Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Bijzondere bevallingen: ‘Ik heb nog steeds een replica van het hectometerpaaltje waar hij is geboren’

Moeders vertellen hun meest memorabele bevallingsverhaal

Elke geboorte is bijzonder, maar er zijn van die bevallingsverhalen die het extra leuk doen op verjaardagen.

Deel:

Langs de snelweg

Marieke: “Met 41 weken zwangerschap zat ik in de auto op weg naar het ziekenhuis. Ik voelde de weeën steeds sneller komen. Was dit nou persdrang? De verloskundige die achter ons aan reed, controleerde me. De vliezen waren nog niet gebroken. Vol gas door. Maar op de uitvoegstrook hield ik het niet meer. ‘Stop, het komt,’ riep ik naar mijn man. Die trapte vol op de rem. Stonden we daar op de uitvoegstrook; het verkeer raasde ons met 100 kilometer per uur voorbij en het plensde van de regen. De verloskundige zei direct dat ik mee mocht persen. Dat deed ik en in drie keer was mijn zoontje er. Hij werd op mijn buik gelegd; ik wilde niet dat iemand hem zou wegpikken. De politie had de snelweg intussen afgezet. Ik werd op de brancard gelegd, paraplu’s werden boven mijn hoofd gehouden. De ambulancebroeders namen ons mee naar het ziekenhuis en alles was gelukkig in orde. Op dat moment beleefde ik alles in een roes. Achteraf had ik pas door hoe uitzonderlijk deze situatie was. Op het moment zelf kwam er een oerkracht vrij: ik was alleen maar aan het overleven om mijn kind goed op de wereld te zetten. En goddank is dat gelukt! We hebben naderhand een replica gekregen van het hectometerpaaltje waar onze zoon is geboren. Dat staat te pronken op z’n kamer.” 

‘Ik heb nog steeds een replica van het hectometerpaaltje waar hij is geboren’

Een blijde boodschap

Thérèse: “Tien dagen voordat ik was uitgerekend, bekeek ik het kraampakket en zag dat er navelklemmen ontbraken. Snel naar de winkel nog. Alsof ik het voorvoelde, want ’s nachts braken mijn vliezen. Maar om nou de verloskundige uit haar bed te bellen … Ik dacht: ik rek het even tot morgenochtend. Ik voelde dat ik een grote boodschap moest doen. Hé, dat herkende ik bij de bevalling van mijn eerste kind. Twee uur voor de bevalling moest ik ineens heel nodig naar de wc. Maar nu zat ik er nog geen minuut of ik voelde het babyhoofdje al komen. Samen hebben John en ik onze dochter aangepakt. Het was een heel serene bevalling, in tegenstelling tot de komst van de verloskundige: die stond met haar haren overeind voor de deur. Net te laat. Het maakte ons niet uit. Al mijn bevallingen zijn bijzonder, maar een bevalling samen met je man is extra speciaal.”

‘Ik zat nog geen minuut op de wc of ik voelde het hoofdje komen’

Persen zonder drang 

Iris: "Persen zonder persdrang. Ja, dat kan en ik heb het gedaan. Waarom ik het deed? Ik wilde absolúút geen keizersnee. Mijn zus die verloskundige en destijds hoogzwanger was, was erbij. Doordat ik een ruggenprik had gekregen tegen de pijn, vielen de weeën weg. Een keizersnee was een serieuze optie, maar dat zagen mijn man en ik helemaal niet zitten. Gelukkig sprong mijn hoogzwangere zus ertussen en vroeg zij de arts of ik niet kon persen zónder weeën. Vanuit haar werk weet ze dat een buikwond van een keizersnee veel zwaarder is dan een vaginale bevalling. Dik een uur heb ik op eigen kracht geperst. Een immense krachtsinspanning. Ik kón niet meer. Doodop perste ik nog één keer en toen was ze er. Ik heb nog nooit zo’n verlichting gevoeld. De verloskundige vertelde bij de nacontrole dat wij het verhaal van de dag waren geweest.”

Sorry, een meisje! 

Gerja: “Bevallen deed ik in een ziekenhuis, ergens in Saoedi-Arabië. Ik was achter in de twintig en voor ons, mijn man, mijn dochter en ik, was het leven daar één groot heerlijk en interessant avontuur. Om te beginnen met de controles tijdens mijn zwangerschap: ik, gesluierd in een abaya in de vrouwenwachtkamer en mijn man in de mannenwachtkamer. De bevalling werd een spoedkeizersnee onder algehele narcose. Het eerste wat ik zag toen ik ontwaakte, was een sticker op het plafond om me te laten zien waar het oosten was, mocht ik me tot Allah willen richten. Vlak daarna kwam een heel lieve verpleegster bij me en zei: ‘Sorrry m’am, it’s another girl.’ Ik moest erom glimlachen; ik was alleen maar blij weer een dochter te hebben gekregen.”

Het is een jongen! Eh …

Marry: “Het was een drukke boel tijdens de bevalling met artsen en assistenten. Ik had verloskamerdienst. Toen de baby werd geboren, liep ik naar de klok met timer. De moeder pakte zelf haar baby aan en iemand riep: ‘Het is een jongen!’ Wat een blijdschap! Daan heette hij. ‘Wat leuk. Mijn zoon heet ook Daan,’ zei ik. Dat schiep meteen een band! Na het bellen en de beschuit met muisjes, en nadat iedereen was vertrokken, mocht ik Daan wegen. Ik nam hem van moeders buik en pelde alle doeken van hem af. En daarna geloofde ik mijn eigen ogen niet. Een meisje! Ik wist even niet wat ik moest doen. Maar de vader was achter me aan gelopen en zag het ook. Ik stamelde: ‘Maar wie zei dan dat het een jongen was?’ ‘Ik, maar waarom controleren jullie dat niet?’ riep de moeder. Tja, da’s een goeie, dacht ik bij mijzelf. Waarschijnlijk omdat het nooit eerder nodig was. Tussen mij en het stel is het helemaal goed gekomen. Ik kreeg later een leuke kaart, waarin ik evengoed bedankt werd voor de goede zorgen. Maar ik heb mijn lesje geleerd. Wat de gynaecoloog, verloskundige of zelfs de ouders ook zeggen, ik kijk zelf ook even.”

‘Toch een meisje! Maar wie zei dan dat het een jongen was?’

‘Au!’

Jessica: “Mijn man is doof, dus daarom hadden wij een tolk bij de bevalling. Heel fijn, want tijdens de bevalling staat je hoofd totaal niet naar gebaren. Het regelen van een tolk is nog een hele organisatie. Ik had er veertien benaderd en deze in een groepsapp gezet. Op het moment dat mijn bevalling begon, vroeg ik wie kon komen. Meteen sprong er een – tevens een goede vriend van ons – in de auto. Ik wilde niet dat hij mij in vol ornaat zag, dus ik vroeg hem of hij om het hoekje in het gangetje wilde staan. Hij kon precies horen wat de verloskundige en ik met elkaar bespraken en vertaalde dat voor mijn man. Het woord dat hij het vaakst moest vertalen, was ‘au!’ En dat beeld je dus uit door met je hand heen en weer te zwaaien alsof je je vinger hebt gebrand. Mijn bevalling duurde tien uur, dus je kunt je voorstellen dat de arme man kapot was, haha.”

Dingdong

Marloes: “Een paar uur nadat mijn zoon na een supersnelle bevalling thuis was geboren, ging de bel. Dingdong. Daar stonden de mannen van het beddenbedrijf met de gloednieuwe matrassen die ik die week had besteld, omdat ik verwachtte dat de oude matrassen het niet zouden overleven. De stoere mannen die met de matrassen sjouwden, werden helemaal stil toen ze mij rozig met mijn kersverse baby in het hoekje van de slaapkamer­ zagen glunderen. Wat een timing!”

Reddende engel

Mariska: “Een maand te vroeg kreeg ik harde buiken. Vast oefenweeën, dacht ik. Mijn vriendin belde elk kwartier omdat ze het niet vertrouwde. Ze vond dat ik de verloskundige moest bellen. ‘Ja, straks, we gaan zo eten, ik ga zo poffertjes bakken,’ zei ik. Ik had tenslotte al twee maanden harde buiken. Maar mijn vriendin drong aan en nadat ik gebeld had, kwam de verloskundige meteen. ‘Je gaat nú naar het ziekenhuis,’ zei ze. En dat was niet voor niets. Het bleken echte weeën en mijn zoon lag in een stuit. Vanwege complicaties is hij met een spoedkeizersnede geboren. Later zei mijn vriendin dat ze heel sterk het gevoel had gekregen dat ze me moest bellen. Wat fijn dat ze daarnaar heeft geluisterd.”

Geschreven door

Maria van Beelen

--:--