Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Nachtelijk telefoontje

Blog van Margje Fikse

Ik moet het even hebben over geld. Het ongemak ervan. Want waar betaald moet worden, is er al snel gedoe.

Deel:

Laatst ging ik uit eten met een paar mensen. Het was een gezellige avond en zo’n soort etentje waarvan je weet dat we allemaal voor onszelf gaan betalen. Gelukkig hebben we tegenwoordig tikkies… De rekening kwam en om het moment voor te zijn waarop we allemaal naar elkaar zouden gaan kijken, riep ik al snel: “Ik betaal wel!” Ik was ook nog eens met drie mannen op pad, maar dat zegt wellicht niks? Met de tikkies kwam het overigens achteraf allemaal goed.

Een paar weken daarna ging ik met twee van de drie kinderen en een andere moeder en haar kinderen op pad. Toen het daar op betalen aankwam, belandden we in een soort gevecht over wie er zou moeten betalen. Let wel: over wie er mócht betalen – want dat wilden we allebei. Een van mijn kinderen vond het maar vreemd, terwijl de ander het helemaal snapte.

Dat deed me denken aan mijn opvoeding en over hoe er thuis over geld gedacht werd. Je wilt nooit als knieperig bekendstaan, dus betaal vooral! Dat was zo ongeveer de gedachte. Liever ben je gul, makkelijk met geld.

Mijn ouders hadden een paardenfokkerij en dus kwamen er regelmatig betalende (of minder goed betalende) klanten over de vloer. Van één wanbetaler kon mijn vader het op den duur niet langer verdragen dat hij zijn achterstand maar niet afloste. Hij lag er ’s nachts zelfs wakker van en besloot naar beneden te gaan, de huistelefoon te pakken en de man op te bellen. Slaperig nam de wanbetaler op. Daarna sprak mijn vader de legendarische woorden: “Joh, ik kan er gewoon niet van slapen dat er zo’n achterstand is… En ik dacht: jij kunt er vást ook niet van slapen, dus ik bel je even.”

Ik weet niet of m’n zoon die de ‘betaalruzie’ niet begreep nog een aha-erlebnis krijgt, maar ik wil in ieder geval nóóit ’s nachts gebeld worden.

Geschreven door

Margje Fikse - gastauteur

--:--