Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Moet je hier echt van huilen?'

Blog van Elbert Smelt

De grote dag was gekomen: de Sint en wel tachtig pieten dansten vrolijk het stadje Weesp binnen. Op ’t fietsje waren we afgereisd vanuit de Bijlmer om het te gaan meemaken. Een en al verbroedering op straat. Pepernoten te over. Pieten in alle soorten en maten. Zelfs tot lallende pieten op een bierfiets aan toe.

Deel:

Uiteraard waren we uitgedost in passende kledij. Met de stoet mee liepen we vrolijk naar het plein voor het gemeentehuis. En daar op het bordes verscheen na wat wachten eindelijk de Sint in vol ornaat. Een heuse balkonscène, compleet met grappende pieten en kneuterig slechte interviews, volgde. (“Zomers zit ik in mijn rode zwembroek aan m’n zwembad”, en meer van dat...)

Iedereen zat ervan te smullen. Ook van de pepernoten natuurlijk. Ik stond naast echte Amsterdammers (aan hun accent te horen) en voor mij stonden wat kinderen van Turkse komaf, zo bleek. Iets verderop liep een Nigeriaanse moeder voor het eerst mee in de optocht, vertelde ze. En wij als verdwaalde Veluwenaren met exotische roots pasten er mooi tussen.

Ik kan er niet precies de vinger op leggen, maar ik geniet altijd intens van dit soort ceremonies. Heb ik ook bij Koningsdag, Kerst of oud en nieuw. Iets met verbroedering en hoop, denk ik. Op een gegeven moment deed de Sint zijn armen omhoog in een zegenend gebaar en zei: “Jullie mogen vanavond állemaal je schoen zetten!” Een gejuich ging op. “Maar je hoeft geen Playstation te krijgen, een chocolaatje is ook goed.” We wisten natuurlijk dat we elkaar heerlijk voor de gek aan het houden waren, maar de gulheid van het feest raakte me gewoon. De pret van zo’n oud volksverhaal en het inclusieve ervan. Vet woke eigenlijk. 

“Moet je hier echt van huilen?” vroeg Linda lachend, vol ongeloof. “Dit is zo mooi”, snikte ik. “Ik denk dat ik een soort extra gen heb voor volksrituelen en plechtigheden.”

Nu ik dit opschrijf, denk ik dat iedereen dat gen heeft. Alleen hoeven we er niet allemaal van te huilen.

Geschreven door

Elbert Smelt, gastauteur

--:--