Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column: Alles is goed

‘Nu ligt hij daar, alleen, in de ziekenauto en sta ik hier, alleen, met mijn bibberende knieën’

Gerrianne woont met haar gezin in Spanje, waar ze Nederlandse tienermeiden opvangt. Voor Eva filosofeert ze over wat haar bezig houdt en opvalt in het leven.

Deel:

Dinsdagnacht. Met mijn blote voeten sta ik op de koude stenen van het buitentrapje. Terwijl de blauwe lampen de woonkamer schimmig verlichten, kijk ik de ambulance na, die langzaam het donker in rijdt. De kou trekt op, mijn lijf in. De donkere tuin staart brutaal terug.

Het is de nacht na nieuwjaarsdag. Voor we naar bed gingen, hebben we als brave Hollanders de oudejaarsconference teruggekeken. Machtig mooie woordkunstigheid zat erbij. Claudia de Breij sloot haar voorstelling af met een stuk waarin ze liet horen hoe de Oekraïners, wanneer er sprake is van een luchtalarm, te horen krijgen dat ze de schuilkelder kunnen verlaten. Een rustige mannenstem laat dan, via een app op de telefoons, weten dat het weer veilig is om naar buiten te komen. Om vervolgens te besluiten met de troostende woorden: ‘Alles komt goed’.

Dingen gebeuren wél echt

Alles komt goed. Daarvan waren we overtuigd. Wij, de generatie van, ‘het gebeurt toch nooit echt’. Oorlog bleef altijd op afstand, dodelijke epidemieën had je alleen in Afrika en een gemiddeld gezin gaat nooit failliet. Er was altijd nog wel een potje, een diplomatiek idee, een werkend medicijn. Ons grootste collectieve lijden was enkel de dreiging van lijden. Binnen drie jaar zijn we massaal een hoop wijzer geworden. Dingen gebeuren wél echt. Covid. Oorlog. En de man die bij de supermarkt naast de deur om kleding zit te vragen voor zijn kinderen. Zijn nette jas, beschaamde blik en goed geknipte kapsel verraden hem; ‘niet lang geleden was mijn leven net als dat van jou’.

Toen de voorstelling was afgelopen en we de laptop hadden dichtgeklapt, bleven de woorden rondzingen in mijn hoofd: Alles komt goed. Het wiegde me liefjes in slaap. Nu, vier uur later, sta ik in de donkere tuin de ambulance na te kijken. Jeroen maakte me wakker met zulke hevige pijn in zijn buik, dat al snel duidelijk werd dat er iets moest gebeuren. Nu ligt hij daar, alleen, in de ziekenauto en sta ik hier, alleen, met mijn bibberende knieën. Wat als het iets ernstig is? Want dingen gebeuren wél echt.

Ik kijk omhoog en grijp me vast aan het enige goede dat ik kan bedenken

Ik kijk omhoog en, voor het eerst in misschien wel dagen, grijp ik me vast aan het enige goede dat ik op dit moment kan bedenken. Fluister Zijn naam. De wind antwoordt zachtjes: ‘Alles is goed’. In die laatste uren van de nacht leer ik voor de zoveelste keer waarop ik hopen mag. Zelfs als alles breekt; alles is goed. Niet om te stoppen met huilen van ellende, met tieren om onrecht, met vechten voor een beter morgen dan vandaag. Maar hoe het ook gaan zal; alles is goed. Omdat, onder alle dingen die ons drukken, onder het razend geweld van ’t bestaan, die eeuwige armen zijn. De goede, goede handen. We zijn veilig. Al brandt de aarde; alles is goed. De dag erna was Jeroen weer thuis met een potje pillen en stopten mijn knieën met bibberen.

Geschreven door

Gerrianne

--:--