Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Emiel Hop en zijn broers deden een verbijsterende DNA-ontdekking

‘Diep vanbinnen wíst ik: er klopt iets niet’

Het was een verbijsterende ontdekking voor Emiel Hop en zijn beide broers. Begin 2020 wees een DNA-test uit dat er iets geks aan de hand was met hun gezin. Ze bleken halfbroers te zijn: pa Hop was niet hun verwekker. “Mijn ouders hielden dit vijftig jaar lang geheim - vanwege hun zwijgplicht.”

Deel:

Toen Emiel in 1969 ter wereld kwam, feliciteerde iedereen het Utrechtse echtpaar Hop van harte met hun eerstgeborene. De trotse ouders – trouw meelevende kerkmensen – waren in de wolken. Logisch. Eindelijk was hun langgekoesterde kinderwens in vervulling gegaan, in dit achtste jaar van hun huwelijk.

Met niemand

Niemand in de familie-, vrienden- en kennissenkring kon in de verste verte bevroeden dat pa Hop niet de biologische vader was.
Althans, er was één ander die wist hoe de vork in de steel zat: de Joodse arts en seksuoloog dr. L.H. Levie, specialist op het gebied van KID: kunstmatige inseminatie met donorzaad.
Hij had het echtpaar, negen maanden voor Emiels geboorte, behandeld in zijn Amsterdamse kliniek. Bekrachtigd met hun handtekening, hadden ze plechtig moeten verklaren er nooit met iemand over te praten – wie dan ook.
Want dr. Levie was ervan overtuigd dat dit het beste was voor iedereen. Inclusief het donorkind zelf.

Dus ze weten het...

Al een halve eeuw

Het echtpaar Hop hield woord. Zweeg erover als het graf. Vijftig jaar op rij. Tot die ene dag waarop hun drie volwassen zoons (Emiel, Frank en Harold) onaangekondigd voor hun deur stonden en om opheldering vroegen.
Zodra hij hen op de stoep zag staan, flitste het door Hop seniors hoofd: dus ze weten het. De man, die altijd zijn brood in de bouw had verdiend, verblikte of verbloosde niet. Net als zijn vrouw. Per slot van rekening stond de façade al een halve eeuw fier overeind, zonder ooit ook maar één barstje te hebben vertoond.

Het huis van zijn ouders

Als Emiel (52), voormalig EO-marketeer en sinds 2020 voorganger van Mozaïek033, uit het voorraam van zijn hoekwoning in Bunschoten-Spakenburg kijkt, kan hij het huis van zijn ouders zien. Het ligt aan de overkant van de smalle gracht die het kerkelijke vissersdorp doorsnijdt. Emiel komt vaak bij hen over de vloer, al dan niet samen met echtgenote Daniëlle – directeur van een lokale basisschool – en hun kinderen, Lara en Thijs.

Nieuwe dingen ontdekken

Emiel Hop op een schip

“Ik was een heel avontuurlijk kind, wilde altijd nieuwe dingen ontdekken”, vertelt Emiel op de stoffen bank in de woonkamer.
Samen met zijn jongere broers groeide hij op in een Utrechtse volkswijk. “Een echt arbeidersgezin. Mijn vader was metselaar. Hij ging vroeg de deur uit, was pas bij het avondeten terug. En dan ’s avonds weer op pad om ergens bij te klussen en zo het gezin te onderhouden. We hadden het thuis niet breed, dus dit was zijn manier van liefde geven.”

Hoe kijk je terug op je jeugdjaren?
“Als een heel mooie tijd. Met mijn beste vriend van toen heb ik de hele stad doorkruist; ik ken Utrecht nog steeds op mijn duimpje. Wel had ik altijd een soort onbestemd gevoel, dat ik nog steeds moeilijk onder woorden kan brengen. En ik was, zoals veel opgroeiende kinderen, zeer onzeker. Dat zat ‘m vooral in het feit dat ik, voor mijn gevoel, heel veel alleen moest doen en ontdekken en ik niemand had die me daarbij hielp. Ook mijn ouders niet. Maar ik ben er uiteindelijk goed doorheen gerold. Mede dankzij een paar goede vrienden. En vooral dankzij Daniëlle; zij was 15 en ik 18 toen we verkering kregen. Acht jaar later zijn we getrouwd.”

Ik ben niet echt close geweest met mijn vader

Het meest close

Op de vraag met wie van zijn ouders hij in zijn jeugd het meest close was, blijft Emiel even stil. Peinzend: “Met mijn moeder, denk ik. Ik ben niet echt close geweest met mijn vader. Nooit. Nu misschien wel meer dan vroeger. Inmiddels zijn ze trouwens al 85 en 84 jaar oud.”

Speelde het geloof bij jullie thuis een belangrijke rol?
“Zeker. Maar er werd weinig over gepraat. Ook niet over gevoelens. Dat laatste kunnen we als gezin nog niet heel goed, al hebben we hier de afgelopen twee jaar wel stappen in gemaakt. Een mooi gezin, maar zonder ‘gevoelsverbinding’. Mijn broertjes hebben dat ook zo ervaren.”

Aan het rollen

Het was met Kerst 2019 dat Emiels broer Frank een DNA-test deed en, onvoorzien, een oud geheim oprakelde.

Deed hij die test zomaar, voor de grap?
“Niet helemaal. Hij kreeg die DNA-test van zijn partner, omdat hij zich al een paar keer had laten ontvallen dat hij meer wilde weten over zijn roots. Diverse mensen hadden tegen hem gezegd dat hij een meer Zuid-Europees uiterlijk heeft. Die indruk had hij zelf ook. Via zo’n test kun je achterhalen of er inderdaad iets Zuid-Europees in je DNA zit.”

Wist de rest van jullie ervan?
“Rond de kerstdagen zaten we als familie bij elkaar, en toen had hij het wel eventjes over de die test. Maar mijn ouders reageerden er niet op; ik denk dat het op dat moment langs hen heen ging. Harold en ik namen het voor kennisgeving aan.”

Lichtelijk in paniek

Emiel Hop, handen aan een boom

Een week of zes later, in februari 2020, belde Frank Emiel. Dat was op een vrijdagavond. “Hij klonk lichtelijk in paniek. ‘Ik moet je echt spreken’, zei hij. ‘Het is belangrijk dat ik je zie. Kan het morgen?’ We spraken af in een cafeetje hier, de volgende dag.”

Had je enig idee waarmee hij op de proppen zou komen?
“Nee. Ik had ook niet de link met die DNA-test gelegd. Frank vertelde me in het café dat hij de uitslag inmiddels had. ‘Ik blijk inderdaad iets Zuid-Europees in mijn genen te hebben’, zei hij. ‘Maar er kwam óók uit de test dat ik drie halfzusjes en een halfbroertje heb. Ik ben me helemaal kapot geschrokken. Wat moet ik hier nou mee?’”

Er waren dus ‘treffers’ tussen Frank en die halfzussen en een -broer in dat DNA-register?
“Precies. Zijn test was van My Heritage, de grootste commerciële DNA-database ter wereld. Ik dacht: wat is dít? Maar op dat moment besefte ik nog helemaal niet… Kijk, van ons drieën wijkt Frank het meest af qua uiterlijk. Dus een van mijn eerste gedachten was: misschien is ma een keertje vreemdgegaan of zo… Maar Frank zei: ‘Als er iets met míj aan de hand is, zou het goed kunnen dat dit ook voor jou geldt. En voor Harold.’”

Ik heb die avond als een klein kind een potje zitten huilen

Een weekje bezinken

Die zondag lichtten Frank en Emiel Harold in, en op maandag waren ze gedrieën bij elkaar. “Harold reageerde eerst sceptisch. Zo van: ach, die testen kloppen nooit…”

Jij twijfelde niet aan die testuitslag?
“Nee. In dat weekend ervoor merkte ik dat er zúlke heftige emoties bij me naar boven kwamen. Omdat ik diep vanbinnen wíst: er klopt iets niet in ons gezin. Al die jaren al. Dat hing ook samen met dat onbestemde gevoel. Die avond heb ik in Daniëlles armen als een klein kind een potje zitten huilen.”

De broers besloten alles eerst een weekje te laten bezinken. Ondertussen bestelde Emiel zelf ook een DNA-test – voor vijftig euro – bij dezelfde databank.
“Je moet zo’n zes weken wachten op de uitslag. Maar wij zaten natuurlijk met handenvol vragen. Dus na die week zeiden we: ‘We gaan naar pa en ma.’ Een dag of tien later stonden we ‘s avonds voor hun deur. Onaangekondigd.”

Met bonzend hart?
“Poeh, man, ik vond het écht heel spannend, ja… ‘Wat komen jullie doen, met z’n drieën?’ Ze waren stomverbaasd. Frank herinnerde hen aan zijn DNA-test. ‘Ik heb de uitslag, en weet nu dat ik drie halfzussen en een halfbroer heb. Kunnen jullie ons vertellen wat er aan de hand is?’”

Hoe reageerden jullie ouders?
“Ontkennend. Allebei. ‘Niks van waar, ik ben gewoon jullie vader!’ zei pa gelijk. Maar na tien minuten begonnen er al flinke scheurtjes in dat verhaal te komen.”

Bij wie begon dat?
Emiel glimlacht bij de herinnering. “Mijn vader bleef worstelen en ma werd steeds stiller. Opeens knipoogde ze naar ons. Zo van: eventjes laten betijen… Kort daarna kwam het hoge woord eruit. ‘Ik ben niet jullie biologische vader. Ik ben onvruchtbaar. Dit geheim dragen we al vijftig jaar met ons mee.’”

Ontzettend verdrietig

“Het gaf me allereerst een gevoel van opluchting: zó zit het dus... Tegelijk vond ik het vooral ontzettend verdrietig. Al die jaren moet het als een loden last op hun schouders hebben gedrukt, en hun huwelijksleven hebben gestempeld. Omdat ze letterlijk hadden getekend voor geheimhouding, konden ze er met niemand in de familie, in de kerk en zelfs niet met hun beste vrienden over praten.”

De emotionele sluizen gingen nu open?
“Zeker weten! Bij ons, maar ook bij hen. Terwijl wij totaal geen emotioneel gezin zijn. Ik had mijn vader nog nooit zien huilen, maar toen wel. Hij was helemaal overstuur, en zei: ‘Toen jullie voor de deur stonden, wist ik dat het hierover ging...’”

En je moeder?
“Zij was ook emotioneel. Die avond heeft ze er heel veel over verteld. Maar de dagen erna was ze wat opstandig. Ze ging, net als pa, weer op slot. ‘Straks weten de kleinkinderen het!’ Ik gaf aan dat ik het hun de volgende ochtend sowieso zou vertellen: ik wil niet dat zij óók met een geheim rondlopen.”

Hoe reageerden jullie kinderen?
“Lara moest huilen: ‘Ik vind het zo erg voor je…’ Thijs was vooral heel nieuwsgierig. Dus ze reageerden heel verschillend. Verder heb ik het bewust in kleine kring gehouden, toen. Alleen mijn beste vrienden, en enkele andere mensen vertelde ik over onze ontdekking. En als eerste Daniëlle natuurlijk. Verder niemand.”

Uit loyaliteit richting je ouders?
Emiel knikt. “Ik wilde hen in zekere zin beschermen, omdat ze het zo moeilijk vonden. En het was ook voor mij en Frank een heel emotionele tijd. Harold ging er wat anders mee om, maar heeft inmiddels ook een DNA-test gedaan, en een halfzus gevonden.”

Heb je het je ouders ooit kwalijk genomen dat ze dit al die tijd voor jullie bleven verzwijgen?
“Nooit. Pa blijft gewoon mijn vader en ik wil hen blijven eren. Als ik me in hun situatie en in de tijd van toen verplaats, snap ik het. Al had ik het graag eerder geweten.”

Stamboomonderzoek

Emiels eigen DNA-test leverde geen opvallende treffers op. Maar na de zomer schreef hij zich in bij twee andere grote databanken, om verder te speuren.
“Ik ben best slim,” zegt hij lachend. “Maar stamboomonderzoek? Dat is súperingewikkeld. Lang verhaal kort: met hulp van een halfzus van Frank – zij bleek nota bene DNA-deskundige te zijn – kwam ik op den duur in contact met iemand die weleens een halfbroer van me kon zijn."

Hij is al overleden

‘Een biertje doen?’

Emiel wist zijn telefoonnummer te achterhalen, belde hem op en vertelde over de zoektocht naar zijn biologische vader. “Op een gegeven moment zei hij: ‘Dat zou inderdaad heel goed mijn vader zou kunnen zijn. Hij is al overleden. Wij woonden in Amsterdam in die tijd.’ Toen hij hun toenmalige adres noemde, bleek dat ze nog geen kilometer van die kliniek van dr. Levie woonden. Hij had ook nog een broer en een zus, maar die stonden niet te springen om het allemaal te laten uitzoeken. Hijzelf vond het prima. ‘Zullen we een keer een biertje doen?’ vroeg ik.”

Leuk contact

Emiel Hop portret close

Afgelopen najaar ontmoetten ze elkaar. “We spraken bij hem thuis af, in buurt van Amsterdam. Het was meteen een leuk contact; hij is zo’n tien jaar ouder dan ik. Op een zeker moment zei hij: ‘Ik kan je wel wat digitale foto’s van mijn vader laten zien.’ Ik keek ernaar, en” – armen omhoog – “er ging een schók door me heen. Zijn gezicht, z’n houding… alsof ik naar mezelf keek! Daarna liet hij me zijn eigen foto’s zien, van toen ‘ie een stuk jonger was. Daarop leek ook hij ongelooflijk veel op mij. Ik wist: wij zijn inderdaad halfbroers en hebben dezelfde biologische vader.”

Had hij enig idee waarom zijn vader zaaddonor was?
“Wilde hij ‘een goede daad’ verrichten toen zijn eigen gezin compleet was? We weten het niet precies.” Verwonderd: “In ieder geval, toen ik die foto’s zag, was dat voor mij direct iets van herstel. Een soort heilzame shock. Toen ik op de terugweg Daniëlle belde, sprongen de tranen in mijn ogen.”

Waarom?
“Omdat het om mijn identiteit gaat. Eindelijk snapte ik nu waar dat onbestemde gevoel vandaan kwam dat ik van jongs af aan had.”

Vind je het jammer dat je hem nooit kunt leren kennen?
“Jawel. Tegelijk… mijn innerlijke herstel kwam bij het zien van die foto’s. En mijn halfbroer kon gelukkig veel over hem vertellen.”

Wat bleef je daar vooral van bij?
“Dat hij, net als ik, heel ondernemend en sportief was. En dat hij bijvoorbeeld altijd op vakantie ging naar plekken waar hij nog nooit was geweest, wat ik ook altijd doe.”

Als voorganger van Mozaïek033 heb je jouw zoektocht naar jouw biologische vader verwerkt in een preek.
“Klopt. Over Jakobs worsteling bij de rivier de Jabbok, voordat hij Ezau ontmoette. Ondanks het pijnlijke verleden vielen ze elkaar uiteindelijk weer in de armen. In al die Bijbelverhalen eromheen, vanaf Abraham, zie je dat het telkens gaat om onvervulde kinderwensen, conflicten en afkomst. Het heeft veel losgemaakt in de gemeente. Op Vaderdag wil ik deze preek trouwens nog één keer houden in Mozaïek. Hij is te volgen op onze livestream, en ook achteraf nog te bekijken.”

Waarom maakte die preek veel los, denk je?
“Omdat we ten diepste allemaal verlangen naar echte verbinding, en naar herstel. We kunnen worstelen met onze afkomst, onze identiteit, met familiegeheimen en dingen die in het verleden zijn gebeurd. Dat geldt voor vrouwen, maar – dat merk ik als voorganger – zéker ook voor mannen.”

Wat is de kernboodschap van je preek?
“God is te vertrouwen. Altijd. Hij weet allang waar je misschien diep vanbinnen mee worstelt. Hij wil herstel brengen en je maken tot de persoon die Hij voor ogen heeft. Via dat lange, emotionele proces van mijn zoektocht heb ik dat heel intens ervaren. Dat ons ‘gezinsgeheim’ eindelijk aan het licht kwam, zie ik als een zegen. Daarom vertel ik mijn verhaal, als een getuigenis van Gods goedheid.”

De preek van Emiel is te beluisteren via het YouTube-kanaal van Mozaïek, en terug te vinden via Mozaiek0318.nl

Beeld: Jacqueline de Haas

Documentaire ‘Tegen niemand zeggen!’
Voor haar opleiding heeft dochter Lara de korte documentaire Tegen niemand zeggen! gemaakt, over de ontdekking dat Emiel en zijn broers halfbroers zijn. Deze is te zien op YouTube:

(Tekst loopt door onder de video)

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Personalia
Emiel Hop (1969) werkte 21 jaar lang bij de EO, de laatste jaren als marketeer en uitgever. Sinds twee jaar is hij, samen met Arjen ten Brinke, voorganger van de kerkgemeente Mozaïek033. Emiel is getrouwd met Daniëlle en vader van Lara en Thijs. Ze wonen in Bunschoten-Spakenburg.

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--