Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Schoonmakers aan het woord: ‘Kakkerlakken kropen over hem heen’

Drie mensen met uniek schoonmaakwerk

Zonder hen zou rommel en vuil de wereld overnemen. Vaak doen ze hun werk op de achtergrond, in stilte. Drie mensen vertellen waarom zij de wereld een stukje schoner maken.

Deel:

‘Je kunt het een roeping noemen’

Tuğrul Çirakoğlu maakt extreem vervuilde plekken schoon.

“Pas kwamen we bij een meneer die al jaren in de rommel leefde, als je het leven kon noemen. Hij sliep tussen de vuilniszakken, de troep stond metershoog. Kakkerlakken, maden en muizen kropen over hem heen. Hij schaamde zich verschrikkelijk en durfde niet om hulp te vragen. Toen er een muizenplaag kwam in het gebouw waar hij woonde, moest er wel hulp komen, en dus kwamen wij langs. Een paar minuten nadat we binnen waren, keek hij ons aan en zei: ‘Jullie zijn eigenlijk heel relaxte mensen. Ik zag hier tegen op, maar het valt reuze mee.’

Zo’n situatie vat goed samen waarom ik dit werk doe. Iedereen kan rommel opruimen, maar een beetje menselijkheid, empathie en discretie maakt een wereld van verschil. Voor hem is dit moment de eerste stap naar verdere hulpverlening. Eerst maakte ik schoon omdat het goed verdiende, maar ik kom in situaties terecht waar geen geldbedrag tegen opweegt. Dan vraag je je af: Waarom doe ik dit? Wil ik dit wel blijven doen? Ik ontdekte dat ik hiervoor gemaakt ben. Je kunt het een roeping noemen: ik ben goed in iets waarmee ik een verschil maak in het leven van anderen.

Twee weken geleden maakte ik een huis schoon waar een meneer zes maanden dood op zijn keukenvloer had gelegen. Zijn buurvrouw was in die zes maanden iedere dag langs zijn keukenraam gelopen. Toen ik kwam, was haar reactie: ‘Bah, wat smerig. Ik ben blij dat hij dood is.’ Daar schrik ik van. Later begreep ik dat zeker vier buren dagelijks last van hem hadden. Maar toen het stil werd, heeft zes maanden lang niemand aan de bel getrokken. Dat is heftig. En het is geen uitzondering.”

Nicole van Zwam
Nicole van Zwam. Credits: Jelte Bergwerff.

‘Ik doe de klussen die niemand anders wil doen’

Nicole van Zwam is vrijwilliger in de Rotterdamse Pauluskerk.

“Ik ben een echte Rotterdamse: niet kletsen maar poetsen. Dus na het faillissement van mijn café zocht ik iets om te doen. Opnieuw een eigen zaak beginnen was me te veel. Toen ben ik hier gekomen om vrijwilligerswerk te doen. Ik ben de vliegende keep; ik maak veel schoon, maar sta ook achter de bar of help bij het verzorgen van diners. Ze kunnen zo’n aanpakker uit de horeca wel gebruiken. Voor de gasten hier is dat ook fijn; ik ben gewoon Nicole, geen hulpverlener of hoge piet.

Tijdens het poetsen merk ik snel of iemand wat nodig heeft. Pas heb ik bijvoorbeeld nog het huis van een man uit de buurt schoongemaakt. Hij belandde in het ziekenhuis en bleek een hele serie kippen en een haan in huis te hebben. En ik heb een hond in huis van een Poolse gast; die kon niet mee naar de nachtopvang, dus nam ik hem maar mee. Zit je ineens met zo’n grote hond, haha. Dat vind ik mooi.

Je zou kunnen zeggen dat ik de klussen doe die niemand anders wil doen. Dat past wel bij de Pauluskerk; hier kan iedereen terecht. Papieren of geen papieren. Dat is ook weleens lastig. De laatste tijd hebben we bijvoorbeeld grote groepen Oostblokkers, die komen weleens dronken binnen en hebben dan geen respect. Dat kan echt chaos zijn. Maar het is vooral ook triest. Het is niet gek dat je gaat flippen als je nergens terechtkunt. Wat ik dan doe? Gewoon rustig blijven en er niet te dicht bovenop zitten. Elkaar dankbaar behandelen, zo noem ik dat.

Het meest geniet ik van de succesverhalen. Iemand die na zeventien jaar eindelijk papieren krijgt. Of een eigen huis. Daar kan ik lekker praktisch aan meehelpen. Waarom ik dat doe? Gewoon. Voel ik me goed bij.”

Jack van Es
Jack van Es. Credits: Jelte Bergwerff.

‘Ik ben van deze plek gaan houden’

Jack van Es (70) maakt wekelijks de historische begraafplaats Het Keern in Hoorn schoon, samen met onder andere Jan Lodde (77) en Tom Versluijs (19).

“Sinds ik dit werk doe, bezoek ik op vakantie regelmatig begraafplaatsen in binnen- en buitenland. Je zou het een vorm van vrijwilligersdeformatie kunnen noemen. Zo slecht als het er hier uitzag, ben ik nog nergens tegengekomen. Het onkruid stond hier metershoog, zerken lagen omver en stenen bielzen lagen schots en scheef.

De gemeente had er geen aandacht meer voor; er is zelfs gesproken over ruimen. Pas toen mensen zich kwaad gingen maken over de staat van deze plek, is daar verandering in gekomen. Met de stichting Vrienden van de begraafplaats Keern zijn we ruim twee jaar geleden begonnen met het herstel. Gewoon vanuit een hoekje hebben we stukje bij beetje de begraafplaats opgeknapt. In het begin was het grof werk: stenen rechtleggen, onkruid rooien, gebroken zerken herstellen. Nu is het nog hoofdzakelijk onderhoud.

Ik ben van deze plek gaan houden. Als ik nu over de begraafplaats loop, ben ik trots op wat we hier voor elkaar hebben gekregen. Mensen die Het Keern bezoeken, zijn vaak verbaasd dat het zo mooi is geworden. Het is een oase van rust. Nabestaanden merken het ook. Er worden weer kaarsen neergezet en bloemen gelegd. Het leeft nu meer, als je dat kunt zeggen van een begraafplaats.

Onlangs hebben we een familiegraf vernieuwd; de glazen plaat met opschrift was verdwenen en het graf was volkomen verpauperd. Toen de nabestaanden het vernieuwde graf zagen, zeiden ze: ik heb eindelijk het gevoel dat ik mijn familie begraven heb. Dat vond ik een ontroerend mooi moment. En dat maakt het werk de moeite waard.”

Geschreven door

Pieter-Jan Rodenburg

--:--