Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Waarom Julian of Norwich niet kon zwijgen over Gods oneindige liefde

Het was eigenlijk niet de bedoeling dat haar ideeën opgeschreven zouden worden. Laat staan dat wij ze zo’n zeven eeuwen later nog zouden lezen. Maar de middeleeuwse mystica Julian of Norwich was niet te stoppen toen ze een God vol liefde ontdekte, legt Daan uit.

Deel:

Julian of Norwich (ongeveer 1342- circa 1416) kreeg toen ze 30 jaar oud was in een etmaal een aantal visioenen. Maar ze had tijd nodig om te verwerken wat ze daarin had gezien. En die tijd nam ze. Als kluizenaar zouden haar activiteiten bestaan uit bidden, mediteren, schrijven en het te woord staan van voorbijgangers die haar om spirituele raad vroegen. Het schrijven kon ze overigens niet openlijk doen. Als kluizenaar gold je als een soort ‘dode’. Het was niet de bedoeling dat je iets zou publiceren. En het was al helemaal niet de bedoeling dat vrouwen aan theologie deden. Maar Julian móest wel schrijven:

‘Het is toch niet omdat ik een vrouw ben dat ik zou moeten geloven jou niet te moeten spreken over de liefde van God? En dit terwijl ik op hetzelfde ogenblik zag dat het zijn wil is dat die gekend zou zijn?’

Maak kennis met mystica Julian of Norwich die zei: ‘Alles komt goed’

Lees ook over:

Maak kennis met mystica Julian of Norwich die zei: ‘Alles komt goed’

Masochistische verlanglijst

Julian beschrijft hoe haar visioenen zich allereerst richten op de intense beelden van de lijdensweg van Christus. Ze leidt ze als volgt in:

‘Deze openbaring werd getoond aan een eenvoudig en ongeletterd schepsel, levend in vergankelijk vlees. Zij greep plaats op de dertiende mei van het jaar des Heren 1373.
Vóór die tijd had zij het verlangen gekoesterd als een geschenk van God drie genadegaven te ontvangen. De eerste was een herbeleven van de Passie. De tweede was een lichamelijke ziekte. En de derde was als een gave van God drie wonden te ontvangen.’

Voordat je in verbolgenheid over deze masochistische verlanglijst haar boek in de hoek slingert, moet je beseffen dat deze vorm van vroomheid, waarin de dood en het lijden centraal stonden, in de tijd van Julian behoorlijk gangbaar was. Theoloog Amy Laura Hall heeft een boeiende gedachte over Julians wensen. Hall komt uit de V.S. en ze merkt op dat na de terroristische aanslagen die daar plaatsvonden op 11 september 2001 de populariteit van geweld op tv en in films flink is toegenomen:

'Deze toename van geweld op het scherm zou je misschien kunnen vergelijken met de impuls bij een slachtoffer van seksueel geweld om zichzelf te snijden en zo zelf de controle te nemen over de pijn die ze heeft doorgemaakt. In een tijd van ellende en verdeeldheid vroeg Julian om een lichamelijke ervaring van het lijden van Jezus. Waanzin, zou je kunnen denken. Maar ik denk dat haar verzoek om dichtbij deze pijn te komen haar manier was om te reageren op de uiteenlopende trauma’s van haar tijd. Ik denk dat ze vroeg om de wonden van Jezus, om zo weggenomen te worden uit de cyclus van wanhoop, schaamte, overheersing en de wraak die voor sommige mensen een verleiding vormt in tijden van politieke onrust.’

Vrede in je binnenste

Mystiek heeft nogal eens een escapistisch imago. In de wereld is het oorlog, maar in jouw binnenste heerst er vrede. Zo’n houding kan iets moois hebben, maar kan ook ontaarden in egoïstische navelstaarderij. De bloederige details die Julian te zien krijgt van Jezus’ lijdensweg zijn van een andere aard. Zo is er een moment dat die beelden haar bijna te veel worden:

‘Het was alsof mij vriendelijk werd ingefluisterd: ‘Kijk naar boven, naar zijn Vader in de hemel.’ […] Met heel mijn ziel antwoordde ik in mijn binnenste: “Neen, ik kan niet: Jij bent mijn hemel.” Dit omdat ik niet wilde omhoog kijken. Liever immers in deze pijn blijven tot de dag van het oordeel, dan de hemel binnengaan, maar niet door Hem.’

Julian kiest ervoor niet weg te kijken van de pijn. Liever ten ondergaan in verbondenheid met Jezus, dan zonder hem in de hemel te belanden.

Verbondenheid met Jezus

Misschien ken je dat schematische plaatje wel waarin het evangelie uitgelegd wordt. Aan de ene kant staat een poppetje dat de mens voorstelt, en aan de andere kant God. Tussen deze beide ligt een grote kloof. Die kloof is ontstaan als gevolg van de zonde, en de kloof wordt overbrugd door het kruis van Jezus. Via dat kruis als brug kan de mens weer terugkeren bij God. Het lijden van Jezus is in deze interpretatie een ‘geheiligd’ middel tot een ‘rechtvaardig’ doel, omdat Gods woede om de menselijke zonde een gewelddadige straf zou eisen.

Julians theologie staat haaks op deze uitleg van het evangelie. Net als in dit schemaatje gaat ook bij Julian de weg naar de hemel niet zonder Jezus. Maar Julian gaat een stap verder, en zegt: ook als de verbondenheid met Jezus niet naar de hemel zou leiden, dan zij dat maar zo, want Jezus ís mijn hemel. Ze doet hier iets dat typisch is voor veel mystici. Zo schrijft de anonieme auteur van The Cloud of Unknowing, een tijdgenoot van Julian, dat de volmaakte liefde God liefheeft om wie God zelf is, en niet om wat die liefde de mens oplevert.

De Duitse mysticus Meister Eckhart, die iets eerder dan Julian leefde (1260-1328), schreef over het liefhebben ‘zonder waarom’ en bad God om bevrijd te raken van God, omdat alles wat er in zijn eigen gedachte ‘God’ was nooit écht God kon zijn. Een latere mysticus, Johannes van het Kruis (1542-1591), schreef over de ontmoeting met God in de stilte, waarin je het verlangen loslaat om iets specifieks van God te ervaren of te begrijpen. Pas daar wordt de liefde wezenlijk.

Geen spoor van Gods woede

Wat Julian ziet, brengt haar in grote verwarring over wat haar geleerd is door de kerk, bijvoorbeeld over de vele zielen die na hun dood verdoemd zouden zijn. Ze schrijft:

Dit vaststaand gegeven leek mij onverzoenbaar met wat onze Heer mij nu liet zien, namelijk dat alles, wat het ook mag zijn, goed zal komen. Hierop toonde onze Heer me alleen dit antwoord: “Wat voor jou onmogelijk is, is niet onmogelijk voor Mij. Ik zal én woord houden in alles, én alles ten goede keren.”’

In alle visioenen die ze te zien krijgt, kan ze nergens een spoor van Gods woede vinden:

‘God is die goedheid die niet toornig kan worden, omdat Hij slechts goedheid is. En met hem, die onveranderlijke goedheid is, is onze ziel verbonden. Tussen God en onze ziel bestaan vanuit zijn standpunt toorn en vergeving niet. Want door Gods eigen goedheid is de band tussen Hem en onze ziel zo absoluut, dat er niets tussen te krijgen is. [….] Vergiffenis zou tegen zijn Zelf indruisen. Hij vermag het immers niet toornig te zijn. Het ware onmogelijk! Telkens weer werd getoond dat ons leven volledig gegrondvest en geworteld is in liefde: zonder liefde kunnen wij niet leven. […]  Nooit kon ik in God één of andere vorm van toorn, kortstondig of langdurig, ontwaren.’

Gestraft door de zonde

De mens wordt volgens Julian vooral gestraft door de zonde zelf. Het is niet zozeer Gods oordeel waar we onder gebukt gaan, als wel ons eigen oordeel en onze eigen schaamte. Neemt Julian de zonde en het kwaad op deze manier wel serieus genoeg? Je zou haar kunnen verwijten dat ze dat niet doet. Het geloven in een God die een en al barmhartigheid en liefde is, samen met het vertrouwen dat alles goed zal komen – is dat geen recept voor het passief wegkijken van kwaad en onrecht? Moet God juist niet stevig optreden?

Op dit punt is de theologie van Julian bekritiseerd. Haar werk zou te lief en te soft zijn. Ik snap deze kritiek, maar denk dat die niet terecht is. Julian neemt het kwaad en de zonde juist uiterst serieus. Theoloog Amy Laura Hall wijst op het onderscheid tussen verticaal geweld en horizontaal geweld. In een machtsorde gebouwd op onderdrukking, angst en wraak, willen de slachtoffers van die orde zich weleens tegen elkaar keren. Verticaal geweld ontaardt in horizontaal geweld. Soms gebeurt dit als gevolg van machthebbers die je willen doen geloven dat het eigenlijk je naaste is van wie je iets te vrezen hebt (‘Vluchtelingen pakken je banen en woningen af!’). Zoals oorlogen en pandemieën mensen in solidariteit bij elkaar kunnen brengen, kunnen dat soort crisissituaties ook leiden tot wantrouwen en angst, en haat naar mensen van wie je juist het meeste houdt.

De visioenen van Julian pakken dit probleem bij de wortel aan. Gods reactie op het wantrouwen, de angst en de haat is er een van oneindige liefde. Wanneer het tot de mens diep doordringt dat God radicaal anders is dan de bestaande machtsorde van deze wereld, dan kan er een compassie doorbreken die alles van binnenuit verandert.

Visioenen voor alle mensen

Als kluizenaar nam Julian de tijd om op een rijtje te zetten wat ze gezien had, en de implicaties ervan te begrijpen en verwoorden. Het lijkt alsof ze door een proces was gegaan waarin ze meer en meer was gaan vertrouwen op wat haar was getoond. Niet alleen op een intellectueel niveau, maar ook in haar eigen ziel. Waar ze haar korte tekst nog begon nog met een verontschuldiging over haar vrouw-zijn ('ik ben een vrouw, onwetend, zwak en broos'), laat ze die in de langere tekst weg.  

Julian voelde zich geroepen te schrijven, omdat ze ervan overtuigd was dat de visioenen niet alleen voor haar bedoeld waren, maar voor alle mensen. Het is een wonder dat we haar werk nog hebben. Als ik lees hoe Julian weigert omhoog naar de hemel te kijken om zo aan het lijden van Jezus te ontsnappen, dan moet ik denken aan het Bijbelse verhaal van de kruisiging. De mannelijke discipelen zijn in angst op de vlucht geslagen, maar bij het kruis staan drie vrouwen. Zij kijken níet weg. Is de theologie van Julian soft? Allesbehalve.  

Wil je meer lezen over Julian? Deze bronnen gebruikte Daan voor dit verhaal: 
- Als de liefde alles wordt, een recente uitgave van de teksten van Julian of Norwich, vertaald en ingeleid door Gerda Valkenborgh.
- Julian of Norwich: a Contemplative Biography van Amy Frykholm
- Laughing at the Devil: Seeing the World with Julian of Norwich van Amy Laura Hall

Foto boven: Matt Brown via Flickr.

Geschreven door

Daan Savert

--:--