Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Fenneke (45) werkt als verpleegkundige in de thuiszorg

‘Als ik vertrek, zit de cliënt er weer fris bij. Dan voel ik me nuttig!’

Mensen helpen. Dat is wat verpleegkundige Fenneke de Jonge (45) het mooiste vindt aan haar werk in de thuiszorg. “Door elke voordeur stap je een andere wereld binnen. Dat maakt het boeiend.” Lachend: “Je maakt echt van alles mee!”. Zoals die keer dat ze een konijnenpoot in haar vestzak voelde.

Deel:

Mensen douchen, steunkousen helpen aantrekken, injecties geven en wonden verzorgen. Al bijna twintig jaar werkt Fenneke als verpleegkundige bij Curadomi Thuiszorg in de regio Goes. “Ik vind het heel mooi om iets voor mensen te betekenen. Soms zijn het voor mijn gevoel maar kleine dingen. Als ik naar mensen luister, zijn ze vaak al blij”, vertelt ze. “Als ik ’s ochtends kom, zit iemand vaak nog in pyjama. Als ik weer vertrek, zit diegene er weer fris bij en kan zo aan de dag beginnen. Dan voel ik me nuttig. Onlangs had ik een cliënt die naar de kerk wilde, maar de naad van haar ‘kerkrok’ hing los. Ze wist niet hoe ze het moest oplossen. Ik zette hem vast met naald en draad. Ze had het daar nog vaak over, ze vond het zo fijn! Voor mij was het maar een paar seconden werk. Ik bid ’s ochtends vaak of God me wil laten zien wat ik moet doen of zeggen. Zo hoop ik wat uit te kunnen stralen van m’n christenzijn.”

‘Wij gaan naar de mensen thuis en stappen steeds weer een andere wereld binnen’

Mopperen

Het mooie aan thuiszorg vindt Fenneke dat je bij de mensen thuis komt. “In een instelling komen mensen naar jou en moeten ze zich aanpassen, maar wij gaan naar hen thuis en stappen zo steeds weer een andere wereld binnen. Dat maakt het werk afwisselend. Je moet goed kunnen schakelen. Sommige mensen zijn heel netjes en alles is opgeruimd. Bij anderen is het een rommel. Een enkele keer durf ik amper te gaan zitten. Het is boeiend om die verschillen te zien”, vindt Fenneke. “Ook qua karakter zie je verschillen. De een is heel blij en dankbaar. Zo heb ik een cliënt die ’s ochtends vaak zegt: ‘Wat ben ik blij dat ik je weer zie!’. Maar er zitten soms ook mopperaars tussen. Zoals een man die erg stug was. Zijn vrouw was overleden en hij kon bijna niets meer. Hij zat hele dagen alleen in huis. Ik kan me voorstellen dat je gaat mopperen als je hele dagen alleen zit met negatieve gevoelens. Als er dan iemand komt, kun je je even ontladen. Ik probeer altijd te bedenken dat mensen niet tegen mij persoonlijk mopperen, maar vanuit eenzaamheid of frustratie. Als ik wegging, mompelde hij vaak toch nog even een dankjewel”, glimlacht ze.

Sneeuwklokjes

Veel oudere mensen willen graag zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Fenneke vindt het fijn om door haar werk hieraan een bijdrage te leveren. “Verder zijn er mensen die graag thuis willen sterven. Ook daaraan kunnen we een bijdrage leveren. Wij kunnen een aantal keer per dag zorg geven of beschikbaar zijn op afroep”, legt ze uit. “Toen ik nog maar net bij Curadomi werkte, moest ik waken bij een vrouw die stervende was. Het was in een oud boerderijtje, nog met een houtgestookt fornuis waarop ik thee moest zetten. De vrouw was niet meer aanspreekbaar. Haar dochters sliepen boven en hoefden er niet bij te zijn als hun moeder overleed. Toen ze overleden was, moest ik hen roepen. Voor m’n gevoel had ik niet veel gedaan. Maar ze waren ontzettend dankbaar. Ze groeven een pol sneeuwklokjes uit de tuin en gaven me die mee.”

Ze herinnert zich een ander voorval. “Een dochter wilde haar vader – die zou gaan overlijden – helemaal zelf verzorgen. Eens per week had ik een gesprek met haar, waarin ze haar vragen stelde. Ik voelde me dan een beetje nutteloos, maar achteraf vertelde ze dat ze het heel erg fijn had gevonden om haar verhaal steeds bij me kwijt te kunnen en te overleggen. Dat vond ik zo mooi! Je hoeft soms niet eens zoveel te doen. Alleen luisteren kan al zo waardevol zijn.”

Medicijndispenser

Al is voor een luisterend oor tegenwoordig wel minder tijd, geeft Fenneke aan. “Je hebt minder tijd per cliënt dan vroeger. Ook zijn er veel vacatures die open blijven staan. We horen regelmatig vanuit het ziekenhuis dat het heel lastig is om thuiszorg te regelen voor mensen die naar huis mogen, maar nog zorg nodig hebben. Soms blijven ze daarom zelfs langer in het ziekenhuis”, zegt ze. “Het lukt bijna altijd om in de aangegeven tijd de cliënten te verzorgen, maar je hebt nadien geen tijd om nog eens uitgebreid te praten. Gelukkig kun je tussendoor wel een gesprek voeren. We zetten ook virtuele thuiszorg in. Zo is er een medicijnendispenser. Die geeft een signaal als mensen hun medicijn in moeten nemen. Als dit na een uur nog niet gebeurd is, krijgen we een melding en gaan we kijken. Wij hoeven dan minder vaak langs te gaan. Daarnaast heb je soms cliënten die om acht uur ’s ochtends hun medicijn moeten nemen en liefst pas om tien uur gewassen worden. Daar kunnen we op deze manier op inspelen.”

Grote buikwond

In het werk als verpleegkundige draag je best wat verantwoordelijkheid, merkt Fenneke. “Als er in het ziekenhuis iets acuuts gebeurt, heb je een team om je heen en een magazijn vol materialen. Maar bij iemand thuis moet je zelf beslissingen nemen en heb je weinig materialen bij de hand”, vertelt ze. “Een cliënt had na een buikoperatie in België een hele grote buikwond die speciale verzorging nodig had. Ze kreeg helemaal niets mee vanuit het ziekenhuis. Ik belde de huisarts om te vragen wat ik moest doen. Hij haalde me op, reed naar zijn praktijk en opende het magazijn. Ik mocht pakken wat ik dacht nodig te hebben.”

‘Als verpleegkundige in de thuiszorg moet je zelf beslissingen nemen’

Ook moet je soms creatief zijn. “Een mevrouw was gevallen en in haar woning was alles heel smal en klein. De tillift kon niet zo laag, dus ik moest een andere oplossing bedenken. Samen met een collega hielpen we haar voorzichtig op een laken en wilden haar zo het bed op tillen. Haar man was zenuwachtig en gaf continu aanwijzingen. Dat werkte enorm op onze lachspieren, maar we moesten serieus blijven. Toen het allemaal voorbij was, hebben we het onderweg naar huis uitgebruld van het lachen.” Grinnikend: “Je beleeft van alles. Zo zat ik op een vroege winterochtend weleens vast in de sneeuw met m’n auto. Gelukkig kwam er een vrouw naar buiten die me hielp om de wielen uit te scheppen.”

Konijnenpoot

Er schiet haar nog een herinnering in gedachten. “We hadden een cliënt waarvan de man een beetje bijzonder was. Op een dag was ik klaar en trok ik m’n vest aan dat daar aan de kapstok hing. Ik voelde iets raars in m’n zak maar besloot niets te laten merken. Dus ik vertrok gewoon. Bij m’n auto zag ik dat er een konijnenpoot in m’n zak zat! Ik denk dat hij een konijn geslacht had en dat hij me te pakken wilde nemen. Hij heeft er nooit meer iets over gezegd en ik ook niet. Ik vond het wel grappig dat hij me niet te pakken had. Hij hoopte vast dat ik zou gaan gillen.”

‘Ik zou niet meer terug willen naar het ziekenhuis’

Fenneke geniet overduidelijk van haar vak. “Veel jongeren die verpleegkunde studeren, willen in het ziekenhuis werken. Dat deed ik eerst ook, maar ik zou nu niet meer terug willen. Ik hoop dat veel studenten willen overwegen om ook stage te lopen in de thuiszorg, zodat ze weten wat het precies inhoudt. Bij de thuiszorg heb je veel meer contact met de cliënten en dat geeft toch de meeste voldoening.”

Geschreven door

Corina Schipaanboord

--:--