Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Drie generaties moeders (oma, moeder, dochter) in gesprek over opvoeden

Drie generaties vrouwen: Aagje (91, moeder van vijf kinderen), haar dochter Tineke (56, twee kinderen) en kleindochter Lisa (27, ook moeder van twee) hanteerden onbewust ongeveer dezelfde opvoedstijl: duidelijk, vrij en liefdevol. Met al vanaf jonge leeftijd een groot beroep op de eigen verantwoordelijkheid.

Deel:

Aagje (91): “Toen ik zwanger was, zei mijn schoonzus dat ik een boek kon kopen waar alles in stond over opvoeden. Ik zei: dat bestaat niet, want elk mens is anders. Dus dat boek hoef ik niet.”

Lisa (27): “Dat herken ik wel. We zijn misschien een beetje eigenwijs.

Aagje: “Er was bij ons thuis veel ruimte, liefde en geduld. Mijn moeder wachtte ons na schooltijd op met limonade en een koekje. We hadden vaak gasten en eters."

Tineke (56): “Mijn moeder was ook altijd thuis voor ons. Toen ik zelf moeder werd, stopte ik met werken totdat Lisa in groep 3 zat.”

Aagje: “Het is heel wat waard dat er iemand thuis is. Het is de basis, de kern. Ik begrijp niet dat veel vrouwen tegenwoordig willen werken. Met een gezin heb je thuis werk genoeg.”

Lisa: “Als vrouw voel ik me gedwongen om ook te werken. Hoe ga je anders een huis kopen? Ik werk bewust maar twaalf uur.”

Ik heb onbewust veel van mijn moeder overgenomen

Aagje: “Geen geschreeuw, eten doen we aan tafel, je komt op tijd thuis. Binnen de strikte kaders was er veel vrijheid. Als ik te laat thuiskwam, zei mijn vader: ‘Gauw naar boven, je moeder staat in de keuken.’"

Tineke: “Ik was een braaf kind en kwam nooit te laat thuis. Vloeken en schreeuwen vond mijn moeder verschrikkelijk. Deed je het toch, dan moest je afkoelen op je kamer. Ik heb onbewust veel overgenomen van mijn moeder. Eten doe je aan tafel en in de zomer niet te bloot."

Lisa: “Wij waren goed afgericht, zeg ik altijd. Als ik in de supermarkt het fluitje van mijn vader hoorde, kwamen we braaf. Deed ik iets fout, dan werd ik eerst naar boven gestuurd. Daarna werd erover gepraat. ‘Hoe kun je dat voortaan anders doen?’ Mijn moeder maakte altijd overal liedjes van en dat doe ik zelf nu ook."

Aagje: “Dat deden wij ook al! Dan rammelden we met de hagelslag.”

Tineke: “En zongen we tijdens de afwas.”

Het beste van Opgroeien & Gezin tweewekelijks in je mail?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Voornaam
E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

Niks verbieden

Aagje: “Ik zei nooit: ‘Je moet …’, maar: ‘Wat denk je er zelf van?’ Als je dingen verbiedt, wordt het alleen maar aantrekkelijker.”

Tineke: “Ik heb me nooit echt verzet tegen mijn ouders, want het was niet nodig. Vroeger rookte iedereen en stonden de sigaretten gewoon op tafel. Ik werd er benauwd van, maar stak er een keer stiekem één op. Door mijn vader werd ik naar boven gestuurd.”

Lisa tegen haar moeder: “Jij verbood ons ook niks, maar speelde in op mijn verantwoordelijkheidsgevoel. ‘Als jij denkt dat het goed is, moet je dat doen.’ Dan wist ik al hoe laat het was.”

Tineke: “Ik zei nooit dat het niet mocht.”

Lisa: “Nee, maar wel altijd die ene zin. Het werkte wel. Ik heb ooit een blowtje gerookt, maar dat paste niet bij mij. Nou, klaar, en door. Ik was vijftien toen ik opbiechtte dat ik een biertje had gedronken op een stadsfeest. Ik kreeg er toch van langs! Terwijl mijn broertje al op zijn veertiende aardig had lopen tanken en daar niet op werd aangesproken. Waarschijnlijk omdat ik een meisje ben. Dat vond ik heel oneerlijk.”

Geloven hoeven wij niet per se in de kerk. Het gaat erom dat je het uitdraagt en meeneemt als richtlijn

Aagje: “We gingen elke zondag naar de kerk en lazen altijd Bijbel aan tafel. Dat doe ik tot op de dag van vandaag.”

Tineke: “Het geloof heb ik doorgegeven, ook al is mijn man niet kerkelijk opgevoed. Als hij ging vissen, nam ik de kinderen mee naar de kerk. Door zijn kritische vragen ging ik in de Bijbel op zoek naar antwoorden en ben ik bewuster gaan geloven. Ik vond het wel moeilijk dat Lisa niet is gedoopt.”

Lisa: “Ik ben nog steeds niet gedoopt, want ik ben niet zo’n hokjesdenker. Zelf heb ik ook een niet-gelovige, kritische partner. Een trouwe kerkganger ben ik niet; ik heb meer aan een Bijbelkring. En we lezen thuis veel Bijbelverhalen.”

Tineke: “Geloven hoeven wij niet per se in de kerk. Het gaat erom dat je het uitdraagt en meeneemt als richtlijn. We moeten niet alleen verantwoording afleggen naar onszelf, zei mijn moeder, maar ook naar God en onze medemens. We zijn niet alleen op de wereld.”

Samen douchen

Tineke: “Het is niet aan ons om te oordelen, leerde ik thuis. Er werd niet gekeken of je thuiskwam met een jongen of meisje, donker of niet.”

Lisa: “Je bent wie je bent, kregen wij ook mee. Ik keek daarom niet raar op toen ik voor het eerst hoorde over homoseksualiteit.”

Tineke: “Mijn broer mocht nog niet samenwonen van mijn vader. Ik heb een paar maanden samengewoond voordat ik ging trouwen.”

Lisa: “Daarin vond ik jullie ook vrij, met vriendjes enzo.”

Tineke: “Dat heb ik van mijn moeder meegekregen. Toen ik net verkering had en mijn vriendje meeging naar de camping, zei mijn moeder: ‘Ga maar samen douchen, dat scheelt een douchemuntje.’ Terwijl ik het zelf nog best spannend vond.”

Aagje: “Ze waren oud genoeg om zelf keuzes te maken. Je moet het de rest van je leven ook met elkaar doen.”

Lisa: “Mijn vriendjes waren altijd hartstikke welkom bij ons thuis. Ze mochten ook blijven slapen.”

Tineke: “Over seksualiteit heb ik eigenlijk nooit iets gezegd.”

Lisa: “Maar ik voelde altijd de vrijheid om dingen te bespreken. Ik weet nog dat ik voor mijn pukkels aan de pil ging en net verkering had. Mijn moeder zei tegen mijn vader dat ik dat ding nog maar even moest blijven slikken.”

Gun je kinderen de tijd en de ruimte

Aagje: “De opvoeding is tegenwoordig heel anders dan vroeger. Er moet continu van alles. Kinderen moeten een bepaalde opleiding halen. Wat geef je je kind dan mee? Gun je kinderen de tijd en de ruimte.”

Tineke: “Vroeger was er meer respect richting ouders, maar ook bijvoorbeeld richting leraren. Toen mijn leraar op een dag zei dat ik hem bij zijn voornaam mocht noemen, kwam ik verontwaardigd thuis.”

Aagje: “Ik vind het jammer dat het zo los is geworden. De een zegt ‘u’ en de ander ‘jij’: dat werkt gewoon niet. Als je zoveel kinderen in een klas hebt, moet je één lijn trekken.”

Tineke: “Omdat wij samen aan tafel aten, leerden we om naar elkaar te luisteren en was er ruimte om dingen te bespreken. Nu lijkt daar door alle prikkels zo weinig tijd voor.”

Aagje: “Daarom moeten we terug naar rust, regelmaat en reinheid.”

Lisa: “Daar ben ik het mee eens. Dat hebben kinderen gewoon nodig.”

Tineke: “Zo, dat zit er goed in! Onze vrije opvoeding heeft goed uitgepakt. Het had ook anders kunnen lopen. Wij zijn niet beter dan een ander.” 

Aagje: “De opvoeding kun je maar één keer doen. Het leven is prachtig, dus wees er zuinig op.”

Lees ook: 4 verschillen tussen generaties (en hun kijk op relaties)!

Geschreven door

Charlotte van Egmond

--:--