Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Elle van Rijn over haar boek 'Terug naar Insulinde'

'Ondanks alle haat bleef Mary in de liefde geloven'

Elle van Rijn schreef het boek Terug naar Insulinde. Het aangrijpende verhaal over Rosa die opgroeit in Nederlands-Indië, daar de oorlog meemaakt en in een jappenkamp terechtkomt. Een verhaal over familie, overleven en moed.

Deel:

In Terug naar Insulinde lees je het verhaal van het tienermeisje Rosa dat opgroeit in Nederlands-Indië. Net als elke jonge meid houdt ze zich bezig met vriendinnen, gezelligheid en jongens. Onbezorgd leven, alhoewel de spanning tussen de verschillende culturen soms al te voelen is. Iets waar Rosa zich niet zo bewust van is, tot de oorlog uitbreekt en de verschillen tussen haar en Indonesische beste vriendin opeens groot lijken. Het verhaal is gebaseerd op de waargebeurde ervaringen van Mary Hens en haar gezin.

Terug naar Insulinde


Terug naar Insulinde is niet alleen een boek over de onrechtvaardigheden tijdens een oorlog, maar vooral over een jonge meid die hunkert naar liefde. Een verhaal over familierelaties, moed en ondanks alles lief te hebben.

Hoe was het voor jou om dit verhaal te schrijven?

Elle van Rijn: ‘’De familie van Mary had mij gevraagd om haar verhaal te schrijven. Ik wist dat het een grote klus zou zijn om het te schrijven. Eerlijk gezegd vond ik het spannend om hieraan te beginnen. Om een boek te schrijven vanuit het perspectief van een tiener in Nederlands-Indië, die tot de bovenlaag hoorde van de koloniale vooroorlogse samenleving. Daarmee lijkt het alsof je naar een kant schiet die niet per se gewaardeerd wordt. Maar daar gaat dit verhaal niet over; Terug naar Insulinde gaat over wat Mary is overkomen als jong meisje.

Ik schrijf graag over gewone mensen in bijzondere gebeurtenissen. Mensen die keuzes moeten maken en daardoor leren wie ze zijn. Ik vind het mooi om die ontwikkeling te volgen. De twijfel om dit verhaal te schrijven verdween toen ik Mary Hens ontmoette. Zij was vijfennegentig en helder van geest toen ik met haar kennismaakte. Ze was eigenzinnig en had veel humor. Ze was geen gemakkelijke vrouw, niet voor zichzelf en ook niet voor haar familie. Ze was nogal een portret. Maar wat een ongelooflijke moed heeft zij gehad tijdens en na de oorlog. Haar eerlijkheid en haar manier van denken spraken mij aan.


Voor de oorlog hield zij een dagboek bij dat zo’n zuiver beeld schetst van het leven in Nederlands-Indië op dat moment. Ze had een heerlijk leven daar als blanda* en behoorde tot de bovenlaag van de maatschappij. Ze genoot van allerlei privileges. Tijdens de oorlog kantelde dat. Juist de mensen zoals zij moesten verdwijnen.’’

Een tijdlang heb jij Mary Hens drie keer per week opgezocht om naar haar verhalen te luisteren voor Terug naar Insulinde. Kun je daar meer over vertellen?

‘’Mary was een grote Hollands uitziende vrouw, door haar oma had ze een klein beetje Indisch bloed. Ze vond het erg dat je dat niet aan haar kon zien. De eerste kras op haar ziel kreeg ze op haar achtste, toen haar moeder haar wegstuurde naar haar tante. Haar moeder vertrok naar Nederland en liet haar twee dochters achter in Nederlands-Indië. Ze zei dat ze ziek was en daarom terugging naar Nederland, maar dat bevalt te betwijfelen.

Voor Mary was dat echt heel moeilijk. Ze woonde bij haar tante die een kweekschool voor Inlandse meisjes had. Daar zag ze dat die meiden door hun moeders gebracht en gehaald werden en trok de conclusie dat Indonesische vrouwen nooit hun dochters zouden achterlaten. Dat zorgde ervoor dat zij minder neerkeek op de inheemse bevolking.’’

In het boek krijgt Rosa een brief van de broer van haar beste Indonesische vriendin die aan haar uitlegt wat racisme is.

‘’Die brief is de originele brief die Mary heeft gekregen. Het is ongelooflijk dat die discussie over racisme nog steeds hetzelfde is. In die brief legt de broer van haar vriendin zo goed uit hoe hij puur door huidskleur anders behandeld wordt. Terwijl hij in dezelfde groep mensen verkeerde als zij.

Rosa ziet zelf niet dat zij discrimineert, zoals wij het ook vaak niet zien dat wij discrimineren. Wat vond jij eigenlijk van mijn boek?’’

Ik vond het vooral opvallend dat iedereen uiteindelijk slachtoffer wordt: de Nederlanders, de Indonesiërs, de Japanners; allemaal maken ze hele erge dingen mee.

‘’Iedere oorlog veroorzaakt zoveel leed. Zoveel burgerslachtoffers. Niet alleen in de kampen heerste een enorme hongersnood, ook buiten de kampen was er enorm tekort aan voedsel en hebben mensen geleden. Elke oorlog gaat voorbij aan menselijkheid en redelijkheid. En waarom?

Ik geloof echt dat we het over de basale dingen eens kunnen zijn. In religies vind je die kern vaak terug. Waarom dan toch zoveel oorlog? Het gaat vaak over hele andere dingen. Grondstoffen, rijkdom en macht. Als we meer zouden geloven in verbinding zoeken met elkaar en zouden streven om het juiste te doen tijdens onze beperkte tijd hier op aarde, dan geloof ik dat je leven meer waarde krijgt.’’

Heb je weleens moeten huilen om de verhalen die Mary met jou deelde?

‘’Toen Mary vertelde over het afscheid van haar broertje heb ik gehuild. Maar ik heb vooral veel gedroomd na de gesprekken met Mary. De dingen die zij meemaakte in het jappenkamp zijn te absurd voor woorden. Ik droomde over haar ervaringen en verwerkte die in mijn slaap. Hele nare dromen, daar had ik echt last van.

Waar we spijt van hebben, daar zit de pijn


Iemand zei na het lezen van mijn boek dat je niet de emoties doorleeft van Rosa. Zij beschrijft al die erge dingen vrij droog. Ze is erbij en kijkt ernaar. Of ik dat bewust gedaan had werd mij gevraagd. Niet per se, maar ik denk dat Mary zo uitgeput was toen ze vastzat in het kamp, dat ze geen kracht meer had om te voelen. Ze moest overleven en kon haar gevoel niet toelaten. Alsof haar lichaam daar te murw voor was op dat moment.

Mary zelf hoefde ook niet veel te huilen tijdens onze gesprekken. Ik heb meerdere boeken geschreven over mensenlevens en tijdens die gesprekken was er vaak wel een moment dat iemand brak. Het enige moment waarbij Mary emotioneel werd, was toen zij het over haar John had. We kunnen praten over wat ons is overkomen, maar wat we anders hadden kunnen doen, dat waar we spijt van hebben, daar zit de pijn. Ook over het sterven van haar vriendin heeft ze het vaak gehad.’’

Welke levensles van Mary is jou in het speciaal bijgebleven?

‘’Ik ben de dag voor Mary’s euthanasie nog bij haar geweest. Ik had nooit gedacht dat ik dat zou willen doen. Door Mary ben ik anders gaan denken over voltooid leven. Ik geloofde dat het ergens van bovenaf gegeven is wanneer we op deze wereld komen en gaan. Maar Mary verloor zichzelf langzaam. Ze was zo moe. Ze zei: ‘Ik wil slapen, mag ik slapen?’ Ze was moedig. Deze manier van heengaan paste bij haar karakter.

De dag waarop ze stierf vertelde ze wat het belangrijkste is in het leven: de liefde. Dat vond ik mooi. Zij had zoveel verloren en is niet echt gelukkig geweest in de liefde. Toch zei ze dat de liefde de essentie is van het leven. Als je zoveel haat hebt gezien, kan je ook cynisch worden. Dat was ze niet.

Hoewel ze wel een lange tijd bitter is geweest. Dat had vooral te maken met zich persoonlijk niet gezien voelen. Ze had niet de liefde gekregen waar ze zo naar verlangde. Ze was nog om veel dingen boos, maar die bitterheid ging uiteindelijk weg. ‘Daar ben ik zo blij om,’ had ze daarover gezegd. Ze hoopte haar geliefden weer terug te zien als ze dood zou zijn. Voordat je sterft wordt het vaak helder wat nou echt belangrijk is in het leven. Ook weten mensen op dat moment goed wat ze anders hadden willen doen in het leven. Maar dan is het te laat. Misschien dat ik daarom graag deze verhalen graag schrijf. Het leven is nu.’’

Je schrijft veel over historie, denk je dat er ooit een wereld zonder oorlog zal zijn?

‘’Ik hoop het van harte, maar ik denk het niet. Niet zo lang er dictators zijn en mensen die voor hun eigen gewin kiezen. Niet zo lang er zoveel ongelijkheid is. Als we allemaal empathische en stabiele wereldleiders krijgen, komt het een beetje meer in de goede richting denk ik.

Haat kan in je DNA gaan zitten. Als jij bijvoorbeeld je leven lang hoort dat een bepaald land de reden is waarom jij arm bent. Dat is voeding voor boosheid en rancune. Als je daar afstand van neemt en leert op school hoe de dingen echt gegaan zijn, los van propaganda, dan denk ik echt dat onderwijs the only way out is.

Het is belangrijk dat mensen kennis hebben van de geschiedenis



Op sociale media zie je hoe snel mensen te manipuleren zijn. Het is belangrijk dat mensen zelf leren na te denken. Hun eigen normen en waarden leren en dat ze goed kennis hebben van de geschiedenis. Ik geloof dat goed onderwijs, de enige manier is om meer gelijkheid te creëren.

Ik wil heel graag op middelbare scholen lezingen geven. De hoofdpersonen in mijn boeken hebben vaak de leeftijd van middelbare scholieren. Fictie dient een doel. Een verhaal kan zo dichtbij komen, dat het lijkt alsof je erbij bent geweest. De pijn en angst blijven je bij. Ik hoop gewoon dat verhalen zoals die van Mary, over onze geschiedenis, en hoe we met elkaar omgaan, dat die niet vergeten worden. Vrouwen uit de geschiedenis die heel veel moed hebben getoond. Die verhalen zijn zo belangrijk om door te geven aan jongeren.’’

*Blanda: iemand uit Holland

Terug naar Insulinde, Elle van Rijn, Hollands Diep, 336 blz, €22,99

Fotocredits: Yvette Kulkens

Geschreven door

Judit van Dijk-Besters

--:--