Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Poep en kots: buikgriep-uitbraak in huize Smelt

Blog van Elbert Smelt

Een rampnacht. Voor de vijfde keer op rij sta ik een bed vol kots te verschonen, terwijl Linda het ene na het andere kind onder de douche zet. Dan nog die bibberende lijfjes in een schone pyjama hijsen en hup, gapend weer naar bed. Buikgriep-uitbraak in huize Smelt.

Deel:

Ik kan vrij goed tegen vieze dingen gelukkig. (Dat is mooi handig bij het maken van Topdoks op Zapp.) Maar onderbroken nachten als je al chronisch te weinig slaapt, worden me soms echt te veel. Om er toch mee uit de voeten te kunnen, zeg ik dat het me loutert. Tot ik helemaal ‘mens’ ben uit één stuk. Zo van: ‘O, voel je je een hele meneer vandaag? Hoppa: hier is een poepbroek. Houdt je nederig.’

De volgende dag, om half acht, zit er een rijtje bleke snoetjes aan de ontbijttafel. Ze hoeven allemaal niks terwijl normaal de boterhammen en havermoutpap niet aan te slepen zijn. Zelf moet ik ook net iets te vaak en te intens naar de wc, zeg maar. En helemaal lekker voel ik me niet.

Bij de oudste kan er al een klein lachje van af als ik zeg: “Ik kom mooi bij jou wonen als ik later oud en ziek ben, hoor! Kun je míj uit de stront vissen...”

Wees eerlijk: we zijn straks met veel te veel zwak-ziek-en-misselijken en met te weinig mensen die willen zorgen. Dus dat zorgen voor elkaar kunnen we maar beter een beetje vroeg leren, want vroeg of laat moeten we er allemaal aan geloven.

Ik kreeg als 16-jarige een weekendbijbaan in het lokale bejaardenhuis. Afwassen in de keuken, door de gangen met een broodkar, broodjes smeren en pap rondbrengen langs de deuren.

Ik moest er nogal inkomen, maar Koos, een pittige oude tante, deed het me met liefde voor. Korstjes eraf voor de mensen met gevoelige, tandeloze kaken. Ruzies oplossen aan de koffietafel. Babbelen over de nieuwste royalty-roddels. En: poep of kots ruimen als ik dat aantrof. En echt, daar heb je later veel aan. Bijvoorbeeld als al je kids buikgriep hebben. En wie weet nog eens wat vaker. Je wordt er alleen maar meer mens van. Zowel degene die verzorgd wordt als de verzorger.

Geschreven door

Elbert Smelt, gastauteur

--:--