Ga naar submenu Ga naar zoekveld

De jaarwisseling vieren met Prediker

‘Zet jezelf niet buiten het kwaad’

Voor de vierde keer viert Visie de jaarwisseling met Prediker. Lekker bourgondisch bij een goede Italiaan. Al lijkt Prediker de sfeer niet helemaal aan te voelen.

Deel:

Woedend been ik door de glimmende straten van de Rotterdamse volksbuurt Feijenoord. Ik ben diep in mijn jas gedoken, die langzaamaan zwaar wordt van het vocht. Het is zo’n typische, Nederlandse oudejaarsavond: druilerig, koud en grauw. Een zware vuurwerkgeur hangt tussen de portiekwoningen. Bij vuurkorven en straatbrandjes staan vrolijke, vaak aangeschoten mensen. Ze wensen me het beste, maar ik loop zwijgend door.

Waardevolle vriendschappen
Het idee was leuk: met een groepje vrienden uit eten in Rotterdam, om daarna het Nationale Vuurwerk te bekijken vanaf de Erasmusbrug. Normaal gesproken houd ik niet zo van mensenmassa’s, maar de grote vuurwerkshow in Rotterdam wilde ik een keer meemaken. Dus hadden we een leuk, sympathiek Italiaans restaurant uitgekozen voor een bourgondisch diner. Niets leek een zorgeloze avond in de weg te staan. En toen Prediker me een berichtje stuurde of we de jaarwisseling weer samen wilden vieren, was de puzzel compleet. Hij schoof aan, dus kon ik pronken met mijn beroemde, wijze vriend. 

Zo belanden we bij een chic Italiaans restaurant op loopafstand van de Erasmusbrug; met z’n zessen zitten we aan een ronde tafel, Prediker zit rechts van me. Een goed Italiaans diner begint met een aperitivo. Daar starten wij dus ook mee. We heffen een glas prosecco op het goede leven. Ik kijk de kring rond. Wat een prachtig gezelschap, wat een waardevolle vriendschappen.  

Bullebak
Bij het voorgerecht – voor mij een burrata – bespreken we onze levens en het nieuws. De gevallen helden komen langs: Matthijs van Nieuwkerk, Khadija Arib. “Je kunt je zo eenvoudig vergissen in mensen”, verzucht mijn linkerbuurman. “Inderdaad”, beaam ik. “Bizar hoe een gezicht dat je jarenlang dagelijks bijpraatte zo tegen kan vallen.” Terwijl ik een hapje van het ricottataartje van een vriend proef, verzucht ik: “Hoe kan het dat zo’n bullebak zulke prachtige televisie kan maken? Hij is zo vol liefde voor cultuur en muziek. Ik krijg het niet bij elkaar.” Goed dat zij buitenspel zijn gezet, concluderen we.

De wereld gaat kapot, omdat wij kapot zijn

Meer nieuws vliegt over tafel. We bespreken de oorlog in Oekraïne. Wat een tiran, die Poetin. Die moet niet goed bij zijn hoofd zijn, concluderen we gezamenlijk. Tenminste, bijna gezamenlijk. Want Prediker houdt zijn mond en zit met licht op- getrokken wenkbrauwen achterover in zijn stoel. Af en toe buigt hij zich naar voren om geconcentreerd een hap te nemen van zijn voorgerecht: ham van zwaardvis. Als hij dat doet, bestaat er voor hem duidelijk niets anders dan het eten. We laten ons nog een glas wijn inschenken. 

Het gesprek meandert verder. We hebben het over het wereldkampioenschap voetbal. Of eigenlijk vooral over dat we niet gekeken hebben. Natuurlijk niet. Wat een smerige organisatie, die FIFA. Eén grote corrupte zooi. En dan organiseren ze het kampioenschap in Qatar, waar slavernij, omkoperij en geldverkwisting schering en inslag zijn. Daar kunnen wij onze handen natuurlijk niet aan vuilmaken.

Misstanden
Bij de tafel verschijnt een ober met een karretje. Uit een enorme, uitgeholde Parmezaanse kaas schept hij tagliatelle, waar truffel over geschaafd wordt. Wat een fantastisch gerecht. En vegetarisch; dat zijn alle vrienden met wie ik aan tafel zit. Logisch. Er zijn zo veel misstanden in de bio-industrie. Bovendien zorgt veeteelt voor een hoop uitstoot. Mijn overbuurman vertelt over ontmoetingen in de Verenigde Staten, waar mensen massaal ontkennen dat er klimaatverandering is. We verbazen ons er hoofdschuddend over.

Prediker eet geen truffel: hij neemt lamsrack met wijnsaus. Hij eet geconcentreerd; soms op zijn eten, maar net zozeer op onze gesprekken. Nog maar een wijntje. Stevig rood, dat combineert goed met de truffel.  Hoe voller onze buiken komen te zitten, hoe tevredener we ons voelen. Ik sta op en hef mijn glas: “De wereld gaat kapot, maar hier is het goed. Op vriendschap!”

De wereld gaat kapot, maar hier is het goed

Mijn vrienden staan op en heffen het glas. Alleen Prediker blijft zitten. Hij lijkt in gedachten verzonken te zijn. Tijd voor het dessert. Amandeltaartje? Of toch maar een kaasplankje? Weet je wat, eerst het kaasplankje, dan het amandeltaartje. Het is maar één keer oudejaarsdag 2022. En natuurlijk een dessertwijn. Rode muskaat.

Slavernij
Als de Italiaanse kazen op tafel verschijnen, durf ik het Prediker te vragen: “Waarom proostte u niet mee?” Mijn rechterbuurman zwijgt even. Dan begint hij rustig te praten. “Jullie zeiden net dat er voor slechte mensen geen plek moet zijn. Dan zou ik ook buitenspel moeten worden gezet.” Zijn blik glijdt de kring rond. “Er is geen mens op aarde die nooit zondigt, die alleen maar goed is en rechtvaardig. De wereld gaat kapot, omdat wij kapot zijn.”

Een vriend tegenover me schuifelt wat ongemakkelijk op zijn stoel. “Maar Prediker, het is toch goed om je druk te maken over misstanden?” Prediker glimlacht. “Verbaas je niet over het onrecht. Het was er altijd, het zal er altijd zijn. Als je gelooft dat je door vriendelijk en netjes te zijn het kwaad kunt stoppen, leef je in een illusie. Met de mond waarmee je een ander veroordeelt, doe je de volgende dag zelf iemand pijn. Je plaatst een verontwaardigde tweet over de slavernij in Qatar op een telefoon die door dwangarbeiders in China is gemaakt. Zet jezelf niet buiten het kwaad.”

“Maar dat betekent toch niet dat je al het onrecht maar moet laten gebeuren?” vraag ik. “Wellicht niet. Maar wees in ieder geval voorzichtig met wijzen. Begin in het klein, bij jezelf; dat is al moeilijk genoeg. Denk niet dat je met goed gedrag de hemel op aarde kunt bereiken.”

Wat is er mis met het goede proberen te doen?

Frustrerend
Ik merk dat het me irriteert. Alles was fijn en prettig, maar Prediker prikt onze tevredenheid met een paar woorden stuk. Zo kun je toch nooit voldaan zijn? Driftig neem ik een hap – verrukkelijke – kaas. “Wat is er mis met het goede proberen te doen?” snauw ik met een volle mond. Opnieuw glimlacht Prediker. Een frustrerend relativerende glimlach. “Niets. Maar wel met de gedachte dat de wereld beter af zou zijn als iedereen op jou zou lijken. Hetzelfde kwaad huist in ieder mensenkind. Liefde en haat, schoonheid en lelijkheid: het zit in ons allemaal.”
Ik gooi het eruit: “Dan kun je bijna beter dood zijn.” Aan tafel is het ongemakkelijk stil. Prediker kijkt me recht aan: “Die gedachte is me niet vreemd. En in veel opzichten zijn de doden inderdaad beter af dan de levenden.” 

‘Ik maak er een potje van’
Dat is het moment waarop ik kwaad opsta en het restaurant uit been, het druilerige Rotterdam in. Ik zwerf een tijdje rond door de stad. Langzamerhand zakt mijn woede. Ik voel me eenzaam en koud; mijn jas is verregend en nat. En ik schaam me een beetje. Prediker heeft gelijk: ik maak er net zo goed een potje van. Ik kan niet eens een normale discussie voeren. 

Amandeltaart
Ik schrik op van een hand op mijn schouder. Als ik me omdraai, sta ik oog in oog met Prediker. Net zo in elkaar gedoken en verregend als ik. Achter hem lopen mijn vrienden. Ze kijken wat beduusd in hun druipende kleren. “Eén ding is erger dan zelfgenoegzaamheid”, zegt Prediker. “Zelfgenoegzaamheid in je eentje. Laten we samen delen van het goede.”

Aan de kade van de Maas gaan we zitten op de kletsnatte stenen. Dicht tegen elkaar aan, in de hoop op een beetje warmte. Onze benen bungelen boven het rivierwater. Prediker opent het plastic bakje. Er zitten zes stukjes amandeltaart in. Terwijl boven het water vuurwerk losbarst, eten wij de taartjes. Rillend, grinnikend om de bizarre situatie en van binnen vreemd warm.

Geschreven door

Pieter-Jan Rodenburg

--:--