Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Hanneke: ‘Ik was uitgeput, toch gaf ik zowat licht van geluk’

De kerk van Hanneke en haar gezin voelt als een grote familie. In goede en in slechte tijden.

Wat doen kerken als de wereld wordt geteisterd door rampen en oorlogen, de secularisatie hoogtij viert en de mensheid niet meer weet ze het zoeken moet? Ze schrijven een visie.

Deel:

De kerk waarin mijn man en ik werken en waarvan we met ons gezin onderdeel zijn in ieder geval wel. Sinds de gemeente een heel aantal jaar geleden op enthousiaste wijze was ‘herstart’, is er veel gebeurd en veranderd we waren toe aan een moment van stilstaan: wie zijn en mogen we zijn als kerk hier en nu?

Na veel dingen als herbronnen, brainstormen, input leveren en vooral veel vergaderen (zo gaat dat in een kerk), kwamen we tot de slotsom dat onze kerk behoorlijk veel wegheeft van een familie. En dat dat ook is wat we willen zijn: een kerk als familie.

Het betekent dat je weleens zucht om dat ene ‘rare’ familielid dat je niet ligt

Inderdaad geeft dat woord de sfeer in onze kerk aardig weer. Het betekent dat we veel van elkaar houden en manieren zoeken om er voor elkaar te zijn wanneer dat nodig is. Het betekent ook dat er weleens gedoe is, dat je zucht om dat ene ‘rare’ familielid dat je niet ligt. En dat je toch probeert diegene te waarderen, omdat je bij elkaar hoort. Dat je tijd met elkaar doorbrengt en een ander een schop onder z’n kont geeft waar nodig. En vooral: dat je dezelfde Vader hebt.

Familieweekend

Een van de leuke dingen die families soms doen, is het houden van familieweekenden. Het is dan ook een goede gewoonte om iedere twee jaar een weekend op stap te gaan als gemeente, naar een kampeerboerderij ergens in Nederland waar meer ruimte is dan bij ons in de Randstad. Door een niet nader te noemen pandemie was zo’n gemeenteweekend alweer vier jaar geleden, dus we stonden werkelijk waar te popelen toen we dit voorjaar weer konden gaan.

De onvolprezen weekendcommissie had de nieuwe kerkvisie goed in de oren geknoopt en iedere kamerdeur voorzien van briefjes als ‘oom Die en tante Die’ en ‘nichtje Zus en neefje Zo’, met de namen van degenen die op die kamer waren ingedeeld. Op ieder bed lag een briefje met een naam van een van de aanwezigen, aan wie je dat weekend een beetje extra aandacht moest geven. De bijbelstudies draaiden om het thema ‘kerk als familie’ en we deden dingen die families doen, zoals fietstochten maken, ochtendgymnastiek onder leiding van een ‘tante’ van 88 jaar jong, verdwalen in het bos, elkaar de schuld geven van het verkeerd lopen, Bingo spelen doorspekt met grappen die alleen insiders begrijpen en genieten van de (in dit verband gerust hemels te noemen) kookkunsten van een van de ‘tantes’.

Er werd gelachen en gehuild tijdens diepgaande gesprekken, de kinderen waren even van iedereen en over de afwas werd niet gezeurd.

Het was of de hemel dat weekend een beetje op aarde was geweest

In de auto terug naar huis voelde ik mij uitgeput. Ik slaap nooit zo best in een andere omgeving. Mijn lijf deed op de gekste plekken zeer van de spierpijn, vanwege de capriolen die ik die zaterdag samen met een heel zootje ‘neefjes en nichtjes’ in een klimbos had uitgehaald. Toch gaf ik zowat licht van geluk. Het was net of de hemel dat weekend een beetje op aarde was geweest. Mijn hart deed dansjes. In mijn hoofd zong het lied Opwekking 767 nog door, dat we het weekend een paar keer hadden gezongen. Wat is het heerlijk als je als familie goed met elkaar omgaat en de vrede bewaart! Ik realiseerde mij hoe onvanzelfsprekend dit is in veel families (en kerken, helaas).

Maar net als in het leven is er voor alles een tijd. Ook in onze kerkfamilie. Het gemeenteweekend was een tijd om te dansen, maar algauw kwam er een tijd om te rouwen.

Een aantal weken na het heerlijke gemeenteweekend werd een van de oudere ‘ooms’, die op het weekend nog volop meedeed, ziek. Heel ernstig ziek, dat wisten we al snel. Niet lang daarna overleed hij. Als kerkfamilie huilden we, want hij was een bijzondere ‘oom’ van wie we veel hadden gehouden en geleerd, en we missen hem. We haalden herinneringen op, keken elkaar aan en deelden ons verdriet. En tegelijk voelden we hoop. Dat komt doordat we ons realiseerden wat het mooiste geschenk is dat ons is gegeven: de zegen van God, een eindeloos leven.

Opwekking 767

Hoe mooi en hoe heerlijk
als wij als familie,
als broers en als zussen,
om elkaar geven
en open en eerlijk
met elkaar omgaan,
de vrede bewaren
en eensgezind leven.

En het mooiste geschenk
wordt ons gegeven:
de zegen van God,
een eindeloos leven.

Geschreven door

Hanneke Veurink

--:--