Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Idealen? Weg ermee!

Jean-Jacques zit vol met idealen, maar ontdekt hoe die hem weghouden bij God. Hij besluit het daarom eens over een andere boeg te gooien en dat voelt... onwennig.

Deel:

We hebben last van idealitis – te veel idealen. Ik ken een meisje dat dagelijks een uur eerder opstond om haar haren te doen. Elk haartje moest op zijn plek zitten. Ik ken mensen die vinden dat ze niet goed genoeg zijn, het moet altijd beter, groter, mooier. Het resultaat is natuurlijk dat je teleurgesteld raakt. Want een ideaal is per definitie niet de werkelijkheid. Toch is God alleen daarin te vinden, de bron van alle leven en creativiteit.

Waaruit bestaat de weg naar de hel, de situatie waar God niet is? Uit goede voornemens, zegt het spreekwoord. Idealen beletten ons om van het leven te genieten. Elk ideaal houdt namelijk het barse oordeel in: zoals het nu is, zoals jij nu bent, is niet goed. Het moet anders. Daarom zijn mensen met idealen vaak kritisch en ontevreden. De apostel Paulus noemt die ‘goede werken’ waarmee hij de vloer aanveegt: het zijn ‘dode werken’. Die brengen natuurlijk geen vrucht voort. De reden? In idealen blijven we uiteindelijk met onszelf bezig, we willen onszelf ‘redden’, buiten God om. 

Maar hoe voer je dan op een goede manier actie tegen klimaatverandering of voor het kinderpardon, zoals ik laatst deed? Niet om mijzelf een lekker gevoel te geven of om een selfie van mijzelf in de protestmars op sociale media te zetten. Ook niet om zelfvoldaan ‘goed’ te wezen, zo van: wij hier staan aan de goede kant tegenover jullie, slechte milieuvervuilende kapitalisten of onmenselijke ambtenaren. Het resultaat is polarisatie en soms zelfs geweld.  Idealitis is een ernstige kwaal. Vol van goede voornemens, is er in ons geen ruimte voor God.

God schept nog steeds

Het is jammer dat de pas verschenen herziene Bijbelvertaling (NBV21) begint met ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde’. Een veel betere vertaling is: ‘Toen God begon met het scheppen van de hemel en de aarde’. Dat is ook de joodse vertaling, die in de NBV21 echter in een voetnoot is weggestopt. Het cruciale punt is dat God niet eens, in een grijs verleden, schiep en we het verder zelf maar moeten zien te rooien. Nee, God is nog steeds aan het scheppen, als het kan in en door ons heen. Maar wij geven geen thuis, we gaan op in onze idealen.

Ik probeer te genezen van mijn idealitis. Af en toe sta ik ’s ochtends op en laat mijn idealen slapen. Geen goede voornemens meer, geen plannen om dit of dat beter te gaan doen, niet meer zo hevig wensen dat de wereld erop vooruitgaat. Hoe dat is? Onwennig, het geeft een kaal gevoel, een beetje onthand en stuurloos ook, want er zijn geen mooie voornemens meer die mij vooruit trekken. Totdat ik ineens de vloer onder mijn blote voeten voel. Die vloer zegt: Welkom in de werkelijkheid, welkom bij God.

Hoe draagt een boom vrucht? Door in de grond te blijven staan.

Geschreven door

Jean-Jacques Suurmond

--:--