze in Veenendaal. “Mijn hele familie komt hier vandaan en veel familieleden wonen nog steeds in Veenendaal. Redelijk honkvast, ja, dat zegt ook wel wat over mij. In de tijd dat de gesprekken begonnen over het voorganger-zijn bij Mozaiek0318, was een van de eerste dingen die ik zei: ‘Ik wil die gesprekken wel aangaan, maar één ding: ik blijf in Veenendaal.’ Deze plaats ligt me na aan het hart, ook op geestelijk gebied. Mijn familie heeft met muziek veel geïnvesteerd in Veenendaal.”

Nelinda groeide op als oudste in een gezin met drie kinderen. “Ik ben het enige meisje en al jong voelde ik me best wel verantwoordelijk. Ik deed alles netjes volgens de regels. Mijn ouders hadden geen last van me”, vertelt ze lachend. “Mijn broers vonden dat niet zo leuk. Die zeiden: ‘Je hebt voor ons nooit de weg gebaand.’ Ik zorgde altijd dat ik in verbinding bleef met mijn ouders.” 

Vingertje
Haar vroegste herinnering aan het geloof? “Ik bij oma op schoot, terwijl ze Johan de Heer-liederen zingt. Nu zou oma voorganger zijn geworden. Ze organiseerde Bijbelstudies bij haar thuis. Ik zie het nog voor me: haar vingertje omhoog en haar oogjes die begonnen te glimmen terwijl ze zong: ‘Ja, ik zal daar zijn, in het Vaderhuis.’ Een simpel liedje, maar ik voelde: dit is iets bijzonders.

Ik deed alles netjes volgens de regels

Thuis werd open gesproken over het geloof. Aan tafel baden we hardop, ook de kinderen. Als er iets heftigs speelde, bijvoorbeeld een operatie, kwam de familie bij elkaar om te bidden. Ik weet nog hoe bevreemdend ik het vond als ik bij een vriendinnetje at en er werd een standaard gebed opgedreund. Het geloof was persoonlijk, ook al bij mijn oma. Dat heeft ze doorgegeven aan haar kinderen.”

Scherm­afbeelding 2022-12-20 om 16.34.10

Meer thuis
Op zondag gaat het gezin naar de Christelijke Gereformeerde Kerk. “Elke zondag gingen we twee keer. Ik voelde me als kind alleen veel meer thuis in de evangelische gemeente waar we ook regelmatig kwamen. De vorm, de muziek en de sfeer spraken meer tot mijn hart. Toen ik vijftien  was, heb ik de overstap gemaakt en heb ik me in die gemeente laten dopen. Voor mijn ouders was het natuurlijk even wennen dat ze niet meer als compleet gezin naar de kerk gingen, maar ze stonden helemaal achter mijn keuze.” 

Onze hartstaal
Muziek speelt altijd een belangrijke rol in Nelinda’s leven. “Mijn vader zat in een bandje met zijn broers. Daarmee reisden ze door Nederland en traden ze op in kerken. Ze zongen en brachten het evangelie. Als kind maakte ik dat al mee: geloof werd altijd gecombineerd met muziek. Dat is onze hartstaal.”

Het was wel bijzonder dat God me zo moed gaf

Voor Nelinda was en is muziek ook taal waarin God tot haar spreekt. Eén moment staat in het bijzonder in haar geheugen gegrift. “De overstap naar de middelbare school was voor mij als dertienjarige best een grote. Ik had altijd veilig om de hoek op een kleine school gezeten. Nu moest ik vroeg opstaan, verder fietsen en zoeken naar de juiste lokalen. Ik herinner me een winterochtend. In de keuken stond ik mijn broodjes te smeren en ik voelde me down. Op dat moment kwam een lied in mijn hoofd: ‘Wees standvastig, onwankelbaar, steeds overvloedig. Steeds overvloedig in het werk van de Heer.’ Een Bijbeltekst. Voor mij de eerste keer dat ik op die manier een tekst ontving. De melodie vond ik niet zo mooi, maar het was wel bijzonder dat God me zo moed gaf.” 

‘Mag ik uitgaan?’ 
“Die tekst is naarmate ik ouder werd, steeds meer voor me gaan leven. God heeft me geroepen om overvloedig te zijn in zijn werk. Het lied zegt ook dat het nooit voor niets is wat je doet. Als jij trouw bent in wat je doet, gaat God het zegenen.
Tijdens het opgroeien had ik wel vragen. Mag ik uitgaan of naar de discotheek? Mijn ouders zeiden standaard: ‘Nelin, je mag overal naartoe, als je er Jezus maar kunt ontmoeten.’ Onze familie was altijd bezig met de wederkomst. Daar moest je klaar voor zijn. Dat kan beangstigend klinken, maar mij beangstigde het niet. Het was wel een trigger: is dit inderdaad een plek waar ik Jezus kan ontmoeten? Nu ik ouder ben, kijk ik daar wel iets anders naar. Het hangt niet af van één moment of je er wel of niet bij hoort, maar het gaat om je hartsgesteldheid en je verlangen om te leven met Jezus.”

Handen en voeten 
Nelinda’s ouders zijn een voorbeeld. “Ze zijn heel trouw. Als zij ergens voor gaan, dan blijven ze dat doen. Bij mijn moeder werkt dat heel praktisch: ze is een dienende vrouw. Ze leerde me handen en voeten te zijn van Jezus. Daar waar ze nood ziet, gaat ze helpen. Je kunt mooie, vrome woorden brengen, maar soms is het gewoon nodig dat je een pannetje eten kookt of helpt in huis. 

Het gaat om je hartsgesteldheid

Bij mijn vader merk ik dat God hem raakt door muziek. Hij heeft altijd op het podium gestaan en mensen door muziek meegenomen naar het hart van de Vader. God raakte hem en daar kon hij over vertellen. Dat heb ik ook. Als ik op het podium sta en God raakt me, dan weet ik dat ik daar iets mee moet. God spreekt veel door woorden of zinnen die we hebben gezongen heen. Dan krijg ik een woord dat blijft hangen.” 

Ticket naar de hemel
Is Nelinda’s geloof door de jaren heen veranderd? “Ja, vroeger ging het bij evangelisatie veel over de vraag: kom je in de hemel of de hel? Maar het geloof is veel meer dan een persoonlijk ticket naar de hemel. Geloven is nu al gezamenlijk handen en voeten geven aan het koninkrijk van God, dat bij Jezus’ terugkomst ten volle zal doorbreken. Mijn geloof is daarmee rijker geworden."

De kans dat ons meisje zou overleven was heel klein

‘De artsen waren supernegatief’
Een grote geloofscrisis heeft ze niet gekend. Nelinda omschrijft zichzelf als een nuchter mens. “Ik kan goed accepteren dat ik dingen niet begrijp. Ik vind het ook gevaarlijk als mensen alles precies zeggen te weten. Ga je dan niet op de troon van God zitten? Mogen er mysteries blijven? Wij zijn maar mensen en God is God.” Toch werd er rond de geboorte van jongste dochter Rosa stevig geschud aan haar bestaan en dat van haar gezin. “We hebben drie jaar op haar moeten wachten. Toen raakte ik zwanger, maar na twintig weken zwangerschap braken mijn vliezen. De kans dat ons meisje zou overleven, was heel klein. Ik was ontzettend verdrietig, maar besloot alles te doen wat ik kon als moeder. Verder was het aan God. De artsen waren supernegatief over haar overlevingskans. Met 28 weken werd ze normaal geboren. Omdat Rosa niet zelfstandig ademde, heb ik haar de eerste drie dagen niet kunnen vasthouden. Ik wist niet of we een kinderkamer of begrafenis moesten voorbereiden. Na drie dagen begon ze zelf te ademen. Wonder boven wonder heeft ze het overleefd. Al die tijd voelden we ons gedragen en had ik het besef dat het aan God was of ze zou overleven. Twee jaar later kwam wel de klap. Ik had mijn emoties niet genoeg ruimte gegeven. Dat heb ik toen mogen leren.”

Rode draad
Sinds een jaar is Nelinda de eerste vrouwelijke voorganger bij Mozaiek. Geen baan die ze zelf ambieerde. “De eerste keer dat iemand het noemde, zei ik: ‘Ik, voorganger? Dat zie ik niet gebeuren.’ Vervolgens wees iemand me op de rode draad in mijn leven. Terugkijkend zag ik dat God me op een organische manier in de loop der jaren steeds meer verantwoordelijkheid had gegeven op verschillende plekken. Nu bracht Hij deze taak op mijn pad.”

Geliefde dochter
Wat is het belangrijkste wat zij door wil geven aan haar kinderen? “Door de manier waarop mijn ouders het geloof hebben doorgegeven, heb ik me van jongs af aan een geliefde dochter van God gevoeld. Wat een genade! Ik zie mensen daarmee worstelen in de kerk. Het is zo’n belangrijke kernwaarde. Mijn kinderen wil ik meegeven dat ik van hen houd. Wat voor resultaten ze op school ook halen, en of dingen nu wel of niet lukken. En het meest fundamentele: dat ze weten dat God onvoorwaardelijk van hen houdt. Dat heeft mij zelf zo geholpen. Ook als dingen even niet goed gaan, ben je in de kern geliefd. Anders ga je dingen proberen te verdienen, ook in het christelijk geloof. Het sluipt er heel snel in. Je reageert snel op de dingen die niet goed gaan. Terwijl je hen niet bevestigt in dat ze goed zijn. Overal draait het om prestaties. Als je het goed doet, dan hoor je het. Als je zo veel volgers hebt, ben je geliefd. Maar dat is natuurlijk dikke onzin.

Ik zie zo veel ellende, zo veel afwijzing en gebrokenheid. Mensen die hun hele leven niets anders hebben gehoord dan dat ze niets zijn. Het is ontzettend belangrijk dat mensen horen: ‘Je bent onvoorwaardelijk geliefd.’”

Geschreven door

Inge-Mirjam Bosveld

--:--