Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Theoloog des Vaderlands Katja Tolstaja: ‘Soms denk ik: wat doe ik mezelf aan?’

De nieuwe Theoloog des Vaderlands over haar vak

Haar cv of ego interesseert haar niet. Liever heeft Katja Tolstaja, Theoloog des Vaderlands, het over haar vak. En dan bij voorkeur over de moeilijkste theologische kwesties, waar ze zich onvermoeibaar in verdiept. “Ik stel mij in dienst van de mensen voor wie ik mij inzet. Alleen zo wil ik mijn taak invullen.”

Deel:

In bijna alle interviews ligt er te veel nadruk op haar als mens, en niet op wat ze doet, merkt ze aan het begin van het gesprek op. Ze houdt er niet van om in the picture te staan. “Ik vind dat vervelend, want ik ben niet iemand die graag over zichzelf praat. Ik ben ijdel, maar mijn ijdelheid eindigt ’s ochtends bij mijn kledingkast. Al die aandacht voor mijn persoon staat haaks op wie ik ben. Ik neem graag het woord, maar dan moet het een geëngageerd, geïnspireerd gesprek zijn.”

Bij de les blijven

Met felrood gestifte lippen, in een donkerblauw mantelpakje en met een bloedkoralen ketting om haar hals vertelt Katja Tolstaja in een gesprekskamer van de Vrije Universiteit in Amsterdam over haar werk en haar leven. Ze formuleert zorgvuldig, met een accent, maar in onberispelijk Nederlands. Wie haar academische beschouwingen wil volgen, moet goed bij de les blijven. Vraag je naar iets wat ze al in eerdere interviews heeft verteld, dan houdt ze het kort.

In 1990 kwam ze als jonge Russische vluchteling naar Nederland. “Ik wilde mijn kinderen niet opvoeden in een land dat zo onvrij, bekrompen en ziek was na 75 jaar communisme, onder het Sovjetregime”, lichtte ze dit najaar toe in Trouw. Ze belandde met haar moeder en toen 2-jarige tweelingdochters in Kampen, waar ze aan de enige universiteit daar weinig anders kon dan theologie studeren. Een keuze waar ze achteraf geen moment spijt van heeft.

Personalia

Katja Tolstaja (1970) vluchtte in 1990 met haar moeder en twee dochters vanuit de toenmalige Sovjet-Unie naar Nederland. Ze kwam in Kampen terecht. Daar studeerde ze theologie en promoveerde ze. Katja is hoogleraar en vice-decaan aan de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit in Amsterdam, waar ze de leerstoel ‘Theologie en Religie in Posttraumatische Samenlevingen’ bekleedt. Ze is betrokken bij de Protestantse Kerk in Nederland.
Katja is getrouwd en heeft twee dochters en twee kleinkinderen.

Blij met elk nieuw boek

Katja staat in een traditie van studerende vrouwen. “Níét studeren, dát zou pas een schandaal zijn. Ik denk dat toen ik heel jong moeder werd, er in de familie even werd getwijfeld aan hoe ik terecht zou komen. Maar het was in mijn familie vanzelfsprekend dat ik ging studeren.”
Ze is enig kind, en haar ouders en haar grootouders – die bij hen inwoonden – gingen heel serieus om met haar intellectuele ontwikkeling. Tussen haar 7e en 13e jaar discussieerden zij aan tafel vaak met elkaar over de vraag: welk boek gaat Katja nu lezen? “Ik las heel graag, dus ik was blij met elk nieuw interessant boek.”
Zo kwam het dat ze rond haar elfde al Dostojevski las, een van de bekendste auteurs uit de Russische literatuur.

Officieel is haar achternaam Tolstoj, maar ze voert de vrouwelijke uitgang ‘-aja’. Op de vraag of ze familie is van Lev Tolstoj, de Russische schrijver van onder meer Oorlog en vrede en Anna Karenina, wil ze niet te veel kwijt. “Ik word er de hele tijd op aangesproken. ‘Bent u familie van?’” zei ze in 2015 in de Belgische krant De Morgen. “Het is een mooie naam, maar je draagt die niet zomaar. Het voelt soms aan als een claim die op jou wordt gelegd. Je achter zo’n naam verschuilen heeft iets oneigenlijks. Je moet voor jezelf ook iets betekenen, je eigen plaats bepalen.”

Gekrenkte trots

Katja is hoogleraar Theologie en Religie in Posttraumatische Samenlevingen. Wat dat inhoudt? Ze lacht bij die vraag. “Wat moet ik daarover zeggen? Ik bestudeer de rol van religie en theologie in landen met een collectief trauma. Bedenk daarbij wel dat elk trauma in eerste instantie een persoonlijk trauma is.”

Ze beschouwt de landen die tot 1990 de Sovjet-Unie vormden als ‘posttraumatische samenlevingen’. Het voornaamste trauma, stelt de hoogleraar, is natuurlijk de erfenis van ruim zeventig jaar Sovjetdictatuur. Maar daar komt nog iets bij: “Ook het uiteenvallen van de Sovjet-Unie was een trauma van gekrenkte trots. Een land dat ooit een wereldmacht was, stelde op het wereldtoneel ineens weinig meer voor.”

Er is geen hoop dat Poetin stopt

Bijdragen aan verzoening

Dat trauma wordt door de huidige oorlog tussen Rusland en Oekraïne nog groter. Aan beide kanten vallen slachtoffers en moeten moeders hun zoons naar het front sturen. Aan beide kanten slaan mensen op de vlucht voor Poetins regime. “Een van de vragen daarbij is: welke rol spelen religie en theologie in Rusland? Je ziet dat patriarch Kirill en de kerkelijke leiding nu een heel kwalijke rol spelen. Zij steunen Poetin en zijn oorlog. De vraag is: hoe kan de oosters-orthodoxe theologie verandering teweegbrengen in het denken van mensen? Want theologie kan krachten mobiliseren, de mentaliteit veranderen en bijdragen aan verzoening.”

Omdat er in het Westen nauwelijks aandacht is voor de rol van religie in zowel de Russische als Oekraïense propaganda, begrijpen de westerse mogendheden niet goed waar het in deze oorlog nu werkelijk om gaat, stelt Katja. “Na de val van het communisme werd religie ingezet voor allerlei politieke doeleinden. Het Moskouse patriarchaat van de Russisch-Orthodoxe Kerk raakte volledig verweven met de politiek. Met andere woorden: de theologie werd een ideologie. Maar door de ontwikkelingen in Oekraïne verliest het patriarchaat van Moskou daar nu zijn macht. De enige mogelijkheid om die terug te winnen, is door deze oorlog te winnen. En daar is ook Poetin alles aan gelegen. Zo vallen kerk en staat samen.

Het alternatief om die macht te behouden, was geweest wanneer patriarch Kirill zich fel en systematisch tegen de oorlog en agressie in Oekraïne had uitgesproken en aan de andere kant van de barricades was komen te staan. Maar dat had een totaal andere kerkpoliticus gevergd.”

Is er hoop in dit conflict?
“Er is geen hoop dat Poetin stopt. Des te groter is de noodzaak om zijn ideologie te ontmaskeren. Om mensen aan beide kanten van de oorlog duidelijk te maken dat er sprake is van misbruik van theologie. Aan beide zijden wordt deze oorlog immers geframed als een oorlog met bovennatuurlijke dimensies.”

Katja Tolstaja Visie 2
Katja Tolstaja. Credits: Jacqueline de Haas.

‘Wat doe ik mezelf aan?’

Eindeloos diep graven en de moeilijkste theologische vragen stellen; Katja wijdt zich er het liefst dag en nacht aan. Binnen haar studieterrein doet ze onderzoek naar ‘extreme ontmenselijking’, zoals in Auschwitz en in de straf- en werkkampen van de Sovjet-Goelag. Daarbij stelt ze onder meer de vraag: wat is de natuur van de mens? En: kun je nog geloven in God als alles je ontnomen wordt? Als je door extreme uitputting al het menselijke verliest? Ze komt daarbij “zulke verschrikkelijke levensverhalen en feiten” tegen, dat ze soms denkt: wat doe ik mezelf aan en wie interesseert dit eigenlijk? Verrassend vindt ze het daarom dat haar studenten telkens geboeid blijken door het onderwerp. “Je verwacht niet dat jonge mensen, die zijn opgegroeid in geluk en welzijn, en in een levensfase zitten van feesten, vriendschappen sluiten en verliefd worden, zeggen: ‘Dit is zó’n eyeopener, ik wil hierop afstuderen.’ Elke keer ben ik daar weer verbaasd over.”

Wanneer zou dit werk erop zitten?
“Ik hoop nooit. En als het niet meer zou lukken omdat ik écht te oud word, hoop ik dat ik genoeg kracht heb om me over te geven.”

Tijdverspilling

In november 2022 werd Katja verkozen tot Theoloog des Vaderlands. ‘In de huidige geopolitieke context is theoloog Katja Tolstaja een belangrijke ambassadeur van de theologie in Nederland’, oordeelde de jury. ‘Zij is in staat politieke en religieuze ontwikkelingen in Europa te duiden en tegelijkertijd de invloed van oorlog en vrede op het gewone leven van mensen hier en daar invoelbaar te maken.’

Bent je trots op de titel Theoloog des Vaderlands?
“Nee, zo zit ik niet in elkaar. Daarom zeg ik ook: die aandacht voor mijn persoon vind ik moeilijk. Ik vind mezelf serieus niet interessant. Ik ben niet ijdel, in de zin dat ik niet echt een geldingsdrang heb. Ik zit ook niet op Facebook of Twitter bijvoorbeeld. Dat vind ik volstrekt oninteressant en tijdverspilling: veel te oppervlakkig. Ik wil mijn tijd aan inhoudelijke zaken besteden. Natuurlijk ben ik ook een heel normale vrouw. Ik houd van mooie kleding, van interieurs, van esthetiek. Maar het is allemaal secundair aan wat ik inhoudelijk doe als theoloog. Mijn cv of ego interesseert me niet; als ik mijn vak maar kan dienen, vind ik het fantastisch. Daarom heb ik toegezegd – ik kon die titel kennelijk ook weigeren. Ik wil ambassadeur zijn van mijn vak, academische theologie.”

Het geloof was er gewoon altijd

Hoe geef je theologie een plek in een seculier landschap?
“Ik ervaar die seculariteit niet zo. Er is altijd een mogelijkheid om via cultuur of via de rol van religie in cultuur en samenleving gesprekken aan te gaan die door ongelovigen als zinvol ervaren worden. Ook de zogenaamde geseculariseerde Nederlanders willen graag nadenken over de ‘laatste’ existentiële vragen. Dat verbaast mij keer op keer.”

Grote gewetensvraag

Katja werd geboren in Sint-Petersburg (toen nog Leningrad), in een “geloofsneutraal” gezin. Toch gelooft ze in God zolang ze zich herinnert. “Vraag me niet hoe en waarom, het geloof was er gewoon altijd. Het dienstmeisje van mijn grootvader kwam weleens bij ons, en van haar leerde ik het Onze Vader. Nee, ik bad verder niet. Dat ging ik pas na mijn 18e doen.” Over het hoe en waarom daarvan wil ze niets kwijt. Wel zegt ze: “Pas in Nederland werd ik lid van een kerk, de Protestantse Kerk. Hier ben ik ook gedoopt.”

Was het een optie om lid te worden van de Russisch-Orthodoxe Kerk?
“Sinds mijn doop is het een heel grote gewetensvraag of het niet beter zou zijn als ik orthodox zou worden. Dien ik God niet veel meer als ik lid van die kerk zou worden? Niet alleen omdat ik heel erg houd van de oosters-orthodoxe theologie – de liturgische traditie vind ik er fantastisch mooi en de iconen ongelofelijk interessant. Maar ook omdat de Russisch-Orthodoxe Kerk in enorme nood verkeert, juist nu ze zo ingezet wordt als wapen in de oorlog. Ik heb er nog geen antwoord op.”

Niet jij, maar God moet op de eerste plaats

Waar moest je het meest aan wennen in Nederland?
Direct: “Aan de pepermuntjes in de kerk. Als je in de orthodoxe traditie naar een kerk gaat, treed je het gebied van het heilige, het transcendente, binnen. Daar passen geen pepermuntjes bij. Maar hier beleven mensen de kerk veel nuchterder. Inmiddels voel ik me daarbij thuis en eet ik ook pepermuntjes.”

Wat betekent geloven voor je?
“Geloven is altijd een sprong in het ongewisse. Want er zijn talloze redenen om niet te geloven. Zeker als wetenschapper zou ik moeten zeggen: er is totaal geen reden om te geloven. Maar voor mijn onderzoek naar extreme ontmenselijking ben ik verplicht mij als theoloog af te vragen: waar sta ik met mijn geloof? Het brengt mij elke keer opnieuw tot die persoonlijke keuze. Ik waag die sprong, maar het is voor mij wel een sprong ‘desondanks’. Vooral nadat ik weer verschrikkelijke getuigenissen heb gelezen van mensen in extreem lijden. Zonder dat ik die keuze anderen opleg overigens, want dit is iets wat je zelf moet beslissen.”

Kerstkilo’s kwijtraken

De start van de veertigdagentijd is in zicht. Een mooie liturgische periode, helemaal voor een theoloog. Katja heeft weinig op met het consumentistische karakter ervan, waarbij gelovigen bijvoorbeeld gaan vasten om de kerstkilo’s kwijt te raken. “Als dát je motivatie is, doe het dan gewoon niet. Vasten is bedoeld om – met lichaam én geest – te werken aan je persoonlijke relatie met God. Niet jij, maar God moet op de eerste plaats. Dus van mij mag je veertig dagen op je kop gaan staan, als daarmee maar gewaarborgd is dat het je dichter tot God brengt. Waar het om gaat, is overgave. Je bezinnen op je positie ten opzichte van God.”

Zelf zou ze veel structureler willen vasten. Maar ze doet het dit jaar zelfs helemaal niet, omdat ze – mede door de oorlog – “zo veel ballen in de lucht moet houden”. Ze gunt zichzelf niet eens het verlángen naar rust. “Behalve voor mijn werk en mijn gezin, draag ik de zorg voor twintig Oekraïense vluchtelingen in ons huis en elders in mijn woonplaats Kampen. Hen sta ik praktisch bij, maar ook met zielzorg. Ook ben ik ambassadeur van een prachtig landelijk initiatief – De Thuisgevers – dat de vastgelopen asielopvang wil oplossen door mensen echt aan een nieuw thuis te helpen.

Dit neemt niet weg dat ik elke seconde gebruik om tot innerlijke rust te komen en op mijn manier een band met God te zoeken. Want ik ben me ervan bewust dat ik niet beschik over mijn eigen leven, noch over het leven van de wereld. Zo bid ik elke dag het Jezusgebed, het belangrijkste gebed in het oosterse christendom: ‘Here Jezus Christus, verlos mij’. Het helpt mij met beide benen op de grond te blijven.”

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--