Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Dit is waarom bloed doneren zo belangrijk is

‘In nog geen 15 minuten kan je het leven van een ander redden’

Het groeit niet aan een boom en kan niet in de fabriek worden gemaakt. Waar ik het over heb? Bloed. Dat goedje dat door ons lichaam stroomt en waar we niet zonder kunnen. Per jaar zijn er duizenden mensen die extra bloed nodig hebben om te kunnen overleven. Merlijn van Hasselt van Sanquin vertelt je waarom bloed geven zo belangrijk is en hoe het werkt.

Deel:

Waarom is bloed doneren zo belangrijk?
“Bloed is van levensbelang, zeker als iemand er te weinig van heeft. En dat is in veel situaties het geval. Patiënten kunnen groot bloedverlies hebben doordat ze zich hebben gesneden, een ongeluk hebben gehad of doordat een bevalling bijvoorbeeld niet goed is gegaan. Als er geen bloed beschikbaar zou zijn, dan kan het zomaar zijn dat en patiënt het niet overleeft.

Bloed heeft een heel relevante functie in je lichaam. Het vervoert de zuurstof, maar ook voedingsstoffen, bloedplaatjes en hormonen. Kort gezegd: het is dé vervoerder van je lichaam.

Als er geen bloed beschikbaar zou zijn, dan kan het zomaar zijn dat en patiënt het niet overleeft.

Nog een voorbeeld om te illustreren waarom bloed geven het leven van een ander kan redden: bij kankerpatiënten die een chemokuur krijgen, wordt het vermogen om zelf bloed te maken stilgezet. Dat werkt niet meer, dus dat houd je maar een paar dagen vol. Je bloed moet worden aangevuld met nieuwe bloedlichaampjes, maar een chemokuur duurt dat weken of zelfs maanden. Om je voorraad toch op peil te houden, heb je dus bloed van iemand anders nodig, zodat je gewoon door kan. En er is geen ander alternatief dan het bloed van een ander mens.

Veel mensen beseffen pas hoe belangrijk het is om bloed te geven als ze in het ziekenhuis met eigen ogen een zakje bloed zien hangen waarvan het slangetje naar een geliefde of bekende gaat.”

Een andere vorm van doneren is plasma-afname, wat is dat precies?
“Bloed is geen uniforme vloeistof. Het is eigenlijk een soort water waar van alles indrijft: rode bloedlichaampjes voor het vervoer van zuurstof en afvalstoffen, bloedplaatjes voor het stollen van bloed (handig als je bijvoorbeeld een wondje hebt) en witte bloedcellen voor je afweer. Het water waarin die elementen drijven, heet plasma. In dat plasma zitten hormonen en voedingsstoffen. En die hormonen hebben allemaal hun eigen functie. Veel daarvan hebben ook met afweer en bloedstolling te maken. Het is mogelijk om deze eruit te halen en te gebruiken als een medicijn.

Je kan er dus ook voor kiezen om plasma te geven. Dat wordt dan vaak gebruikt om geneesmiddelen te maken voor mensen die een chronische aandoening, zoals een afweerstoornis of een stollingsstoornis. Mensen die een stollingsstoornis hebben, kunnen door de kleinste verwonding veel bloed verliezen. Bij een goede dosering van de juiste delen uit plasma van een ander kan de ziekte dragelijker worden gemaakt en misschien zelfs voldoende worden onderdrukt. Dat kan ontzettend voor iemand veel verschil maken.

Het geven van bloed is iets kleins dat niets kost, en toch een groot verschil kan maken!

Een heel recent voorbeeld van het belang van plasma zijn de antistoffen tegen corona. Sanquin zoekt donors die genezen zijn van corona. De antistoffen uit hun plasma wordt gebruikt voor mensen die in een heel kwetsbare positie zitten, zoals chemo-patiënten.

Plasma geven werkt bijna hetzelfde als bloed geven. Het enige verschil is dat het bloed vanuit de naald een centrifuge ingaat. Daar wordt het plasma uit het bloed gehaald en alle andere cellen krijg je weer terug. Plasma geven duurt ongeveer drie kwartier.”

Wanneer kan je wel/niet bloed geven?
“Om bloed te kunnen doneren moet je 18 jaar of ouder zijn en minstens vijftig kilo wegen. Dat gewicht heeft te maken met het bloedvolume: die halve liter die je doneert als je bloed geeft, is een hoeveelheid die je prima kan missen als je 4,5 liter in je lichaam hebt zitten. Leuk weetje: een baby heeft maar ongeveer een colablikje aan bloed in het lichaam. Daarom kun je ook niet zomaar bloed aftappen van baby’s of kleine kinderen.

Een halve liter bloed kan je prima missen als je 4,5 liter in je lichaam hebt zitten.

Wat verder belangrijk is, is dat de donor geen ziekte onder de leden heeft die door het bloed kan worden overgedragen aan een patiënt, zoals hiv, hepatitis of syfilis. Wat je altijd moet bedenken, is dat iemand die bloed krijgt, er echt ernstig aan toe is. Wanneer bloed via een infuus wordt ingebracht, gaat men voorbij aan een hoop natuurlijke afweersystemen. Daarom wordt er altijd goed gekeken en getest of er geen mogelijke ziekteverwekkers in het bloed van de donor zitten.

Als je langskomt bij de bloedbank, krijg je altijd een vragenformulier voor je neus. Je moet bijvoorbeeld invullen of je een tattoo of piercing hebt laten zetten of naar welke landen je hebt gereisd. Dit heeft allemaal te maken met mogelijke kans op infecties; het zou kunnen dat het materiaal niet goed schoongemaakt is waardoor je ongemerkt een infectie hebt opgelopen of dat je op vakantie geprikt bent door een malariamug.

Als je wilt doneren, neem dan eerst contact op met de bloedbank en vraag of je mag doneren of niet. Als je bepaalde medicatie slikt, insuline gebruikt, een te laag hb-gehalte hebt of al een keer bloedstransfusie hebt gehad, kan je geen bloed geven, omdat dit een mogelijk risico kan zijn voor de patiënt óf de donor zelf.

In Nederland hebben we een goed systeem, waarbij vraag en aanbod goed op elkaar is afgestemd. Bloed kan je niet zomaar in de vriezer stoppen om het vervolgens vijf maanden of langer te bewaren. Al het bloed dat binnenkomt, wordt gescheiden. Bloedlichaampjes kunnen maximaal 35 dagen bewaard worden en bloedplaatjes maar zeven dagen.

Juist daarom is het zo belangrijk dat mensen besluiten om bloed te geven.”

Hoe gaat een afspraak bij de bloedbank?
“Stel je voor, je bent donor. Je krijgt een uitnodiging om langs te komen. Daar sta je dan in de bloedbank. Wat gebeurt er? Je identiteit wordt gecheckt en er wordt gevraagd om een vragenlijst in te vullen. Die inventariseert alle risico’s. De donorarts kijkt samen met jou de vragenlijst na en als alles oké is, mag je plaats nemen in een ligstoel. Een vriendelijke en ervaren prikker staat klaar om je gerust te stellen en prikt de naald in jouw arm.

Die naald is iets waar veel mensen zich zorgen over maken. Ik ben zelf ook donor en ik kan uit ervaring zeggen dat er kundige prikkers bij de Bloedbank zijn. En de prikkers zijn kundig. Vanuit de naald stroomt het bloed vanzelf de zak in. Als de halve liter is bereikt (dat duurt zo’n 10-15 min.), gaat er een piepje en word je ‘losgekoppeld’. Het is verstandig om dan nog even een kwartiertje te blijven zitten, wat te drinken en de klassieke roze koek te eten. Je krijgt het advies mee om je niet meteen zwaar in te spannen. Daarna kun je weer naar huis en that’s all!”

Bloed doneren
Doneer jij bloed? Waarom wel of niet? We vroegen het op Instagram en er kwamen heel wat reacties op: van flauwvallen en naaldenvrees tot indrukwekkende verhalen van mensen die hun leven te danken hebben aan bloed van donors. Kort samengevat: Het geven van bloed is iets kleins dat niets kost, en toch een groot verschil kan maken!

Wil jij ook bloed geven en heb je je nog niet aangemeld als donor? Neem dan eens een kijkje op de  site van Sanquin.  

Lees ook: Mariël én haar beide dochters hebben Gilles de la Tourette

Geschreven door

Corianne van der Werf

--:--