Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Op je 'ouwe dag' samenwonen met je vriendinnen

Jolanda, Hetty, Ageeth, Lida en Reinie gingen ervoor

Vijf vriendinnen uit Veenendaal begonnen zeven jaar geleden aan een groot avontuur. Ze hadden namelijk een droom. Wat begon als een regelmatig terugkerende grap, namelijk dat ze op hun ouwe dag bij elkaar in één groot huis zouden gaan wonen, werd vorig jaar realiteit.

Deel:

De vijf vriendinnen wonen sinds juni met hun partners bij elkaar. Niet in één groot huis, maar ieder in een eigen huis. Bij het woonproject werden nog vier mensen betrokken en nu staan er negen huizen in een U-vorm rondom een prachtige binnentuin vlak bij het stadscentrum van Veenendaal.

Gebedskring wordt vriendengroep

Het verwezenlijken van dit alles ging zeker niet zonder slag of stoot. De vijf stellen vonden veel weerstand bij de gemeente Veenendaal en er moesten talloze gesprekken worden gevoerd in die zeven jaar. Ook was het een hele onderneming om de juiste vier erbij te krijgen, zodat de woongroep één geheel zou worden. Door dit alles heeft de vriendschap best een klap gekregen, vertellen de Veenendaalse dames eerlijk. Maar die vriendschap was ertegen bestand en nu mag iedereen na een intensieve periode op adem komen, constateren Jolanda (60), Hetty (63) en Ageeth (58) die aan een grote tafel in de sfeervolle gemeenschappelijke ruimte zitten. De andere vriendinnen Lida (60) en Reinie (63) moesten werken. Rechts van de tafel is een grote zithoek met banken en stoelen. Alles is ruim opgezet. Er is zelfs een barretje in aanbouw.

Onze plannen waren altijd in een grappende sfeer

Qua innerlijk en uiterlijk zijn de vrouwen totaal verschillend. Er is echter een ding dat hen heeft samengebracht: gebed. Hetty legt uit: “Zo’n 25, 30 jaar geleden organiseerde ik een bijeenkomst waar iemand iets kwam vertellen over Israël. Ik nodigde een aantal vriendinnen uit en de avond was dermate leuk dat we tegen elkaar zeiden: ‘Kunnen we hier niet iets mee doen?’ Van daaruit is een gebedskring ontstaan en na een aantal jaren gingen we ook één keer per jaar een weekend weg, met de mannen erbij.”

Waarom wilden jullie met elkaar wonen?

Hetty: “In 2014 veranderde de zorg heel erg en dat zette mij aan het denken. Als kring zeiden we weleens gekscherend: ‘Als we ouder worden, zullen we dan bij elkaar gaan wonen in een groot huis? En dat noemen we dan ‘Zerkzicht’. Einde verhaal.’ Maar dat was nooit serieus, het was altijd in de grappende sfeer.”

Ageeth: “En toch was de ondertoon ergens wel serieus.”  

Jolanda: “We hadden het heel goed met elkaar – dat hebben we nog hoor – maar in de tijd dat de kinderen nog allemaal klein waren, hadden we veel verbinding met elkaar. Eén keer in de drie weken kwamen we als gebedskring bij elkaar en dat zorgde voor een diepe vriendschap.”

Ageeth: “Op den duur was de gebedsgroep niet meer alleen voor Israël, maar deelden we ons hart met elkaar. De klik tussen de mannen was ook heel positief. Het was gewoon een hele bijzondere band onderling. We hebben heel veel gedeeld met elkaar vanaf de beginjaren 90. Dus dachten we: hoe gaaf zou het zijn als dit zou lukken!”

Jolanda: “Het doel van dit woonproject was ook dat we zo lang mogelijk thuis konden blijven wonen met onze partner. En als er dan iemand wegvalt op den duur, dan heb je je vrienden om je heen. Dan hoef je niet met je rollator of je rolstoel met de regiotaxi ergens naar toe te rijden als je niet meer kan. Dan heb je hier een ruimte waar je samen kunt komen. Je hoeft alleen maar even het binnentuintje in te lopen.”

Was de zorg van jullie kinderen op je ‘ouwe dag’ nog een mogelijkheid?

Ageeth: “Er wordt in deze tijd al zoveel van hen gevraagd. Twee banen, een eigen gezin. Wil je dan ook nog jouw zorg bij hen neerleggen? Dat was voor ons geen optie.”

Jolanda: “Je wilt niet afhankelijk zijn van de zorg van je kinderen. Wat niet nodig is, is niet nodig. We kunnen met elkaar veel oplossen.”

Hetty: “Als het zover is, kopen we de zorg in want we gaan elkaar niet wassen enzo.”

Jolanda: “Nou misschien wil ik jou best wassen hoor! Maar nee, in principe mag iedereen dat natuurlijk zelf bepalen.”

Wordt het dan niet over tien, vijftien jaar ‘de lamme helpt de blinde’?

“Ja, wellicht,” zeggen ze alle drie tegelijk.

Jolanda: “Ik denk dat het zich wel ontwikkelt. Een vereiste van de meesten van ons was dat het centrum dichtbij moest zijn, zodat je naar een winkel kan lopen. En een gemeenschappelijke ruimte, daar viel of stond het project wel mee.”

Hoe is het proces geweest?

Jolanda: “Ik heb in de jaren weleens gedacht: ik stap eruit. Maar tegelijkertijd voelde ik ook, we moeten dit kunnen. We hadden allemaal een drive, dus dan ga je mee in die flow. We hebben heel lastige gesprekken moeten voeren met de gemeente, heel lastige. Daar hebben we echt onder geleden. Maar we moesten het met elkaar redden en dat botste. Dat vond ik heel lastig. Je bent met elkaar gewend om het over het leven te hebben en niet over zaken.”

Ageeth: “En dat konden we vaak niet verenigen.”

Waar ik het meest van geschrokken ben in dit proces is dat je een hele lelijke kant van jezelf tegenkomt

Hetty: “Zeventig procent van dit soort projecten mislukt ook hè. Dus het is echt een wonder dat we hier met z’n allen zitten. Heel veel initiatieven klappen na enige tijd.”

Waar liepen jullie nog meer tegenaan?

Ageeth: “Waar ik het meest van geschrokken ben in dit proces is dat je een hele lelijke kant van jezelf tegenkomt; eigen belang. Je betrapt jezelf op gedachtes als: ‘Ik wil dat plekje. Hoe groot is het? Is het op het zuiden of noorden?’ Daardoor was er al vrij snel wrijving. Het is heel vervelend dat je daar een beetje pissig om wordt bij een ander, maar dat je dat ook bij jezelf merkt. Er kwam hierdoor een hele andere dimensie bij de vriendschap: iets van ieder voor zich en dat is heel naar. Dat je op een gegeven moment jezelf hoort brullen: ‘Als dat niet gebeurt, dan stappen we eruit!’ Dat soort uitspraken. Heel hard en liefdeloos. Maar dat gebeurt dus.”

Hetty: “Je bent natuurlijk je eigen projectontwikkelaar terwijl we dat niet zijn. In principe ben je een groep leken die zo’n complex project zelf gaat ontwikkelen. Nou ga er maar aan staan. Je hebt het eigen belang, het gemeenschappelijke belang, eigen wensen en persoonlijkheden, en dat schuurt en botst.Dat vond ik lastig. Niemand uitgezonderd komt zijn eigen valkuilen in zo’n proces tegen. Ik ben ze zeker tegengekomen.”

Ons groepje voelde toen eigenlijk niet meer veilig

Jolanda: “Je valt jezelf enorm tegen in de dingen die je eigenlijk wel weet. En weet je, als je even wilt zeiken over je man – want dat doen vrouwen gewoon graag, dat is een feit – dan ga je naar je vriendinnen en dan ga je dat lekker uitvergroten, maar nu was dat veilige clubje eigenlijk niet meer zo veilig. Dat heb ik met name bij mezelf gevoeld en dat vond ik een heel verdrietig proces.”

Welke rol speelde God in dit proces?

Ageeth: “Ik denk dat we er persoonlijk allemaal ook echt voor hebben gebeden dat God het zou zegenen. We begonnen met die intentie, om het project op te dragen aan God. Dat hebben we wel heel bewust gedaan, maar je moet er ook voor blijven kiezen om heel bewust God erbij te betrekken.”

Hetty: “Ik wist dat als het niet Gods bedoeling was dat het niet zou gaan lukken en als het wel zo was dan zou het wel lukken.”

Jolanda: “Er was een periode waarin ik me afvroeg of ik hier nog wel voor moest bidden, want ik wist niet of het wijs was en of ik het nog wel wilde. Dan dacht ik: waar ben ik in vredesnaam mee bezig? Is dit wel naar Gods wil? Maar ik heb persoonlijk niet veel familie en dan dacht ik weer: ja, maar als ik dan oud word, heb ik wel mijn geestelijke zussen om me heen. Dat gooi je niet zomaar weg.”

En nu verder?

Hetty: “Ik ben heel dankbaar dat het gelukt is, maar er moet nog wel iets in mij gebeuren, daarin wil ik zo eerlijk mogelijk zijn. Het stof moet nog neerdalen. Ik zit nog met vragen, met open eindjes. Tegelijkertijd heb ik er ook vertrouwen in. Dat is echt zo. We hebben het goed gedaan ondanks de wrijving, maar zonder wrijving geen glans hè. En we zijn ontzettend dankbaar dat we hier nu zitten.”

Jolanda: “We zitten hier ook nog maar net een half jaar, maar wat Hetty zegt, herken ik wel. Het is niet zoals het was en dat voel ik. Je bent weer een beetje aan het herschikken in de vriendschap en dat is best een ingewikkeld proces. Maar, ik ervaar ook echt wel dankbaarheid. Het blijft bijzonder dat we op deze manier hier met elkaar mogen wonen.”

Ageeth: “Ja, ons gebed is echt verhoord, zo voel ik dat. Ik denk dat alles tijd nodig heeft om weer in een rustiger vaarwater te kunnen komen. En wellicht zijn er nog dingen onuitgesproken die we op den duur tegen elkaar moeten gaan zeggen, maar ik voel die glans ergens wel, puur en alleen om wat we in de afgelopen jaren hebben opgebouwd. Moet je zien wat een sterke basis we hebben! Het is nu alleen nog even bijkomen van de afgelopen zeven jaar. Maar ik weet dat die glans er is.”

Lees ook: Wonen in leefgemeenschap de Wittenberg: ‘Ik weet niet of ik een andere vorm vind waar ik me zo thuisvoel’

Tekst en interview: Jeannette Coppoolse

Geschreven door

Jeannette Coppoolse

--:--