Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Stoppen met polariseren? Donder toch op

Maar kunnen we nu niet gewoon vrienden zijn en het gezellig houden? Nee, zegt Alain. Polariseren is nodig. Soms staat er namelijk echt iets op het spel en voldoet gezelligheid niet meer.

Deel:

Weet je wanneer er echt alarmbellen gaan rinkelen bij mij? Als mensen zeggen dat ze ‘tegen polarisatie’ zijn. Dit zijn dezelfde mensen die zeggen dat ze ‘niet rechts en niet links’ zijn, of, nog erger, die zichzelf de stille meerderheid noemen.

Ik kreeg een unheimisch gevoel toen het Nationaal Gebed dit jaar ‘voor vrede en verbinding’ was. Ik weet het, staan de christelijke neuzen weer eens een keer dezelfde kant op, moet Alain Verheij er weer onaardig over doen – maar dat is mijn tragisch lot, vrees ik.

Gewoon vrienden zijn

Dit is de vrome grondgedachte: uiteindelijk is geen conflict zo groot, dat we er niet samen vredig uit kunnen komen. Waarom kunnen we nou toch niet allemaal gewoon vrienden zijn? Zijn al die ruzies en lelijke woorden nou écht nodig? Beter kunnen we er zand overheen strooien en elkaar de hand reiken. Tot op zekere hoogte is dat begrijpelijk. Maar vaak zijn de mensen die deze zalvende zinnen uitspreken, zelf geen échte partij in de conflicten die er spelen. Ze hebben geen ‘skin in the game’ en kunnen daarom vrijblijvend keuvelen over zaken die voor andere mensen van levensbelang zijn.

Stel je bijvoorbeeld voor dat ik een gezonde, gegoede witte man van 68 jaar oud ben. Thema’s als racisme, seksueel grensoverschrijdend gedrag, seksisme, het toeslagenschandaal, scholensluitingen, bezuinigingen op jeugdzorg, de woningcrisis, ggz-wachtrijen, hebben geen impact op mijn leven. Zelfs de aanstaande klimaatramp zal grotendeels aan mij voorbijgaan. Ik zie allemaal mensen die niet op mij lijken het Malieveld opgaan om ergens aandacht voor te vragen. Als ik dan vanuit mijn hoge en droge appartement zeg: ‘Laten we niet zo polariseren, het kan best wat minder radicaal’… Hoe serieus moet je mijn inbreng dan nemen?

Die vriendelijke King en Tutu

Afgelopen maand werden Martin Luther King en Desmond Tutu herdacht. Veel gematigde, vriendelijke christenen dragen hen tegenwoordig op handen (in de vorm van plaatjes met citaten op Facebook), en prijzen hen omstandig om de geweldloze insteek van hun demonstraties. Zo zijn ze onverhoopt de geschiedenis in gegaan: twee dappere christenen die door hun vriendelijkheid de wereld voor altijd verbeterden. Maar dit is hoe ze er zelf in stonden:

King schreef vanuit de gevangenis dat hij was gaan vrezen dat niet de Ku Klux Klan, maar de gematigde witte mensen het grootste struikelblok vormden op de weg naar de vrijheid voor de zwarte Amerikanen. Gematigde mensen, die meer van de goede orde houden dan van gerechtigheid. Die liever een negatieve vrede zien, afwezigheid van spanning, dan een positieve vrede: de aanwezigheid van rechtvaardigheid.

Tutu zei dat je niet neutraal kon zijn in een situatie van onrecht – want dan heb je stilletjes de kant van de onderdrukker gekozen. ‘Als een olifant met z’n voet op de staart van een muis staat, zal die muis jouw neutraliteit niet waarderen.’ Tussen alle lovende in memoriams van de gematigde christenheid, noemden dan ook opvallend weinig mensen de fel kritische houding van Desmond Tutu jegens de staat Israël. Het moest wel gezellig blijven.

Soms staat er echt iets op het spel

Soms valt er nogal wat te bevechten, soms staat er echt iets op het spel. Er komt dan een moment dat die gezelligheid niet langer voldoet. In de recente Netflix-film Don’t Look Up hebben twee geleerden ontdekt dat er binnen het jaar een allesverwoestende komeet zal inslaan. Ze proberen de wereld te waarschuwen, maar in het Witte Huis wordt gezegd dat ze rustig moeten gaan zitten en alles eens kalmpjes doordenken. In de talkshows zijn ze alleen welkom zolang ze flauwe grapjes en een jolige sfeer accepteren. Maar er valt helemaal niets te lachen: ‘We gaan er allemaal aan!’, roept de wetenschapper. Waarna ze wordt afgevoerd, en haar tv-optreden tot een meme wordt gereduceerd.

Juist christenen moeten niet zo fobisch zijn voor de woede en fricties die ontstaan als er een urgente boodschap klinkt, een luide roep om rechtvaardigheid. Wat is het eerste woord van Johannes de Doper? ‘Addergebroed.’ Hoe noemt Jezus zijn opponenten? Vos, slang, witgepleisterd graf, muggenzifter, hellekind in het kwadraat. Johannes en Jezus staan in de brede traditie van Bijbelse profeten die overal olifanten op muizenstaarten zagen stampen. Wat doe je dan? Een theeochtend organiseren? Bidden om eenheid tussen muizen en olifant? Donder toch op, joh. Je pakt een zweep en mept die olifant uit de weg. Daarna zien we wel verder.

Doodsangst voor maatschappelijke verandering

Ik houd van de christenheid: van de pastorale kant, van de verbindende kant, van de naastenliefde die ze mag prediken. Maar zout moet z’n smaak niet verliezen – dan is het volkomen waardeloos. Hoe vaak is onze waarschuwing tegen polariseren in werkelijkheid een doodsangst voor maatschappelijke verandering? Hoe vaak zouden we onze zalvende woorden achterwege moeten laten, om van ons rijdier af te stappen en de wonden te zalven van hen die slachtoffer werden van een giftige status quo? Hoe vaak staat onze voorliefde voor de zoete lieve vrede in de weg van het koninkrijk van God?

‘Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard’.

Raad het citaat.

HINT

In reactie op dit stuk schreef Jan Willem Janse van Missie Nederland een reactie. Hij was betrokken bij het Nationaal Gebed en vindt dat Alain het begrip polarisatie niet op de goede manier uitlegt. Je leest zijn blog hier

Het schilderij hierboven is van El Greco: je ziet Jezus die de tempel schoonveegt. Het schilderij komt uit de Samuel H. Kress Collection en is te zien in The National Gallery of Art in Washington. Lees er hier meer over. 

Geschreven door

Alain Verheij

--:--