Ga naar submenu Ga naar zoekveld

EO-presentator Giovanca Ostiana: ‘Ik bid te vaak achteraf’

Wat kreeg Giovanca van huis uit mee over God en geloof?

Ze is van huis uit katholiek, maar pas vanaf haar 10e ging ze naar de kerk, nadat haar moeder tot geloof was gekomen. Nog altijd is zij een groot voorbeeld voor Giovanca Ostiana, onder meer bekend van Op1 en - sinds kort - 'Zing!' “Vaak vraagt mijn moeder me: ‘Heb je er éérst voor gebeden?’”

Deel:

“De opnames van Zing! waren heel intensief én heel leuk”, vertelt Giovanca (46) bij een kop gemberthee, vlak voordat dit muzikale EO-programma uit de startblokken gaat. “Ik heb al veel mogen doen in mijn leven, van modellenwerk en zingen tot presenteren. Toch vind ik zo’n nieuw programma altijd weer een spannend avontuur.”

Grote steden

We hebben afgesproken in een brasserie aan de rand van haar woonplaats Amstelveen, waar ze is opgegroeid. Als fotomodel en zangeres heeft ze de afgelopen decennia veel gereisd, en altijd met volle teugen genoten van de dynamiek van grote steden als Parijs, New York en Tokio. Niet voor niets woonde ze ook jarenlang in Amsterdam. Maar hier, in het groene en vogelrijke decor van haar jeugdjaren, voelt ze zich opnieuw helemaal thuis.

“Vroeger ging ik niet op verjaardagsvisite of zomaar bij iemand op bezoek: dat vond ik een beetje tijdverspilling”, lacht ze. “Nu stap ik gerust af op iemand die ik op straat tegenkom, om een praatje te maken. Dat zou ik voorheen nooit hebben gedaan. Komt misschien ook wel doordat ik, op mijn 39e, moeder ben geworden. Door mijn dochter heb ik geleerd in een veel lagere versnelling te leven. En dat is winst.”

‘Mijn vader was er gek op’

“Een van mijn vroegste herinneringen”, vertelt ze even later, “is dat we een voorstelling hadden op de kleuterschool. Ik mocht zingen en blokfluit spelen. Ik weet nog dat juf Lucy naast me zat, op haar knieën. Dat moet zo’n beetje de eerste keer geweest zijn dat ik – als 4-jarige – dacht: ik sta op een podium; ik kan iets, vind het leuk én mensen worden er blij van.”

Klonk er veel muziek bij jullie thuis, toen je jong was?
“Nou en of. Veel jazz, veel Latijns-Amerikaanse muziek: mijn vader was er gek op. Grootheden als Celia Cruz en Tito Puente… Zangers en zangeressen, trompettisten, saxofonisten. Die lp’s koesterde hij.”

Ben je ook opgegroeid met gospelmuziek?
“Ja, al was dat echt mijn moeders afdeling. Mijn ouders waren beiden katholiek, zoals de meeste Antillianen. Tot kort voor zijn dood was mijn vader ‘gelovig door geboorte’ en deed er niet veel mee. Mijn moeder wel. Ik ben de oudste van drie; rond mijn 10e heeft zij zich echt bekeerd, in een pinkstergemeente. De kinderen onder mij, een broertje en een zusje, waren toen 8 en 3. Vanaf dat moment ging ze elke zondag trouw naar de kerk. Op dinsdag naar de bidstond, en op donderdag naar de Bijbelstudie. Was er tussendoor een conferentie? Dan ging ze.”

Hoe kwam zij als katholieke vrouw in een pinksterkerk terecht?
“Het was de gemeente waar mijn tante, een zus van haar, altijd naartoe ging. Die had haar uitgenodigd. En weet je wat zo bijzonder is? Uiteindelijk heeft de hele familie van mijn moeders kant zich bekeerd. Menselijkerwijs gesproken door die ene tante.”

Dat ik dit nog meemaak, is een wonder

En je vader?
“Hij deed er tot de laatste jaren van zijn leven niet zoveel mee. Hij ging ook nooit met ons mee naar de kerk. Dat er uiteindelijk ook in zijn leven een wissel omging en hij tot geloof kwam, had ik nooit aan zien komen. Hij ging mee naar de kerk, had een eigen bijbel. Ik dacht: dat ik dit nog meemaak, is een wonder. Hij overleed vlak voor de release van mijn laatste album Satellite love, in 2013. Daar ben ik nog steeds niet overheen. Voor zover dat überhaupt mogelijk is.”

Hoe zat jij als kind in de kerk?
“Die pinkstergemeente, in Amsterdam Buitenveldert, was een warm bad. Een soort familie. Na de dienst was er altijd eten: lemper, bapao, een broodje hotdog… Genieten, juist omdat ik in schaarste ben opgegroeid: mijn ouders hadden een groot hart voor anderen en gaven heel veel weg.”

Lichtbak met letters

Wat ze van haar moeder heeft geleerd als het om het geloof gaat? Giovanca kijkt even naar buiten, waar de zon uitbundig schijnt. Dan: “Als kinderen zagen we – van heel dichtbij – dat zij echt een innige relatie met God had. Voor haar was Hij niet ver weg, maar dichtbij. Je hoeft Hem bij wijze van spreken niet naar je toe te hengelen… Thuis heb ik een lichtbak met letters, met deze Bijbeltekst: ‘Wees in geen ding bevreesd.’ Dat heeft zij zo vaak tegen ons gezegd. Ze is heel standvastig in het geloof. Als je iets tegen haar zegt, zal ze negen van de tien keer reageren met ‘Vertrouw op God’ of ‘Wees in geen ding bezorgd.' Dat vind ik heel bewonderenswaardig. Want je kunt van alles en nog wat meemaken in je leven. Mooie dingen, maar ook vreselijke…”

Zoals het verlies van je vader?
“Ja. De tante over wie ik het net had, overleed in 2012. Mijn vader – plotseling – in 2013. En in 2014 verloor ik mijn beste vriendin. Dat was zó heftig, zo kort achter elkaar. Het hakte er heel diep bij me in.”

Geworsteld

Opeens glijden de tranen van haar gezicht. Zacht: “Mijn tante had een lang, pijnlijk ziekbed. God, dacht ik, waarom? We waren heel close met haar opgegroeid. Een diepgelovige vrouw. Degene door wie wij allemaal, tot de kinderen en kleinkinderen aan toe, gelovig zijn geworden. Waarom moest zij zo lijden? Daar heb ik enorm mee geworsteld.”

Jouw moeder niet?
“Zij heeft zoiets van: ‘Je moet niet aan God vragen: waarom? Mijn zus is bijna 70 geworden. Haar aardse tijd zat er kennelijk op. Ze is bij de Here.’ Maar waarom kon ze bijvoorbeeld niet vredig in haar slaap overlijden? Haar dood heeft echt iets veranderd in mijn leven. Iets onomkeerbaars. Ik ben niet meer zo sterk als ik was. Als persoon, en als gelovige. Het leven is niet meer hetzelfde. Veel mensen zeggen: ‘Je moet nooit van het ergste uitgaan.’ Vóór mijn tante overleed, dacht ik hetzelfde.”

Nu ga ik sneller uit van het ergste

En nu?
“Nu ga ik sneller uit van het ergste. Want ik heb al zo vaak het ergste meegemaakt. In de coronaperiode overleed mijn beste vriend ook nog. Hoe past God in dat plaatje? Waarom laat Hij het toe dat zulke nare dingen gebeuren? Of hoort het gewoon bij het leven? Ik weet het niet. Mijn moeder zegt: ‘Met je verstand kom je daar nooit uit; blijf dicht bij God, ook in moeilijke situaties, dan blijft Hij dicht bij jou.’ Zo wil ik ook leven...”

… maar dat is moeilijker geworden?
“Veel moeilijker. Zij is veel standvastiger in het geloof. Als er nare dingen gebeuren, schokken die haar geloof minder dan het mijne. Ik kom er meer gehavend uit. Misschien omdat zij God echt overal in betrekt, en veel bidt? Dat schiet er bij mij weleens bij in. ‘Heb je er éérst voor gebeden?’ vraagt ze me vaak als ik vertel dat ik ergens mee zit. Dan denk ik soms: nee, vergeten… Ik bid te vaak achteraf!”

Met Tijs

Haar moeder, vertelt ze, heeft altijd gewild dat Giovanca bij de EO zou gaan werken. “Ze vond het prima wat ik hiervoor allemaal deed, modellenwerk, presenteren voor de VPRO, cd’s maken, concerten geven… Want ik deed geen ‘rare’ dingen. Ze zag me niet terug in de Privé. Ik lag niet in de goot, zong niet over drugs en seks. Maar ze vond het wel belangrijk dat ik mijn van God gekregen talent ook voor God zou gebruiken. Niet alleen in ‘de wereld’. Daar is ze naderhand trouwens wel een beetje van teruggekomen. Nu is het meer: waar je ook bent en wat je ook doet, als je maar niet vergeet dat je God de glorie geeft voor jouw talent.” Vooroverleunend: “Als je tien jaar terug tegen mij had gezegd dat ik voor de EO zou gaan werken, had ik me dat niet kunnen voorstellen. Ik bij de EO? Nee.”

Terwijl je gelovig bent.
Ze knikt. “Misschien omdat er in onze samenleving toch een soort allergie is voor het geloof, ook in de media? Zo van: laat dát onderwerp maar op de achtergrond. Maar toen ik bij Matthijs van Nieuwkerk aanschoof om in De wereld draait door over muziek te vertellen, sprak ik ook over Aretha Franklin, en gospel. Dat was de deur naar de EO. Ik werd gevraagd of ik voor hen, met Tijs, Op1 zou willen presenteren. De rest is geschiedenis.”

Breed palet

Werken bij de EO heeft haar blik enorm verrijkt, zegt ze. “Het christendom is een heel breed palet. Dat merk ik ook bij opnames van Bid, bedank, bewonder: al onze gasten kijken op een verschillende manier naar het geloof. Als presentator moet je daarom wel goed weten hoe je er zélf in staat.”

Is gospelmuziek, het onderwerp dat je in de EO-podcast ‘Searching for the soul’ uitdiept, belangrijk voor jezelf?
“Ik luister er dagelijks naar. Als ik soms zelf geen woorden vind om te bidden, kan gospel mij helpen: die liederen zijn vaak gebeden. Gospelmuziek is enorm krachtig, en kan ook mensen diep raken die van huis uit niks met het geloof hebben. Een soort rechtstreekse brug naar je hart.”

Wat is de kern van wat jij je dochter wilt meegeven?
“Ik denk dat ik Jesamy – ze is nu 7 – hetzelfde wil meegeven wat mijn moeder mij meegaf: ‘Wees in geen ding bezorgd. Blijf dicht bij God.’ Mijn favoriete Bijbeltekst is: ‘Hij bepaalt het getal van de sterren, Hij roept ze alle bij hun naam’ (Psalm 147 vers 4, red.). God is onvoorstelbaar groot. En tegelijk nooit ver weg. Dat probeer ik haar te leren: Jesamy, al stort alles om je heen in, Hij is bij je zodra je ‘Here Jezus’ of ‘God’ zegt – vlugger dan een vingerknip.”

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--