Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Anne Appelo: ‘We zaten als gezin een week ondergedoken’

5 vragen aan EO-presentator Anne Appelo

“Eigenlijk ben ik zelf nog een kind,” vindt de nieuwe EO-presentator Anne Appelo. Ze treedt het leven met kinderlijk enthousiasme tegemoet, maar kent ook de zware kanten ervan. In Visie 45 vertelt ze hoe haar vader uit haar leven verdween toen ze 1 jaar was.

Deel:

Zingen, dansen, acteren: Anne Appelo (29) is het gelukkigst als ze van alles wat doet. Sinds dit jaar presenteert ze ook EO-kinderprogramma’s, waaronder De Boomhut Battle en een YouTube-serie van Hip voor Nop. In het nieuwste nummer van Visie vertelt ze over haar voorliefde van kinderen en over haar eigen, turbulente jeugd. Lees hier vijf vragen uit het gesprek:

1. Je presenteert kinderprogramma’s. Wat spreekt je zo aan in kinderen?
“Kinderen zijn puur. Ze geven je eerlijkheid en vaak ook veel warmte en liefde. Als ze iets niks vinden, hoor je dat bovendien meteen. Je kunt snel connectie met ze maken, want je weet direct wat echt is en wat niet. Daar houd ik van. Volwassenen zijn daarin meer voorgeprogrammeerd, die weten wat ze moeten zeggen en zijn vaker politiek correct. Ik heb de eerlijkheid van kinderen altijd als iets waardevols gezien.”

Als ik het gevoel had dat het veilig was, kwam ik los

2. Wat voor kind was je zelf?
“Toen ik klein was, ik denk een jaar of 4, keek ik eerst de kat uit de boom. Ik verschuilde me in die tijd altijd achter mijn moeder en twee zussen. Als ik het gevoel had dat het veilig was, kwam ik los. Maar dat duurde altijd even.”

Tekst loopt door onder foto

Anne Appelo
Credits: Jacqueline de Haas.

3. Je vader was tijdens je jeugd niet in beeld. Wat is er gebeurd?
“Mijn vader was een politiek vluchteling uit Congo en mijn moeder leerde hem kennen in het asielzoekerscentrum waar ze vrijwilligerswerk deed. Ze trouwden en uit dat huwelijk kwam ik voort. Maar vanwege een groot verschil in culturele normen en waarden moest mijn moeder van hem scheiden. Toen ik 1 jaar was, verdween mijn vader uit ons leven. Vanaf dat moment heerste er altijd angst bij ons thuis, want mijn vader had tegen mijn moeder gezegd: ‘Noch jij, noch ik zal de baby hebben.’ Daar ging de serieuze dreiging van uit dat hij mij en mijn familie – mijn moeder kreeg mijn twee zussen in een eerder huwelijk – zou vermoorden. We hebben als gezin zelfs een week ondergedoken gezeten.”

Het geloof is mijn fundering

4. Wat kreeg je als kind mee van die angst?
“Dat we ondergedoken hebben gezeten, weet ik niet bewust meer. Mijn moeder zegt altijd dat ik die angst onbewust heus wel heb gevoeld. Dat ik als jong kind de kat uit de boom keek, komt daar ook vandaan. Als er in je kinderjaren veel angst is geweest, draag je dat met je mee. Ik heb mensen lange tijd niet snel in vertrouwen kunnen nemen. Soms is dat gezond, maar het moet niet vanuit angst zijn. Ik heb lang het gevoel gehad dat ik veilig moest zijn. Als ik terugkijk op mijn leven zijn er momenten geweest – bijvoorbeeld in relaties – waarop ik vanuit angst handelde. Gelukkig heb ik dat kunnen loslaten.”

5. Wat zou je missen als je het geloof niet had?
“Ik denk dat ik dan als een angstig, gepijnigd mens vol controledrang in het leven zou staan. Het geloof is mijn fundering, voor mij begint en eindigt het daar. Ik wil het geloof zo veel mogelijk léven. Leven betekent dat je een vrij mens kunt zijn, vol liefde. Als ik het geloof niet heb, leef ik niet.”

Beeld: Jacqueline de Haas

Geschreven door

Femke Taale

--:--