Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Hoe flauwekul naar waarheid leidt

Over vreemdelingen in het kerstverhaal, dit keer de wijzen

Deel:

Het begon allemaal met de engelen, vorige week kwamen de herders aan de beurt, en ditmaal kijken we naar de wijzen. Want wie waren dat eigenlijk? Deel 3 van een kwartet essays over de vreemdelingen in het kerstverhaal.

We weten weinig over hen. Zelfs niet met hoeveel ze kwamen. In populaire versies gaat het over drie, maar dat komt waarschijnlijk door het gegeven dat ze drie verschillende kraamcadeaus gaven: goud, wierook en mirre. Maar ja, twee mensen kunnen ook drie cadeautjes meenemen. En tien ook.

En daarbij: het waren rijke mannen, die bovendien door gevaarlijke gebieden moesten reizen, dus er zullen ook wel een paar slaven en slavinnen zijn meegereisd. En waar ze vandaan kwamen? Er staat “het Oosten”, maar dat is zo ongeveer heel het Midden-Oosten en Azië. Onderzoekers komen met opties als Jemen, Irak, India, China… Je had toen al veel internationale handelsroutes, zoals de Zijderoute, dus ze kunnen van erg ver zijn gekomen en zullen maanden onderweg zijn geweest.

Advent03_wijzen_EOVisie_25nov

Sterrenwichelaars

Wat we wél weten, is dat we ze in hedendaagse termen sterrenkundigen kunnen noemen. Nou ja, wij zouden eerder sterrenwichelaars of astrologen zeggen, want ze geloofden in sterrenbeelden en dat soort flauwekul. Ze namen die uiterst serieus en de methodes die ze daarbij volgden, hebben veel overeenkomsten met hoe moderne wetenschappers werken. Ze noteerden bijvoorbeeld nauwkeurig in eindeloze lijsten – een soort Excelsheets – wat er in de nachthemel gebeurde. Je zou kunnen zeggen dat dit soort ‘wijzen’ de vroegste vormen van wetenschap bedreven. Maar wat zagen ze precies?

Zwart gat

Heino Falcke is een van de bekendste hedendaagse astronomen; hij werd wereldberoemd door de foto van een zwart gat die zijn team had gemaakt. Minder bekend: Falcke is christen en heeft een fascinerende theorie over welke ‘ster’ de wijzen zagen. Dat zou een eenmalig, uniek wonder kunnen zijn geweest, maar stel je voor dat we het kunnen terugrekenen?

Er zijn namelijk computermodellen die tot op de minuut simuleren hoe duizenden jaren geleden de sterren en planeten (die werden gezien als sterren) stonden. En misschien vinden we daar wel iets bijzonders rond de tijd van Jezus’ geboorte…

Daarvoor moet je je een beetje inleven in hoe de mensen toen de nachthemel ervoeren. Hun bestaan hier op aarde was erg onvoorspelbaar, maar hoog boven hen in de donkerte gleden talloze lichtjes in complexe, maar regelmatige patronen. Elke meer ontwikkelde cultuur fascineerde dat uitermate. Kon je misschien via die sterren een beetje grip krijgen op de chaos hier beneden?

‘Godenzoon geboren in Israël’

In diverse talen zijn uitvoerige schema’s gevonden, tot meer dan drieduizend jaar oud – toen er nog maar net geschreven werd – die nauwkeurig voorspellen hoe laat planeten opkomen, wanneer kometen terugkeren, enzovoorts.

Kon je via die sterren grip krijgen op de chaos?

Als we de huidige computermodellen inzetten, gebeurt er iets heel bijzonders in mei, oktober en december van 7 voor Christus: de planeten Saturnus en Jupiter schoven toen telkens voor elkaar langs. Dat ziet eruit alsof ze versmelten en weer loskomen.

Nu is Saturnus de vader-god en Jupiter de zoon-god; dus in de mythologie van die tijd betekent dit dat er een godenzoon ter wereld komt. Bovendien gebeurde dit alle drie de keren binnen het sterrenbeeld Vissen, dat symbolisch voor Israël staat. Oftewel, in astrologentaal: “Er is een godenzoon geboren in Israël.”

Komeet

In februari 6 voor Christus gebeurde ditzelfde nogmaals, met bovendien de planeet Mars erbij, de oorlogsgod, en weer in Vissen. Zeer opmerkelijk, want zo’n soort combinatie van verschijnselen komt eens in de vele duizenden jaren voor. Gingen de wijzen toen al op pad? De reis was ver en gevaarlijk en kostte veel geld. Bovendien bleef het een tijdje stil aan de hemel. Totdat er opeens een komeet verscheen. Chinese geschriften uit die tijd vermelden die van 9 maart tot 6 april van het jaar 5 voor Christus – zeventig dagen lang. Voor zoiets zeldzaams zouden deze astrologen wel op pad gaan. Begin juni naderden ze Israël en daar, vanuit Jeruzalem bekeken, was de komeet zo gedraaid, dat deze in de ochtend precies boven Betlehem hing.

Occultismebeurs

Deze sterrenwichelaars zouden dan dus vanuit onjuiste ideeën – sterrenbeelden hebben geen enkele invloed op je leven – toch correcte conclusies hebben getrokken. Dat suggereert het Bijbelverhaal in elk geval wel. Je merkt het al in het Griekse woord voor die wijzen: magoi, magiërs. Dat roept toch het beeld op van helderzienden met glazen bollen en dergelijke. En terecht. Want we kunnen ze dan wel vergelijken met moderne wetenschappers, hun geloofsovertuiging zouden we tegenwoordig occult of heidens noemen.

God is overal allang

Om dus te voelen hoe dwars en spannend het Bijbelverhaal is, kun je je voorstellen dat er tegenwoordig een paar populaire figuren van de occultismebeurs in hun auto stappen, met hun mystieke gewaden nog aan en hun dikke mascara nog op, en op de kraamvisite verschijnen van een domineeskind op de Veluwe. En dat ze dan tienduizend euro aan cadeaus geven van geld dat ze net verdiend hebben op de beurs. En ook dat verder bijna niemand uit de gemeente van die dominee komt. Best ongemakkelijk allemaal…

Dat goud, die wierook en die mirre hadden die magiërs verdiend met, zacht gezegd, flauwekul. En hun geloof in de sterren was dat ook. Maar op de een of andere manier leidde juist dat hen naar Betlehem: flauwekul zet hen op het spoor van waarheid.

Geen ‘zuivere’ natie

In de Joodse Bijbel zie je het keer op keer: een niet-Jood blijkt wijzer dan een Jood en helpt deze, redt deze zelfs. Melchisedek, Jetro, Uria, Naäman, Rachab, Jaël, Obed-Edom, de koning van Nineve, Noach, Job, Eliëzer (Lazarus), Ruth, Bitja, Tamar, Sippora. Dat zijn de eerste namen die ik zo kan bedenken. Het valt me trouwens op hoeveel dames in het rijtje staan. Israël was blijkbaar allerminst een afgesloten geheel, een soort ‘zuivere’ natie vol vrome lieden, maar eerder een kruispunt van volkeren en religies, een mengelmoes van overtuigingen en rituelen, die elkaar wederzijds beïnvloedden en verder hielpen.

Lees: Een stel vuilnismannen op audiëntie
Lees: Een stel vuilnismannen op audiëntie

Jezus zet deze lijn door. De Kanaänitische vrouw die “meer geloof” heeft dan Zijn eigen geloofsgenoten. Net als de Romeinse officier en de barmhartige Samaritaan die vromer blijken dan de religieuze leiders. Drie mensen van een andere religie. Samaritanen waren dan nog vergelijkbaar met moslims in onze cultuur, ze geloofden ook in een enkele God die sterk leek op de joodse God. Maar zo’n Romeinse officier, dat was echt exotisch, iemand als een Chinese boeddhist in ons land. En zo’n man heeft dan dus “meer geloof”.

Iemand op het spoor

We hoeven niet te speculeren of Allah bijvoorbeeld dezelfde God is als ‘onze’ God. Christenen verschillen onderling al zo veel – als je op een zondagochtend bij een refokerk buurt, en dan een straat verderop bij een pinksterdienst binnenstapt, zou je ook niet denken dat ze dezelfde Bijbel hebben. Maar het gaat er ook niet om wat mensen bewéren over God. Er is uiteindelijk maar één God. Dus wat mensen ook precies geloven, we hebben allemáál grotendeels ongelijk – God is oneindig veel groter dan onze woorden.

En die ene immense God is met iedereen bezig. Dat laten die tientallen verhalen in de Bijbel zien, waarbij God helemaal niet ergens ‘gebracht’ hoeft te worden. God is er allang. God is overal allang. Wat voor God zou het eigenlijk zijn, die je ergens moet bezorgen?

Lees ook: 'Wie heeft al die engelen besteld?'
Lees ook: 'Wie heeft al die engelen besteld?'

Paulus kwam op de Areopagus God ook niet introduceren – hij constateerde dat God allang met hen bezig was. En zo is het met iedereen die je ontmoet. Dat vertellen de wijzen uit het kerstverhaal. Met alle flauwekul waarin ze geloven én al hun waardigheid die ze bezitten, waren ze iets op het spoor, Iemand op het spoor, die veel anderen nog hadden gemist.

Geschreven door

Reinier Sonneveld

--:--