Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Waarom slachtoffers zwijgen over seksueel geweld

‘Door mij komt opa niet met kerst’

Je denkt misschien: seksueel geweld, dat zal mij niet overkomen. Toch krijgen één op de acht vrouwen en één op de elf mannen ermee te maken. Een kwart van deze vrouwen en een derde van de mannen praat hier met niemand over. Het Centrum Seksueel Geweld (CSG) publiceerde een onderzoek naar de drempels die mensen ervaren bij het praten over hun ervaringen.

Deel:

First things first: wat is eigenlijk seksueel geweld? Het CSG gebruikt deze definitie: ‘Seksueel geweld is een term die gebruikt wordt voor alle seksuele handelingen die iemand gedwongen moet uitvoeren, ondergaan of zien. Het kan gaan om aanranding, verkrachting of seksueel misbruik. Seksueel geweld wordt ook wel seksuele mishandeling of seks onder dwang genoemd.’

Redenen om te zwijgen over seksueel geweld

De meest voorkomende reden waarom slachtoffers van seksueel geweld hun ervaring  niet met de omgeving delen, is dat ze vaak geen hulp of steun verwachten. Dr. Iva Bicanic, klinisch psycholoog en directeur van het CSG, legt uit: “Die angst klopt ook voor een groot deel. Als mensen het vertellen aan hun omgeving, worden ze vaak niet geloofd of begrepen. Ze krijgen de schuld in hun schoenen geschoven of krijgen iets te horen als: ‘Kom je hier nou alweer mee?’, Je moet ook eens op assertiviteitstraining gaan’ of ‘Jij hebt ook altijd wat’.” 

Ook zijn veel mensen bang dat het hen zal schaden als ze iemand vertellen. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat de dader video’s van een verkrachting heeft en dreigt deze te publiceren als het slachtoffer er met iemand over praat.

‘Door mij komt opa niet met kerst’

Slachtoffers zijn vaak niet alleen bang dat het vertellen hen zelf zal schaden, maar ook dat het negatieve gevolgen heeft voor iemand anders. De dader bijvoorbeeld. Dat klinkt misschien onlogisch, maar het zou te maken kunnen hebben met het feit dat de dader vaak, in maar liefst 89 procent van de gevallen, een bekende is. Wanneer het gaat om iemand uit je sociale kring, misschien zelfs wel familie, kan aangifte doen of erover praten een grote stap zijn. Maar het belangrijkste is dat de dader zo snel mogelijk gepakt wordt, toch? 

“Dat willen wij, de omstanders,” legt dr. Bicanic uit. “Maar degene die het is overkomen wil vaak dat het misbruik stopt, niet al die andere dingen. Die willen helemaal niet dat opa niet meer bij de familie hoort of dat de buurman in de gevangenis komt. Mensen voelen zich al schuldig over het misbruik en vervolgens voelen ze zich ook nog schuldig als het eenmaal naar buiten komt. Dan denken ze ‘door mij komt opa niet met kerst’. Nee lieverd, dat komt door opa. Maar zo voelen mensen dat.”

Dat schuldgevoel is dan ook direct de volgende reden dat slachtoffers het meestal liever met niemand over de seksuele mishandeling hebben. “Iemand die iemand anders misbruikt weet natuurlijk dat dat eigenlijk niet mag,” verduidelijkt dr. Bicanic, “dus die gaat proberen om er iets gezamenlijks van te maken om zo de verantwoordelijkheid te delen. Zo blijft degene die het is overkomen achter met schuldgevoelens, maar dat is gewoon aangepraat.” 

Door het schuldgevoel ontstaat ook vaak schaamte. Het slachtoffer heeft dan het gevoel dat hij of zij zelf (deels) verantwoordelijk is en schaamt zich daarvoor. Ook dat kan een reden zijn om het aan niemand te vertellen. 

Tot slot geven veel slachtoffers aan dat ze het moeilijk vinden om te praten over wat er is gebeurd. In de  chat met CSG zeggen zij bijvoorbeeld: ‘Sorry, vind het te moeilijk. Kan er niet meer over zeggen, durf het niet’ of ‘Ik weet niet echt hoe ik het verder moet vertellen. Ik vind het gewoon moeilijk’. 

Rape myths

In het onderzoek benadrukt CSG ook de invloed van zogeheten rape myths. Dat zijn onjuiste vooroordelen die de schuld van seksueel geweld bij het slachtoffer neerleggen. 

Eén van deze rape myths is dat geen nee een ja betekent. Oftewel: als je je niet kan of durft te verzetten, stem je in met de seksuele handeling(en). 42 procent van de slachtoffers gaf in de chat met CSG aan zichzelf de schuld te geven voor het seksueel geweld, omdat ze zich niet duidelijk genoeg hadden verzet. 

Een andere overtuiging die veel slachtoffers hebben (39 procent), is dat hun handelingen vóór het seksueel geweld plaatsvond golden als impliciete consent; toestemming die niet uitdrukkelijk is gegeven. Deze mensen denken bijvoorbeeld dat ze het geweld zelf uitgelokt hebben, omdat ze met de dader afgesproken hebben.

Ook bestaat bij twintig procent van de slachtoffers de overtuiging dat alleen domme mensen slachtoffer worden van seksueel geweld. Als laatste beschrijft achttien procent van de slachtoffers hun ervaring niet als seksueel geweld. Dat kan bijvoorbeeld komen doordat iedereen een andere definitie heeft van wat er wel en niet onder seks valt.

Veilig

Er zijn dus een heleboel drempels voor slachtoffers van seksueel geweld om hun verhaal te delen. Hoe kunnen we zorgen voor een veilige omgeving waarin ze dat wél kunnen doen?

Het CSG benadrukt het belang van begrip. Dr. Bicanic: “Mensen zijn behoorlijk vernietigend naar zichzelf toe. Ze hebben moeite om het te vertellen aan een ander, maar vooral om het te vertellen aan zichzelf. Door te laten merken dat iemands worstelingen niet raar zijn creëer je een veilige plek waar diegene zijn verhaal kwijt kan.”

Ook zijn veel mensen bang dat iemand anders tegen ze gaat doen als ze het vertellen. “Alsof je ineens een soort zielig vogeltje bent, dat zijn die mensen niet. Blijf gewoon normaal doen, die persoon is meer dan een slachtoffer van misbruik,” tipt dr. Bicanic. 

Aan slachtoffers adviseert ze: “Denk goed na aan wie je het vertelt. Zoek iemand die er goed op kan reageren, die rustig blijft en niet meteen in paniek schiet. Iemand die niet alleen zegt: ‘ik ben er voor je’, maar dat ook echt meent en is.”

Geschreven door

Lonneke Tijhof

--:--