Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Rachelle is 'omwoner' bij een opvanghuis voor alleenstaande moeders

‘Ik wil mijn leven delen met mijn naaste’

Vier jaar geleden kwamen Rachelle Bottenbley (31) en haar man als omwoner wonen in een opvanghuis voor alleenstaande moeders.

Deel:

“Mijn man en ik woonden een paar jaar geleden in Amsterdam-Oost, vlak boven de Dappermarkt. Een enorme multiculturele wijk, toch hadden we totaal geen contact met mensen die anders zijn dan wij. We merkten dat we behoefte hadden om op te trekken met mensen met een andere culturele en sociale achtergrond. Niet als buddy – een keer per week met iemand een kop koffie gaan drinken – maar echt als onderdeel van ons leven.”

Noodopvang voor moeders

“Ik kende de jeugdhulporganisatie Timon al en toen we hoorden dat er een nieuw huis in Amsterdam werd geopend, hebben we ons aangemeld. Het leek ons leuk om met een groep mensen te wonen. 

Ons huis is een noodopvang voor moeders met kinderen. Er zijn in totaal dertien kamers. Tien voor de moeders en kinderen, de rest voor de omwoners. Moeders die even geen plek hebben om te wonen, kunnen in dit huis terecht. Dat zijn allerlei soorten moeders. Jong en oud en met allerlei achtergronden. Het enige dat ze gemeen hebben, is dat ze geen sociaal netwerk hebben om op terug te vallen. In Amsterdam sta je snel op straat, bijvoorbeeld na een scheiding. De wachtlijsten voor een huurhuis zijn enorm. Als je geen sociaal netwerk hebt, dan sta je zomaar op straat met je kind.”

'Alles in de contacten is vrijwillig, niets moet'

Omwoners voor de sociale contacten

“Overdag zijn er begeleiders in het huis aanwezig die de dossierkennisvan de moeders hebben. Wij en de andere omwoners wonen er om het ‘instellingsgevoel’ te verminderen. We zijn er voor de sociale contacten. Zo eten we eens per week gezamenlijk, vieren verjaardagen en Sinterklaas met elkaar en delen we de gemeenschappelijke ruimte en de tuin. Alles in de contacten is vrijwillig, niets moet.”

“Twee jaar geleden was ik hoogzwanger van mijn zoon, toen er een Ghanese moeder bij ons kwam wonen. Zij was op dezelfde dag uitgerekend, maar waar ik druk bezig was met de babykamer en -uitzet, kwam zij aan met niet meer dan twee koffers. Dat vond ik confronterend. Ik heb deze moeder onder mijn hoede genomen en ben bij haar bevalling geweest. Maar daarna leerde zij mij hoe ik met een pasgeboren baby om moest gaan. Het was erg leuk om met haar op te trekken en onze zo totaal verschillende kinderen de eerste anderhalf jaar van hun leven samen te zien opgroeien. ”

Rolmodel

“Mijn man Gerko is de enige man in huis. Van tevoren hadden wij gedacht dat Gerko een voorbeeldfunctie zou vervullen. Maar wij zijn zo anders dan de meeste moeders hier, ons leven staat zo ver af van dat van hun, dat ze Gerko helemaal niet als normale man zien. De moeders zijn voor elkaar het rolmodel. Als een oudere moeder het goed doet met haar kind, trekt een jong meisje zich daaraan op. Wij zijn een illusie armer, maar vinden het vooral een grappige gewaarwording.”

'Ik wil een gastvrij huis zijn'

“Deze manier van leven is voor mij een duidelijke uiting van hoe ik mijn geloof handen en voeten wil geven. Ik wil een gastvrij huis voor anderen zijn. Mijn leven delen met mijn naaste. Ik probeer niet krampachtig alle moeders te bekeren of gesprekken over het geloof aan te gaan, maar ik bid wel regelmatig voor de vrouwen. Soms nemen we een van de vrouwen of kinderen mee naar de kerk. De meeste vrouwen komen uit andere culturen, waar geloof veel gebruikelijker is. Van hen leer ik weer dat het helemaal niet ‘gek’ is om te geloven, wat in ons eigen milieu vaak wel zo gezien wordt. Ik heb van de vrouwen in dit huis geleerd om makkelijker over mijn geloof te praten of om te zeggen dat je voor iemand bidt. We leren hier in huis allemaal van elkaar.”

Berghok als babykamer

“We willen hier graag blijven wonen. Dat geeft inmiddels wat praktische problemen, omdat ik een tweede kindje verwacht. We wonen op vijfenvijftig vierkante meter. Voor onze zoon is destijds een extra wandje geplaatst, maar er is geen ruimte voor nog een kind. Naast ons appartementje zit een berghok, daar hebben wij ons oog op laten vallen als babykamer. We zijn met de gemeente in conclaaf over het plaatsen van een raam en een deur.”

“Ik geniet enorm van het leven als omwoner in dit huis. We krijgen er zoveel voor terug! We hebben enorme lol met de moeders hier, krijgen regelmatig lekker eten, hebben een mooie tuin waar onze zoon kan spelen en er is altijd wel iemand bij wie we de babyfoon kunnen stallen. Ook kom ik op plekken waar ik anders niet zo snel terecht was gekomen. Bijvoorbeeld in Marokko, om met een moeder haar zoon aan de familie te tonen en ter ere van zijn geboorte een schaap te slachten. Door een Hindoestaanse vrouw werden we uitgenodigd voor haar verjaardag in de tempel, compleet met ceremonie en klederdracht. En vorig schooljaar mocht ik bij de groep-8-musical van een van de kinderen zijn. Dat vind ik een fantastisch voorrecht!”

Lees ook het verhaal van Hayat, die samen met haar zoontje thuisloos was.

Rachelle en Gerko zijn omwoner voor de jeugdhulporganisatie Timon. Meer informatie vind je op hun site.

Geschreven door

Annemarie Kok-van Twillert

--:--