Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Radboud is kistenmaker met een missie: de dood vertrouwd maken

‘Ik vraag mensen altijd om te helpen hun overleden dierbare in de kist te leggen’

Radboud Spruit (61) is grafkistenmaker. “De dood vertrouwd maken, dat ervaar ik als dé missie van mijn leven.” Hij vertelt graag verhalen over zijn werk op Twitter. “Dit is daar ideaal voor, dus ik ben het heel erg belangrijk gaan vinden.” Redacteur Lonneke ging langs in zijn werkplaats.

Deel:

Een beetje verbaasd kijk ik om me heen. De lichte ruimte, vol met houten planken, heeft allesbehalve de plechtige sfeer die ik verwachtte in een werkplaats waar grafkisten worden gemaakt. Radboud ziet me kijken. “Pas kwam hier een klas met kinderen op bezoek, die zeiden: we dachten dat alles hier zwart zou zijn,” vertelt hij lachend. Direct begint hij te vertellen over zijn werk en over de mensen die hier de afgelopen tijd zijn geweest. Twee dingen zijn duidelijk: Radboud is een geboren verhalenverteller én hij heeft ontzettend veel passie voor zijn werk. 

Openheid

Vroeger was hij bang voor de dood, maar inmiddels niet meer. Onze collega’s van EO-Visie spraken hem daar eerder over, dat artikel lees je hier. Inmiddels is de dood voor Radboud heel normaal geworden. “Ik heb honderden dode lichamen in mijn armen gehad, voor mij zijn die vertrouwd.” Ook anderen met de dood vertrouwd te maken, dat ziet hij als zijn taak. “Ik probeer heel open over de dood te praten. Kijk, de dood is nooit leuk. Het maakt niet uit hoe oud iemand is. Al is het je oma van 104, ook dan zijn mensen verdrietig. Het is iemands moeder, het is iemands oma.”

Hij probeert nabestaanden daarom zoveel mogelijk mee te nemen in het proces. “Als ik thuiskom bij mensen, probeer ik hen er altijd bij te betrekken, ik vraag hen om te helpen degene in de kist te leggen. Dan leg ik uit hoe dat gaat, dat een lichaam koud is. De meesten helpen dan wel, sommigen doen het niet. Je moet natuurlijk niets forceren.” Ook kinderen betrekt hij erbij, door hen bijvoorbeeld een houten vlinder te laten beschilderen voor op de kist.

‘Ik vraag mensen altijd om te helpen degene in de kist te leggen’

Die openheid rondom de dood vindt Radboud erg belangrijk. Hij kan zich goed herinneren hoe anders dat was in zijn jeugd. “Als kind stelde ik al vragen. De vader van een vriendje van mij was overleden. Ik heb die vader nooit gekend, die was altijd ‘op zakenreis’. Ik bleef altijd vragen: wanneer komt hij dan? ‘Nou,’ zei het jongetje, ‘met Kerst’. Hij bleef verhalen vertellen en op een gegeven moment merkte ik dat het vervelend werd voor hem. Toen heb ik het aan mijn moeder gevraagd en die vertelde dat zijn vader dood was. Van zijn moeder mocht hij daar niet over praten, dus hij had geleerd om te zeggen dat zijn vader op zakenreis was.”

Zo open praten over de dood ging ook bij Radboud niet vanzelf, dat heeft hij door de jaren heen moeten leren. “Toen ik kistenmaker werd, moest ik er ook aan wennen. Het kwam soms gewoon mijn strot niet uit om te zeggen dat ik grafkistenmaker was. Iedereen, waar dan ook ter wereld, vindt dat boeiend. Als ik dat zei, ontstonden er gesprekken, daar moest ik aan wennen. Soms zei ik dat ik meubelmaker was, dat is in principe hetzelfde werk natuurlijk. Dan kreeg ik geen vragen, dan zeiden mensen alleen: ‘Oh mooi, je werkt met je handen’. Maar als je zegt dat je kistenmaker bent, komen er altijd vragen. Sommigen willen er alles over weten, sommigen zo weinig mogelijk, sommige mensen vinden mijn beroepskeuze ook een beetje raar.”

Mooie kisten

“Wat ik veel hoor, vooral van mannen, wanneer ik vertel dat ik bijzondere, handgemaakte kisten maak: ‘Nou, stop mij maar in een zak, ik vind het niet belangrijk.’ Dan zeg ik: ‘Nou, het voordeel is dat het mag. Het moet wel een biologisch afbreekbare zak zijn, en hij moet op een plank liggen, want anders mag hij niet in de oven of in het graf. Maar als je vrouw nu overlijdt, stop je haar dan ook in een zak?’” Hij doet het gemurmel na, dat vaak volgt als reactie. ”’Denk jij dat ze jou in een zak wil stoppen?’, vraag ik dan. Zo ontstaat er een gesprek. Dan leg ik uit waarom ik het belangrijk vind dat een kist mooi is.”

‘De week tot en met de uitvaart is een tijdloze periode’

Waarom is dat dan zo belangrijk? “Op het moment dat je hoort dat je vader, moeder of kind is overleden, staat voor jou de tijd even stil. De wereld is dan even niet belangrijk. Die week, tot en met de uitvaart, wordt een hele bijzondere week. Een soort vacuüm, een tijdloze periode, die de rest van je leven meegaat. De details van zo’n week, de keuzes die je maakt, de dingen die mensen tegen je zeggen… Dat herinner je je allemaal later nog. Daarom is het zo belangrijk om die week heel mooi in te vullen. Een kist is maar één onderdeel daarvan. De plek, de uitvaartondernemer, de mensen die je om je heen verzamelt. Dat is heel erg belangrijk.”

Vertrouwd met de dood

Radboud moedigt mensen ook aan om zo betrokken mogelijk te zijn bij het regelen van de uitvaart. “Ik vind ook dat je heel veel zelf moet doen. Ik begeleid weleens mensen die geen uitvaartondernemer willen, maar dat nog nooit zelf hebben gedaan. Dan zeg ik op afstand wat ze moeten doen. Die mensen zijn heel erg betrokken en ik denk dat dat voor het rouwproces belangrijk is. Hoe traumatischer de dood, hoe belangrijker het is om alles zelf te doen. Als er iets heel heftigs gebeurt, wordt de stevigheid onder je schoenen vandaan geslagen, je verliest de grip op je eigen leven. Dat is een heel naar gevoel. Wat je moet doen is de controle terugkrijgen. Dan is het belangrijk om te handelen, je moet zien: als ik iets doe, verandert er iets. Zo krijg je de controle terug.”

Niet alleen in zijn werk als kistenmaker is Radboud bezig om mensen vertrouwd te maken met de dood. Ook op Twitterdeelt hij regelmatig draadjes met verhalen over de kisten die hij maakt. “Met Twitter ben ik zomaar een keer begonnen, heel simpel, voor mijn kisten. Toen ontdekte ik draadjes, en ik ben een verhalenverteller, dat merk je wel. Ik dacht: laat ik eens wat typen. Daar kreeg ik heel veel leuke reacties op. Het is helemaal spelenderwijs gegaan. Nu heb ik waanzinnig veel volgers, dat had ik nooit verwacht. Ik word er soms ook nerveus van. Dan denk ik: stel dat al die mensen dit allemaal echt lezen. Door mijn draadjes, kreeg ik ook allemaal berichtjes binnen. Daar moest ik ook aan wennen. Mensen vroegen: ‘Ik moet mijn verhaal kwijt, mag ik bij je langskomen?’ Die vertellen mij dan allemaal persoonlijke verhalen. Ik vind het fantastisch dat die mensen mij benaderen. Ik dacht eerst dat ik er iets mee moest, ik ben ook op straat hulpverlener geweest, dan moet je er iets mee. Maar dat hoeft helemaal niet. Je hoeft alleen maar te luisteren en vragen te stellen. Ik had nooit gedacht dat dit zou gaan gebeuren, maar ik word er heel blij van.”

‘Ik zei: ik blijf over jou vertellen op Twitter’

Eén van de Twitter-verhalen die die hem het meest is bijgebleven, is het verhaal van Ton. “Een man kwam hier en stond huilend voor mijn deur. Hij ging zitten en begon te vertellen. Hij had al heel lang kanker en nu was het definitief, hij ging dood. Hij wilde in een hele grote kist liggen, maar had op het internet gelezen dat dat niet kon. Ik zei: je moet niet alles geloven wat op het internet staat. Die man wilde zo liggen,” Radboud kruist zijn armen achter zijn hoofd. “ Hij was claustrofobisch en wilde een zo groot mogelijke kist hebben. Ik zei: ‘Dat kan.’ Hij kwam elke dag kijken, we hebben de kist samen bekleed en hij heeft proefgelegen. Dat was heel mooi. Ik heb hem beloofd dat ik regelmatig over hem zou vertellen. Ik zei: ‘Het is een voorbeeld voor andere mensen zoals jij met de dood omgaat. Ik blijf over jou vertellen op Twitter, Ton. Dat vond hij heel fijn."

Verdriet

Iedereen die een kist koopt bij Radboud, komt binnen korte tijd te overlijden. Hij hoort de vreselijkste verhalen. Wordt hij daar niet somber van? “Het is soms zo verschrikkelijk wat mensen hebben meegemaakt. Ik heb hier mensen gehad die twee keer een kind hebben verloren, die zijn twee keer bij mij geweest. Hoe erg wil je het hebben. Ik wil die pijn wel voelen, maar het is hun verdriet en ik vind dat ik daar eigenlijk niet aan mag komen. Op het moment dat ze hier komen, nemen ze hun verdriet mee, dan wil ik het voelen. Ik ben heel vaak geraakt en krijg regelmatig tranen in mijn ogen. Maar als ze weggaan, nemen ze het weer mee, want het is hún verdriet en ik mag dat niet hier houden. Het zijn geen vrienden van mij, ze komen bij mij als kistenmaker.”

‘Als ik doodga, vind ik dat ik niet mag treuren’

Ondanks alle verhalen die hij hoort over de dood is Radboud niet bang om zelf dood te gaan.  “Ik zou het niet leuk vinden om dood te gaan, maar ik zou het accepteren. Ik zeg altijd tegen mijn vriendin, als ik kom te overlijden moet je blijven benoemen: hij heeft een ontzettend mooi leven gehad. Ik heb ook veel ellende meegemaakt, maar zelfs dat waren boeiende en interessante fases in mijn leven. Ik ben altijd gaan doen wat mij boeide, en als je dat doet, word je heel gelukkig. Dus ik ben heel gelukkig met mijn leven. Als ik doodga, vind ik dat ik niet mag treuren.”

Elano verloor zijn zusje Alicia (15)
Elano verloor zijn zusje Alicia (15)

'Toen ze overleed was het eerste moment dat ik echt kon huilen.'

Geschreven door

Lonneke Tijhof

--:--