Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Toen Jonas in de walvis zat: Maria schreef een tienerboek vol rijmende verhalen uit het Oude Testament

'De verhalen liggen aan de basis van onze cultuur'

Er zijn veel Bijbelverhalen die tot de verbeelding spreken. Dat zag Maria van Donkelaar ook toen ze besloot de verhalen van het Oude Testament op rijm te zetten. Maria: “Als kind vond ik de verhalen van het Oude Testament al prachtig.” Deze kinderboekenweek won haar boek ‘Toen Jonas in de walvis zat’ zelfs een Bronzen Penseel voor de bijzondere illustraties, gemaakt door Sylvia Weve. Wij spraken Maria over dit bijzondere boek.

Deel:

“Ik schrijf al vrij lang kinderboeken vanuit oude teksten. Oude verhalen, sprookjes, legendes, fabels of de mythologie. In de loop van de jaren heb ik heel veel in die sfeer geschreven. Op die manier ben ik ook bij het Oude Testament beland. Als kind vond ik de verhalen al prachtig, dus ik besloot ermee aan de slag te gaan. Toevallig was het net corona, dus ik had alle tijd. Ik zag weinig mensen en zat in mijn tuin in de zon de prachtige verhalen te bewerken.”

Oude verhalen aandacht geven

“Het doel van al mijn ‘updates’ van oude materie is dat ik het weer onder de aandacht van de kinderen wil brengen. Ik hoop het weer tot leven te brengen en dan daarmee een grotere groep kinderen aan te spreken dan de kinderen die de verhalen vanuit hun achtergrond al kennen. Niet dat ik wil evangeliseren, maar ik vind de verhalen zo mooi. Ze liggen aan de basis van onze cultuur, net als de verhalen van de oudheid.”

‘De verhalen liggen aan de basis van onze cultuur’

“Een ander aspect waarom ik deze verhalen graag wilde schrijven is omdat ze ook voorkomen in het Joodse geloof en in de Islam. Ze hebben dezelfde figuren, maar dan met net iets andere namen. De verhalen zijn hetzelfde. We kijken vaak onderling naar de verschillen, maar deze verhalen zouden ons kunnen binden. Die verhalen kennen we allemaal, dat vind ik het mooie eraan.”

Gevoeligheid

“Mijn ouders waren Nederlands Hervormd. Mijn moeder was een trouwe kerkganger en mijn vader helemaal niet, maar hij was wel een heel integere man. Ik ben naar een openbare school gestuurd, maar ik volgde de facultatieve godsdienstlessen met plezier. En alhoewel ik de zondagsschool altijd verschrikkelijk vond, ben ik later zondagsschooljuf geweest. Nu behoor ik niet tot een bepaald kerkgenootschap, maar ik verdiep me graag in de geschiedenis van het christelijke geloof.”

‘Mijn bedoeling is niet om mensen te beledigen, maar om ze de schoonheid te laten zien’

“Om hetzelfde te doen met verhalen uit bijvoorbeeld de Koran, trekt mij dan ook niet. Ik denk dat ik er te weinig van weet om de verhalen goed te doorvoelen. Ik meen te weten hoever ik kan gaan met een klein grapje bij de verhalen van het Oude Testament. Bijvoorbeeld bij de toren van Babel. God ziet dat ze hoger en hoger bouwen, dus ik schrijf: ‘mensen denken dat the sky the limit is’. Ik vind dat ik mij kan permitteren om dat te schrijven. Bij de Koran of Thora zou ik op tenen gaan staan, omdat ik daar die gevoeligheid niet heb. Mijn bedoeling is niet om mensen te beledigen, maar om ze de schoonheid van de verhalen te laten zien.”

Recht doen aan het echte verhaal

“Zelf vind ik het boek geschikt voor kinderen vanaf twaalf jaar. Ik heb het geschreven voor grote kinderen, aan het einde van de basisschool. Omdat het heftige problematiek is, is het voor kleine kinderen soms ook heel moeilijk te begrijpen. En ik wilde absoluut niet de teksten geweld aan doen door ze zoeter te maken. Dat is natuurlijk de verleiding, maar ik heb heel bewust de tekst van de Bijbel op de voet gevolgd en er niks bij verzonnen. Ik wilde recht doen aan te tekst. Je moet woorden gebruiken die kleine kinderen ook niet begrijpen. Een zoetsappig verhaal doet geen recht aan het echte verhaal.”

‘De vrouwenverhalen vind ik heel bijzonder’

“Ik heb gezocht naar een beetje evenwicht tussen mannen en vrouwen in de selectie van de verhalen die ik heb gemaakt. Maar dat was niet makkelijk, want het is al snel een mannengebeuren. Ik heb expres Rachab erbij gezet, en Judit en Ester. Misschien vind ik het verhaal van Judit wel het mooist. Ik vind haar zo dapper. Dat zij in haar eentje dat kamp in gaat en haar volk redt met een list, dat vind ik ongelofelijk. De vrouwenverhalen vind ik heel bijzonder! Ik heb tijdens dit proces ook geleerd dat onze problemen nog steeds hetzelfde zijn als die van duizenden jaren gleden. De mens heeft nog niets geleerd. Ook het verhaal van de broers Kaïn en Abel. Denk aan verscheurde gezinnen, broers die niet met elkaar praten. Maar ook een Goliath die een grote bek opzet, net als Poetin. Ik vind dat best actueel.”

Bijzondere illustraties

“Sylvia heeft de verhalen geïllustreerd en daar ben ik heel blij om. Ze heeft dat helemaal op haar eigen manier gedaan. Vaak zijn de illustraties zo braaf. Zo’n Goliath is verschrikkelijk, dat mag je best zo uitbeelden. En dat met het jongetje dat David toen nog was. Voor al die mooie illustraties heeft ze ook de bronzen penseel gekregen. Ze maakt zulke mooie, originele dingen. Ik vind haar illustraties ook vaak geestig: zo heeft ze Jozef in de gevangenis, in zijn boxershort van dezelfde stof als zijn mooie mantel getekend. En Abram die Isaak moet offeren, dat is een heel mooie plaat. Net als die van de ark van Noach.”

‘Normaal zijn illustraties vaak zo braaf’

“Wat ik haar wel heb gevraagd is om God niet tekenen. In het hele Oude Testament zie je God niet. Sommige mensen horen Hem en misschien heeft Mozes Hem op de berg gezien, maar hij is niet fysiek aanwezig in het Oude Testament. Je kunt het verhaal van de toren van Babel wel illustreren met God die komt kijken, maar niemand heeft getuigd dat hij dat gezien heeft, dus dan moet je dat ook niet tekenen.”

Nieuwe Testament

“Het Nieuwe Testament is een heel ander verhaal, met een heel andere insteek en boodschap. Mijn doel was ook niet om een kinderbijbel te maken van a tot z. De boodschap van Jezus vind ik superbelangrijk, maar het zijn voor mij geen oerverhalen. Het lag niet op mijn weg.

Misschien komt dat nog, ik heb wel nagedacht over de gelijkenissen. Dat is ook heel verhalend. Maar sommige gelijkenissen vind ik heel moeilijk. Dus ik moet nog maar kijken of ik daar ooit iets mee wil. Ik schrijf het liefst de oeroude verhalen.”

Geschreven door

Eva Celine Prins

--:--