Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Door de pakken herken je je collega’s nauwelijks’

Verpleegkundige Alida over de coronazorg

In Eva 4, die rond 13 mei verschijnt, laten we drie mensen aan het woord die werken in de frontlinie van de corona-oorlog: Gor Khatchikyan (33), spoedeisende hulp arts (SEH-arts) van het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein; verpleegkundige Christel Pul (43), Avond-, Weekeinde- en Nachthoofd van het Isala Ziekenhuis in Zwolle en verpleegkundige Alida van den Heuvel (34) van het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam.

Deel:

Het drietal vertelt wat de uitbraak van het nieuwe virus voor hen betekent. Op onze website lees je nu alvast een deel van Alida’s verhaal:

Surrealistische sfeer

Als verpleegkundige is Alida gewend mee te maken dat mensen overlijden. Toch is alles nu anders voor haar. Het aantal IC-bedden in het Ikaziaziekenhuis is verdubbeld. “Er hangt een surrealistische sfeer op de afdeling.”

Ze vervolgt: “Op de corona-IC liggen alle mensen aan de beademing, allemaal diep in slaap. We brengen hen namelijk in slaap voordat ze aan de beademing gaan. Het is stil, er is geen familie aanwezig. Als verpleegkundigen lopen we rond in pakken, je moet soms goed kijken om te zien wie je voor je hebt.”

Extra alertheid

“Er is veel personeel van buitenaf bij gekomen, oud-collega’s, mensen van andere afdelingen. In korte tijd kregen we dus veel nieuwe collega’s. Daarbij hebben we te maken met een ziektebeeld dat we niet kennen en zijn er extra IC-afdelingen bij gekomen; we hebben nu twee corona IC’s en één reguliere IC. Ook werken we met ander materiaal; overal wordt beademingsapparatuur vandaan gehaald. Dat alles vraagt om extra alertheid.”

Overlijden

Ongewoon is ook dat mensen heel lang aan de beademing liggen. “Hun toestand fluctueert heel erg. De ene dag lijkt er verbetering te zijn, de andere dag is het weer anders. Het kan alle kanten op. Dat grillige beeld maakt alles heel onzeker. Ik heb ook een overlijden meegemaakt zonder dat er familie bij was. Het beleid is nu dat er familie bij mag zijn, in geval van naderend overlijden. Maar soms is familie zelf ook ziek, of te laat. De patiënt is zich er zelf niet van bewust dat er niemand bij is. Toch doe ik mijn best om naast het bed te zitten op zo’n moment, dan weet de familie dat hun dierbare niet alleen is gegaan.”

Omhelzen

Een kwartier praten bij het bed, bezorgde familie in de ogen kijken, het kan nu niet. “Normaal doe ik dat wel, geef uitleg. Nu doe je dat via de telefoon. Ik merk dat mensen dat enorm waarderen. Een vrouw zei: ‘Ik kan je wel omhelzen.’ Voor je gevoel is het minimaal wat je kunt doen, maar familie ervaart het als heel waardevol.”

Saamhorigheid

De extreme situatie zorgt voor grote betrokkenheid. “Je gaat mee in die flow. Vooral in het begin van de coronacrisis wilde ik eigenlijk weer naar het ziekenhuis als ik een dagje thuis was. Je hoort van alles, wilt graag werken en je steentje bijdragen. Die saamhorigheid, dat is mooi om te zien. Dat geldt ook voor alle andere afdelingen, van de schoonmaak tot de logistiek. Ook van buiten het ziekenhuis is er veel meeleven. We krijgen zomaar eten van een restaurant, fruit van een bedrijf en lieve kaartjes van wildvreemde mensen.”

Lees ook: Hoe overleef je de crisis als single?

--:--