Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Aafke Romeijn gaat lezen in de Bijbel

Aafke Romeijn werd door haar ouders niet opgevoed met geloven. Toch kwamen kerk, geloof en Bijbel regelmatig op haar pad. Ze gaat de uitdaging aan en neemt een frisse duik in de eeuwenoude verhalen.

Deel:

Ik heb de Bijbel nog nooit gelezen. Of ja, dat is niet helemaal waar. Ik deed eens een poging, ik was 16 en geobsedeerd door moeilijke dikke boeken die mijn leeftijdsgenoten nooit zouden uitkiezen in de bibliotheek. Ik had al geprobeerd om Boze Geesten van Dostojevski te lezen, maar kreeg alle Russische bijnamen van de tientallen hoofdpersonen maar niet in mijn hoofd, en dan blijft het toch een verwarrend en saai verhaal, als alle personages inwisselbaar zijn. De Bijbel was next on my list. Het leek me wel cool en edgy om door de schoolgangen te lopen met zo’n dikke pil voor mijn neus, zeker in de context van het nogal pro-actieve atheïsme dat vrijwel al mijn klasgenoten beoefenden. De Bijbel lezen was echt not done op het Stedelijk Gym Nijmegen omstreeks 2003, dat kan ik je wel vertellen.

Geloven voelde als iets stiekems

Maar laten we eerst eens teruggaan in de tijd. Want alhoewel ik opgroeide in een gezin dat niet praktiserend religieus was, is het niet zo dat de Bijbel afwezig was in mijn jeugd. Bij mijn opa en oma van vaders kant nam hij zelfs een heel prominente plek in op de vensterbank naast de eettafel. Doopsgezind als ze waren, was die Bijbel vrijwel stukgelezen, en welke vraag je mijn oma ook stelt over de Bijbel: de kans is groot dat ze het antwoord weet, en dat ze je ook kan vertellen hoe er door gelovigen en theologen onderling van mening wordt verschild over betreffende bijbelpassage.

Mijn oma van moeders kant is al even gelovig, maar dan van katholieke huize. De Bijbel stond wel in de boekenkast, maar kwam daar zelden uit. In plaats daarvan leerde oma mij in het geniep rozenkransen en Maria-weesgegroetjes voor het slapengaan bidden. Reuze interessant vond ik dat als kind, omdat de beweging die mijn ouders in hun puberteit hebben gemaakt - zo ver mogelijk weg van de kerk - maakte dat alles dat met God en geloof te maken had voelde als iets stiekems. Een geheime club waarvan je je lidmaatschap te allen tijde moest ontkennen.

Eerste vruchteloze poging

En zo begon ik op mijn 16e aan de Bijbel. Ik worstelde me door Genesis heen, het kostte me moeite mijn aandacht erbij te houden. Wat me het meeste bijstaat zijn de ellenlange opsommingen van stambomen. Jantje werd 600 jaar oud en kreeg 21 zonen: Pietje, Klaasje… en ga zo maar door. Had er in die 2000 jaar niemand even kunnen kijken naar leesbaarheid? Een spanningsboog? Zonder enige religieuze onderlegging was het onmogelijk voor me om de opsommingen en verhalen in context te zien, laat staan ze te interpreteren, en binnen nog geen week gooide ik het boek teleurgesteld terzijde.

Confrontaties met de Bijbel

Het kostte een aantal confrontaties voordat ik me weer kon interesseren voor de Bijbel. De eerste was mijn studie Nederlandse Letterkunde. Al in het eerste jaar ontdekte dat ik een grote achterstand had in het lezen en interpreteren van vrijwel alle literaire teksten van voor de Tweede Wereldoorlog, omdat ik geen enkele bijbelse verwijzing zag of begreep. Het was een kennisachterstand die niet zomaar weg te poetsen was, zelfs niet met de spoedcursus “Wie is wie in de Bijbel” die de docenten voor heidenen als ik organiseerde.

Daar stond tegenover dat een groot deel van mijn jaargenoten afkomstig was uit de Biblebelt, en nooit de deur uitgingen zonder een zakbijbel, waar ze blind de passages in konden vinden die aangehaald werden in het werk van Hermans. Het irriteerde me mateloos: waarom wisten deze wereldvreemde types, opgegroeid in een kunstmatig afgeschermde omgeving, meer dan ik?

'Ik had een grote kennisachterstand, die niet zomaar was weg te poetsen.'

Jaren later maakte ik kennis met mijn schoonvader. Hij werkte op het kantoor van de bisschop van Hasselt, en is - zoals je begrijpt - nog weer een heel stuk katholieker dan mijn oma. Waar mijn oma gedreven leek te worden door een angst voor het hiernamaals, is mijn schoonvader een socialist die in de kerk een manier gevonden heeft om gemeenschapszin en naastenzorg te organiseren. Zijn politieke overtuigingen stroken vrijwel volledig met de mijne, en zijn visie op de mogelijkheden van de kerk openden mijn ogen voor een andere blik op religie.

Ongemakkelijke uitdaging

De laatste confrontatie was een logeerpartij in het Dominicanenklooster in Zwolle. In gesprekken met broeders die ik daar voerde leerde ik dat religie niet gedreven hoeft te worden door overtuigingen en dogma’s, maar dat er plaats is voor twijfel, voor onderzoek, voor menselijkheid. Ik kwam terug en was danig in de war. Waarom voelde ik me zo aangetrokken door de visie en barmhartigheid van deze broeders, die al vroeg in hun leven een keuze hadden gemaakt waar ik me niets bij voor kon stellen?

Toen ik vorig jaar in een diepe depressie viel was het een van die broeders die me een e-mail stuurde met daarin de suggestie dat het misschien toch geen kwaad kon eens te onderzoeken wat mij nou zo aantrekt in de katholieke belevingswereld. Hij heeft gelijk, bedacht ik. Het is een ongemakkelijk onderzoek om aan te gaan. Ik, die profiteert van alle vrijheden waar mijn ouders voor gevochten hebben als niet-gelovigen, zet een bewuste stap richting de kerk. Ik pak de Bijbel weer op en begin te lezen, en zal de komende tijd verslag doen van mijn ervaringen.

Foto: Bibian Bingen

Aafke Romeijn is muzikant, schrijver en journalist. Onlangs verscheen haar nieuwe album Godzilla, met nummers die gaan over haar depressies. En vers van de pers is haar nieuwste boek: 7B. Te koop bij je plaatselijke boekhandel.

Aafke Romeijn: ‘Als je depressief bent, verlies je al je zelfvertrouwen’
Aafke Romeijn: ‘Als je depressief bent, verlies je al je zelfvertrouwen’

Aafke Romeijn was eerder te gast in ons tv-programma Lazarus. Ze vertelde over haar depressies en ging met presentator Marleen Stelling op zoek naar depressie in de Bijbel.

Geschreven door

Aafke Romeijn

--:--