Ga naar submenu Ga naar zoekveld

5 vragen over een bipolaire stoornis

Judith Stoker schrijft boek 'Ik ben er nog (niet)'

Wat is een bipolaire stoornis? Welke misverstanden bestaan erover en hoe ga je ermee om? Psychosociaal therapeut Judith Stoker heeft zelf een bipolaire stoornis en schreef er aan de hand van dagboekfragmenten een boek over: Ik ben er nog (niet).

Deel:

Een bipolaire stoornis is voor veel mensen een onbekend begrip. Toch is het volgens Judith belangrijk er aandacht aan te geven. “Als je hieraan lijdt, heeft dat gevolgen voor je dagelijks leven. Voor iedereen die eraan lijdt, is een bipolaire stoornis iets anders en je moet weten hoe je daar voor jezelf en als buitenstaander mee omgaat. Rust en regelmaat zijn bijvoorbeeld heel belangrijk.” Visie legde Judith vijf vragen voor.

1. Wat is een bipolaire stoornis precies?

“In het woord bipolair zit ‘bi’, wat twee betekent. Bij zo’n stoornis heb je dus twee kanten: je bent óf heel depressief óf heel overactief. Je schommelt voortdurend tussen deze twee uiterste stemmingen. Die schommelingen vinden plaats binnen weken, maanden of zelfs per dag en zijn heel vermoeiend. Er zijn weinig perioden dat je je ‘gemiddeld’ voelt.”

2. Wat is het grootste verschil tussen mensen mét en mensen zónder deze stoornis?

“Het grootste verschil is dat mensen die deze stoornis niet hebben, meer ‘gemiddeld’ leven. Je hebt nog steeds emoties, zoals blijdschap of verdriet, en dat is normaal. Bij een bipolaire stoornis schieten deze emoties te ver naar beneden of naar boven en is het bijna niet meer mogelijk om daar zelf uit te komen. Je hebt dus geen grip op je stemming. ‘Gezonde’ mensen kunnen hun emoties vaak relativeren en dan doorgaan.”

3. Welke misverstanden zijn er rondom deze stoornis?

“Mensen denken al snel dat je depressief bent. Of ze hebben niet door dat je extreme dingen doet die eigenlijk over the top zijn. Ik maak ook vaak mee dat mensen denken dat het een enge stoornis is en dat je er beter niet over kunt praten. Het tegenovergestelde is waar. Het helpt evenmin om te zeggen dat je meer moet bidden en moet kijken naar de dingen waar je dankbaar voor bent.”

4. Hoe kan de omgeving wél helpen?

“Met heel praktische dingen, zoals een maaltijd koken of een boodschap doen. Maar het belangrijkste en het mooiste is om te laten weten dat je meeleeft door bijvoorbeeld een kaartje te sturen en te zeggen dat je het zwaar voor iemand vindt. In mijn boek geef ik trouwens meer tips.”

5. Wat hielp jou om met deze stoornis om te gaan?

JudithStoker-

“De meest waardevolle les die ik heb geleerd – terwijl ik die ook het moeilijkst vind – is om je gevoelens te delen. Je bent geneigd tijdens een depressie onder de dekens te kruipen, maar juist het tegenovergestelde heb je nodig: contact met mensen om te praten, huilen en mopperen. En in een hypomane periode – een periode dat het té goed gaat – moet je juist rust nemen, ook al denk je dat je op dat moment alles kunt.”

‘Ik ben er nog (niet). Dagelijks leven met een depressie en bipolaire stoornis’, Judith Stoker,
Triple Boeken, 408 blz., € 23,95


--:--