Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Iedereen kan leider worden – maar waarom zou dat moeten?

Jeannette komt steeds vaker lichtelijk militante Iedereen-kan-een-leider-worden-cursussen tegen. Maar wat als je helemaal niet op de voorgrond wilt staan?

Deel:

Zomaar uit het niets was hij daar opeens weer bij de start van mijn nieuwe freelance opdracht. Mijn hoogstpersoonlijke Goliath; leidinggeven aan een groot en mondig internationaal team. Mijn angst was levensgroot en bijna tastbaar. Het ergste deel van de beproeving was zo kleinzielig en tegelijkertijd zo ongrijpbaar groot: als enigszins mensenschuwe digibeet een videoconferentie leiden met opdrachtgevers in de VS, Groot-Brittannië en Griekenland.

Als verkapte introvert zie ik altijd flink tegen dat soort grapjes op. Leidinggeven aan een grote groep onbekenden, die ook nog eens dol is op wollig taalgebruik en op kwantiteit in plaats van kwaliteit. Doorgaans overleef ik dit soort situaties door mezelf voor te houden dat leiderschap in essentie neerkomt op kenmerken als ‘zelf het goede voorbeeld geven’ en ‘leiden vanuit de achterhoede’.

Generaal in Gods leger

Het valt me echter regelmatig op dat dit in christelijke kringen doorgaans niet de boodschap is die je meekrijgt over leiderschap. Het lijkt wel – ondanks al de goede bedoelingen – steeds onveiliger te worden om je als worstelend leider in deze kringen te begeven.

Want iedereen moet leider worden of - nog beter – al zijn. Er is een ruim aanbod van coachingstrajecten en cursussen die adverteren met militante slogans. Er wordt aangestuurd op het innemen van posities als generaal, koning, kapitein. Laatst kwam ik een advertentie tegen voor een cursus waarin geloofsgroei beloofd werd waardoor je je positie kon innemen als ‘generaal in Gods leger’. De dictatoriale trekjes die generaals doorgaans niet vreemd zijn even terzijde.

Spectaculaire nachtwereld

Maar wat doe je als je met de beste wil van de wereld niet op de voorgrond wil staan? Maakt dat je minder, matiger, een typisch gevalletje van jammer? Ik vroeg me regelmatig af wat er nog voor me in het verschiet lag omdat actief leiderschap van nature niet in mijn pakket van belangrijkste kwaliteiten bleek te liggen. Ik dacht voorheen dat het snel ophield. Tot me iets opviel in de schepping: God een schiep een spectaculaire nachtwereld. Er zijn prachtige bloemen, bomen en planten die alleen in het donker bloeien. Nachtvlinders komen erop af, en ontelbaar veel andere insecten.

Een nachtbloeier doet het niet zo lekker in vol zonlicht en in de schijnwerpers. Hij is niet gemaakt voor het felle licht. Omdat het donker is, kan hij nauwelijks andere nachtbloemen ontwaren. Maar ze zijn er wel, reken maar. Als nachtbloem zie je weinig van het licht en ook geen steek in het donker. Ze zullen dus niet veel van elkaar zien, maar maken deel uit van een complex systeem dat cruciaal is voor de processen die in het daglicht plaatsvinden. C.S. Lewis schreef ooit: ‘Als we zien op Jezus moeten we een belangrijke rol zonder trots en een bescheiden rol zonder schaamte vervullen.’ 

Uiteindelijk valt de videoconferentie enorm mee. De Amerikaanse afdeling komt net uit bed en zit achter een dampende kop koffie collectief leeg in de webcam te staren. De Britse ploeg is vooral heel druk met andere dingen op de computer en de Griekse club heeft last van een slechte wifi-verbinding.

Na de conferentie zet ik opgelucht mijn computer uit en kijk ik naar buiten. Het is inmiddels donker geworden. In gedachten zie ik de nachtbloemen die hun bladeren beginnen te ontvouwen. Stug en nederig doorgaan, dat ga ik doen.

Foto boven: de Middelste Teunisbloem gemaakt door Teun Spaans via Wikipedia 

Geschreven door

Jeannette Helms

--:--