Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Oost-Europese werklozen vallen tussen wal en schip

De Poolse Roza (33) is inmiddels al ruim vijftien jaar in Nederland. Ze kwam hier ooit naartoe als arbeidsmigrant en stichtte een gezin. Haar relatie ging uit, waardoor ze geen vaste verblijfplaats meer had en ontslagen werd. Sindsdien zwerft ze op straat, logeert ze bij kennissen en prostitueert ze zichzelf in hotels. Haar aanvraag voor een verblijfsstatus bij het IND duurt al zo’n 3 jaar.

Deel:

Veel Oost-Europanen komen naar Nederland om te werken. Net als in voorgaande jaren vormen immigranten met een Poolse achtergrond de grootste groep. Per saldo vestigden zich volgens het CBS in het eerste kwartaal twee-en-half duizend Polen, tegen bijna tweeduizend vorig jaar. Een deel van deze Oost-Europese arbeidsmigranten werkt zwart, waardoor zij geen recht hebben op maatschappelijke ondersteuning. Hierdoor komen ze op straat terecht.

Mark Koolmees kent deze doelgroep als geen ander. Als veldwerker voor het Leger des Heils in Rotterdam biedt hij daklozen een luisterend oor en probeert hij hen verder te helpen. We gingen met Mark in gesprek over de vraag: hoe zorgen we ervoor dat Oost-Europese daklozen beter worden opgevangen? Hij roept op om met een goed en duidelijk plan te komen voor de groep die op straat komt.

Waar ligt het probleem bij deze arbeiders?

“Het is een groep die komt en die gaat. Ik merk dat ze vaak van tevoren geen doordacht plan hebben. Veel Oost-Europeanen willen eigenlijk in een korte tijd flink wat geld verdienen en vervolgens weer terug. Meestal staan ze niet geregistreerd en werken ze zwart. Om maatschappelijke ondersteuning te krijgen, zoals bed, bad en brood, moet je aan kunnen tonen dat je drie tot vijf jaar in Nederland hebt gewerkt. Dat is regelmatig niet het geval, waardoor ze op straat terecht komen.”

“Voordat ze naar Nederland komen, hebben ze bijvoorbeeld wel afspraken gemaakt met hun nieuwe werkgever. Maar op een gegeven moment houdt het werk gewoon op. Of het seizoenswerk is voorbij. Een collega van mij was laatst met de eerdergenoemde Roza bij de IND. Daar is de boodschap telkens: ‘Je bent hier als arbeidsmigrant naartoe gekomen, dus als je geen werk hebt, ga je maar weer terug.’ Zij is dus typisch een geval dat tussen wal en schip valt.”

“Ook hebben we in de coronatijd gezien dat bedrijven omvallen, waardoor er minder werk is. Hierdoor komen veel mensen op straat te staan. Zij zijn het eerst aan de beurt. Maar ik hoor regelmatig van de daklozen: ‘Op straat leven in Nederland is fijner dan in Polen. Ik ga liever hier op straat liggen, dan in Polen.’ Daarom blijven ze toch hier.”

Waarom vallen zij tussen wal en schip in Nederland?

“Als je grenzen openstelt voor immigranten, maar er is geen goed beleid voor hen, krijg je een grijs gebied. Deze mensen vallen tussen wal en schip. Daar moet naar gekeken worden op politiek niveau. Ik zie bijvoorbeeld dat mensen, die echt overlast geven, weggestuurd worden door gemeentes. Die willen dat ze weer teruggaan. Deze immigranten zijn hier te gast om te werken, maar worden bijvoorbeeld weer ontslagen. Ze doen op een gegeven moment ook een beroep op de maatschappelijke zorg. De vraag is dan: moeten we deze persoon die zorg nu geven? Het is een hele lastige kwestie, waar ik niet snel een goed antwoord op heb.” 

Wat zijn mogelijke oplossingen?

“Het heeft heel erg met beleid te maken. Je kan zeggen: ‘Zorg voor betere arbeidsomstandigheden, zorg dat mensen niet uitgebuit worden.’ Je kan ook zeggen: ‘Zodra ze hier komen, worden ze gelijk geregistreerd en als ze vervolgens geen werk vinden, moeten ze terug.’ Ik vind dat ze eigenlijk een contactpersoon zouden moeten krijgen van de overheid of het arbeidsbureau, waar ze met vragen terecht kunnen als ze even werkeloos worden of dakloos dreigen te raken.”

Tijdens corona werden vele Oost-Europese burgers opgevangen in de noodopvang, maar sinds kort leven ze weer op straat. Wat vind je hiervan?

“Het was natuurlijk een hele moeilijke zet om die mensen eruit te zetten, maar aan de andere kant: als je deze mensen allemaal opvangt als ze hier na een week werkloos zijn, dan wordt er gezegd: ‘Nou, hier in Nederland kan je gewoon lekker werken en als je geen geld hebt, kan je in de opvang slapen.’ Dat klinkt wel goed, maar je wilt het niet te aantrekkelijk maken voor de mensen om vervolgens allemaal hier naartoe te komen. Lastig hè?”

Hoe help jij deze mensen als veldwerker?

“Ik bezoek de Oost-Europeanen op straat, onder de brug, in het bos of in een kraakpand. Ook ben ik betrokken bij de soepbus. Deze gaat een aantal keer per week op pad om dak- en thuisloze mensen te voorzien van koffie, brood, soep, warme kleding en dekens. Dat is het eerste wat zij nodig hebben, dus een goede manier om in contact te komen. Zodra er wat meer vertrouwen is, en dat duurt soms even, dan verwijs ik hen meestal door naar stichting de Ontmoeting. Deze stichting is gespecialiseerd in EU-burgers. Hier wordt gekeken naar de verblijfsstatus van de persoon, of iemand rechten heeft, wat er nodig is en of iemand terug kan. Er wordt overlegd met verschillende organisaties en met de politie. Op die manier worden zij verder geholpen.”

Bekijk hier het verhaal van Mark

Aflevering 8

Bekijk hier het verhaal van Mark

Soep, Sores en Soelaas

--:--