Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Mama Mirjam #34: ‘Ik was toch die moeder die nooit zou vergelijken?’

Mirjam is getrouwd met Chris en heeft vier prachtige kinderen. De jongste, Livia (4), heeft het syndroom van Down, wat een verrijking is voor hun gezin. Over Livia schrijft ze voor Eva.

Deel:

‘Hoor je hoe knap ze ‘ziekenhuis’ kan zeggen?’

‘Haar zinnetjes worden steeds langer hè!’

‘Kijk eens hoe netjes ze kan opruimen!’

Thuis juichen we heel wat af. We zien hoe Livia zich ontwikkelt en vieren de kleine stapjes die ze maakt. Hier, onder ons dak, is Livia onze jongste, die in haar eigen tempo groeit. We kunnen haar met niemand vergelijken, want de rest is haar sowieso al ver voorbij. We vinden haar gewoon groot worden en daar genieten we van. Maar nu ze elke dag naar school gaat en in de klas met leeftijdsgenootjes in aanraking komt, is er vergelijkingsmateriaal te over.

Tussen haar klasgenootjes is ze niet het meisje dat zo knap ‘ziekenhuis’ kan zeggen. In vergelijking met de verhalen van de kinderen in de kring, zijn Livia’s korte zinnetjes weinig noemenswaardig. En daar komt bij dat alleen een geduldige hoorder ze kan verstaan.

Dat ze zo netjes kan opruimen is in de klas niet zichtbaar, want als niemand haar de opdracht geeft, laat ze een spoor van spullen achter zich. Livia kan ook niet zonder begeleiding met haar leeftijdsgenootjes naar de vakantiebijbelclub. Met buurkinderen in de poort spelen al helemaal niet. En…. Ik stop.

Ik was toch die moeder die nooit zou vergelijken?

Ik hoor het mezelf zeggen, ik zie de woorden langzaam vorm krijgen op papier en ik schrik ervan. Ik was toch die moeder die nooit zou vergelijken? Ik vond het toch helemaal oké dat Livia zich ontwikkelde in haar eigen tempo? Is dat nu ineens veranderd?

Ik laat een witregel open. Even mijn gedachten op orde. Heb ik mezelf de laatste jaren wellicht wat overschreeuwd? ‘Liv is Liv en ze doet alles lekker in haar eigen tempo’, was mijn tekst. Maar ben ik daarmee wel eerlijk geweest naar mezelf?

‘Het geeft niet, het is helemaal oké’, zo eindigde ik vaak een verhaal over dingen die spelen rondom Liv. Tot ik laatst op mijn vingers werd getikt en iemand me in liefde zei dat het soms ook gewoon níét oké mag zijn. Het mág geven, het mag zelfs af en toe heel stom zijn. Dat raakte me. Het raakte me tot tranen toe.

Het mág geven, het mag zelfs af en toe heel stom zijn

Ik wist dat ze gelijk had en dat besef daalde langzaam naar de bodem van mijn hart. Datzelfde hart dat zo boordevol is van liefde voor mijn dochter. Soms mag ik even balen. Soms is het gewoon even niet oké. En dat geeft niet, want het doet niets af aan mijn moederliefde voor Liv. Liv is Liv en ze doet alles lekker in haar eigen tempo. Dat is meestal helemaal oké en soms gewoon even niet. En dat mag best gezegd worden.

Geschreven door

Mirjam Kooijman

--:--