Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Een echtscheiding kent twee daders en twee slachtoffers

'Van mijn predikant hoorde ik ineens niets meer'

Een echtscheiding is een ingrijpende levensgebeurtenis. Willem vertelt hoe hij zijn echtscheiding beleefde en scheidingsexpert Anneloes van Deest legt uit hoe de verwerking bij mannen anders verloopt dan bij vrouwen.

Deel:

De Breuk

Willem: “We waren jong getrouwd, 21 jaar. We kwamen allebei uit een behoudend gezin, hetzelfde dorp, dezelfde school, dezelfde kerk, het was heel veilig allemaal. In die tijd was er geen aandacht voor huwelijksvoorbereiding. Misschien waren we dan tot de ontdekking gekomen dat er meer moet zijn dan alleen liefde, je moet ook het leven met elkaar kunnen delen. Zij en ik hebben een heel verschillend karakter, ik ben veel avontuurlijker. Een tijdlang hadden we een heel stabiel, overzichtelijk leven. Bij mij was er al wat onrust. Toen ik een nieuwe, meer onregelmatige baan kreeg, vond ik dat heerlijk. Het was het begin van een nieuw pad van ontwikkelingen. Bij haar ontstonden al vrij snel angsten. Toen ik tegen de vijftig liep, kwam daar ook nog een midlifecrisis bij en raakten we uiteindelijk totaal van elkaar vervreemd. Alles veranderde voor mij – mijn interesses, mijn smaak en geur, het beeld van mezelf, van de wereld en van God. Ik heb geprobeerd haar mee te nemen, maar op gegeven moment kon ik het niet meer opbrengen en zag ik steeds duidelijker haar continue gevecht tegen onze werkelijkheid: het faillissement van ons huwelijk.”

Vechten voor de relatie

“Onze eerste, christelijke therapeut was helemaal gericht op redden van het huwelijk. Ik zat al zo diep in een crisis, dat ik er weinig geloof in had. Ik dacht alleen maar: hoe kom ik hier ooit uit? Ik vroeg of, mocht het duidelijk worden dat het huwelijk niet meer geheeld kon worden, er ook ruimte was voor meer evenwicht, mijn gevoelens en de vraag hoe we nu verder moesten. Maar dat was onbespreekbaar. Er zit geen achterdeur in je huwelijk, was zijn antwoord. Dat hoorde ik ook in de pastorale gesprekken in de kerk. Ik had trouw beloofd en dat moest dan maar genoeg zijn. Er werd gebeden voor ons huwelijk, terwijl ik graag wilde bidden dat God ons hier een weg uit zou wijzen, want zelf zag ik het niet meer. Uiteindelijk zijn we nog drie jaar met elkaar opgetrokken in therapie, pastorale gesprekken en zelfs een time-out waarin ik een jaar ergens anders woonde. Maar we kwamen er niet uit.”

De kinderen

“We hebben vier kinderen samen. Toen ik weer thuis was komen wonen en we opnieuw in therapie waren gegaan, heb ik na tien sessies besloten om niet meer door te gaan. Dat was een heftig, onomkeerbaar moment. In de auto terug hebben we allebei twee van onze kinderen gebeld om het te vertellen. Ze waren erg in de war, hadden steeds gedacht dat het wel weer goed zou komen. Het geloof heeft het er voor hen niet makkelijker op gemaakt. Want wij als ouders houden allebei van God en in de kerk zegt men dat je niet mag scheiden. Ik ben nu drie jaar verder en heb met een van mijn kinderen helemaal geen contact, met de ander af en toe een appje of een belletje. Vlak na de scheiding heb ik de kinderen op advies van een psycholoog even rust gegeven. Dat bleek een gouden zet. Het is snijden in je eigen vlees, maar met twee ben ik de relatie weer aan het opbouwen, die zaten op me te wachten. Ik voel me weer echt een vader voor hen.”

Reacties

“Ik heb het idee dat in mijn omgeving het overgrote deel opgelucht reageerde, alhoewel de een wat uitgesprokener dan de ander. Sommigen zeiden: je weet het allang, waar wacht je nog op? Voor anderen was het een shock omdat we voor het oog een heel stabiel, liefdevol huwelijk hadden. Dat is ook jaren zo geweest. Van mijn predikant hoorde ik ineens niets meer. We hadden elke maand contact, dus ik belde maar eens om te vragen of we nog een afspraak konden maken. Hij zei dat het niet meer nodig was omdat ik mijn keuze al gemaakt had. Met moeite overtuigde ik hem ervan nog een laatste gesprek te hebben. Ik moest in het kerkelijk centrum komen waar hij met een ouderling zat en een woord van vermaning sprak. Ik vroeg wie er met me mee wilde aan het avondmaal, omdat dat de plek is waar zelfs de grootste zondaar welkom is, waar je terecht kunt als het fout is gegaan in je leven, zoals ik altijd in de kerk gehoord had. En ik had iemand nodig omdat ik het moeilijk vond. Maar er was geen plek voor mij daar, zeiden ze. Ik ken geen gescheidenen in de kerk en ik begrijp nu waarom. De gemeenteleden deden het veel beter dan de dominee gelukkig, zij waren ontvankelijk voor onze gebrokenheid. Mijn geloof heeft er niet onder geleden, maar ik kwam er wel achter dat die mooie boodschap van genade in de praktijk heel anders kan zijn.”

De naam van Willem is om privacyredenen gefingeerd.

De mediator

De meest bepalende factor voor hoe iemand een echtscheiding beleeft, is wie van de twee de knoop doorhakt, zegt Anneloes van Deest. Zij is scheidingsspecialist, mediator en relatietherapeut bij Christelijke Mediator. “Scheiden is een rouwproces. Degene die de knoop doorhakt, is geleidelijk en onbewust al eerder in de rouwcurve terechtgekomen. Terwijl dat voor de ander heel plotseling kan zijn.” De rouwcurve is een psychologisch verwerkingsproces waar iedereen die iets of iemand verliest, doorheen moet. Zowel man als vrouw. Het begint bij ontkenning en gaat dan via emoties en onderhandeling naar het dieptepunt om uiteindelijk bij berusting en aanvaarding te kunnen komen. “Generaliserend gesproken, zien we hier wel wat verschil tussen mannen en vrouwen,” zegt Van Deest. “Vrouwen gaan dit proces vaak geleidelijk door, stapje voor stapje. Mannen hebben eerder de neiging om zodra ze de fase van ontkenning voorbij zijn, naar de overkant van de rouwcurve te stappen. De praktische zaken, zoals de woning en alimentatie, vragen hun eerste aandacht. Als er praktisch meer rust is komt er, ook bij hen, ruimte voor de emoties.”

Bij christenen die scheiden, speelt een extra dimensie mee, merkt Van Deest. “Er is sprake van een schuldgevoel dat verder gaat dan het kwetsen van een partner, kinderen of familie. Het gaat over de belofte die ze hebben gedaan aan God. Dat is nog moeilijker voor degene die de knoop heeft doorgehakt en als ‘dader’ wordt gezien.” Die term gebruikt ze overigens liever niet, want als je al zo wilt denken, zijn er bij een echtscheiding meestal twee daders en twee slachtoffers. “Het is vooral belangrijk dat ouders ervoor waken dat de kinderen de echte slachtoffers worden,” zegt ze. Zij ziet ook dat christenen vaak extra druk ervaren doordat hun omgeving een oordeel heeft over de scheiding. “Men bedoelt het goed, maar het maakt het zoveel moeilijker.”

Tekst: Marinde van der Breggen

--:--