Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Kinderloze Moederdag

Rond Moederdag wordt Ellen geconfronteerd met haar gemis. "Soms bekruipt me het gevoel aan de zijlijn te staan. Want wie of wat ben je eigenlijk zonder deze titel? Wat heb je dan? Wat ben je waard?"

Deel:

Ik kan er niet omheen. Ik heb iets niet. Ik mis iets. En vanuit elke hoek wordt ik met mijn neus op dit feit gedrukt. Via mails. In de winkel. De folders. Ze doen er alles aan om mij te herinneren welk belangrijk jaarlijks hoogtepunt we naderen. Zelfs bloemen worden duurder.

Het is mei. De maand van Moederdag. Moeders worden in alle toonaarden aangeprezen. Soms verheven tot iets heel hoogs, bijna heiligs. Ze krijgen mooie titels toebedeeld als de allerliefste. Mamma uit duizenden. Onbetaalbaar. Fantastisch. En meer dan goud waard.

Als ik door een kerkelijk blad van de stad blader, wordt zelfs daar door een voorganger, de oproep gedaan om niet te vergeten alle moeders in het zonnetje te zetten. Weliswaar wel, nadat hij eerst alleenstaanden en allen die verdriet hebben een hart onder de riem wil steken. Kijk, dat is attent. Die man scoort bij voorbaat punten.

Wie ben je zonder deze titel?

Maar toch doe ik niet mee. Ik voer de titel moeder niet. In mijn buik heb ik geen gekriebel en gerommel van nieuw leven gevoeld. Er heeft geen goud gedruppeld uit mijn borst in de mond van een gretige baby. In mijn huis hoor je geen kindervoetjes die de trap op tippelen. Ik wordt geconfronteerd met een onvolkomen status. Ik heb iets niet. Er ontbreekt iets. Geen kind om over te moederen. Lege handen. Lege buik. Leeg huis. Soms bekruipt me het gevoel aan de zijlijn te staan. Want wie of wat ben je eigenlijk zonder deze titel? Wat heb je dan? Wat ben je waard?  Wat valt er dan te etaleren? Naar de buitenwereld? Of op Facebook?

Soms is deze confrontatie hard, voelt het als onvolmaakt. Een pijnlijk er niet bij horen. Soms voel ik me ook tekortschieten, want ik kan niet de vreugde van het oma-en-opa-schap aan mijn ouders bieden.

Surrogaat-moederen

Thomas_vder_Mijden_crop

Als neonatologie-verpleegkundige mag ik met kleine zieke mini-baby’s en hun ouders samenwerken. Ouders gaan er vaak klakkeloos van uit dat ik thuis een kudde kleine koters drijf. Ongelovig en verbaasd kijken ze me aan, als ik op hun vraag antwoord, dat ik zelf geen moeder ben. “Jij, jij hebt zoveel oog voor detail zoals een echte moeder hoort te hebben, je bent er voor gemaakt dat kan toch niet?,” stamelde de moeder van Veerle destijds tegen mij. “Enne, wat niet is kan nog komen hoor, blijven hopen,  juist jij verdient het”, zei ze er vlug achter aan. Direct dacht ik aan de totaal onverwachte boodschap die een gynaecoloog mij onlangs had verteld.

Ik schud mijn hoofd en voel een vloed van tranen opkomen, maar slik. En slik nog eens. En baal, voel dat ik faal. Want ik ben de professional. Ten allen tijde. Toch? Ik kijk snel naar beneden en met mijn wijsvinger aai ik over de haartjes van Veerle. Maar ze heeft het gezien. Mijn kwetsbaarheid. Ze legt haar hand over mijn hand op dat kleine bolletje van haar kind. Eén traan wint het van mijn slikken en druppelt op haar hand. Ik tover een glimlach op mijn gezicht en zeg dapper hier op afdeling gewoon een beetje te surrogaat-moederen over al die kleine ukkepukken.

'Ik prop deze pinda in mijn fietstas'

Ja, mijn huis was tot de nok toe vol geweest. Als ik alle kleine kwetsbare kreukels mee had genomen die ooit mijn hart veroverd hebben. Waar ik me aan gehecht had. Om wat voor soms trieste reden dan ook. Af en toe gaf ik ze met een klein steekje van jaloezie aan de gevonden pleegouders mee, want in mijn hart voelde ik ook plaats en ruimte. Vannacht grapte ik nog tegen mijn collega: “Ik pik deze piepkleine pinda straks mee en prop hem in mijn fietstas.” Het bestaat gewoon. Liefde op het eerste gezicht. Ook al ben ik zijn moeder niet. Pas vond ik na lange tijd de brief die ik kreeg van een vader uit Liberia. Zijn kinderen, een tweeling, zijn destijds midden in de nacht onder mijn supervisie op de bushroad in het Afrikaanse zand geboren. Hij schrijft: “I reffered to you as a loving and caring mother because you demonstrated all the qualities of a good mother.

Vechtend moederdier

Ik moest slikken toen ik het las, voelde ineens scherp de pijn van het gemis. Ik wist niet dat dit grote compliment er stond. Maar wil het graag aanvaarden . Blijkbaar is moederliefde toch niet alleen aan echte moeders voorbehouden. Maar hebben ook niet-moeders stromend moederbloed. Soms geloof ik daar in. Want kom niet aan mijn kleine petekind. Dan ontpop ik mij als een fel en vechtend moederdier. Of aan de kinderen van mijn lieve vrienden. Met elke zwangerschap van hun kan ik oprecht blij zijn, meegenieten en daar ben ik dankbaar voor. Ik probeer liever te kijken naar wat ik wel heb, dan naar wat ik niet heb.

Ondanks dat ik er niets aan kan veranderen. En de titel moeder niet mag dragen. Die jonge kleine meisjes-, puber- en grotevrouwendroom moet ik loslaten. Maar dat betekent niet dat ik geen moederliefde, een moederhart, moedercapaciteiten of moedergevoelens kan voelen of ervaren. Ze zijn er. Soms ruim en royaal. Ook nu. De confrontatie is immers sterker dan ooit.

Geluk zit in kleine dingen

Gelukkig zit geluk niet alleen verborgen in grote dingen als moeder worden en moeder zijn.

Maar ook in hele kleine dingen. In een schitterend boeket bloemen. Een kop koffie op het strand. In Veerle die elke maandelijkse nazorgcontrole ongevraagd in mijn handen wordt gestopt met de opdracht haar te knuffelen.

Geluk is de kunst de bloemen te plukken waar je wel bij kunt.

Juist de zon en de regen laten samen alle mooie kleuren van het leven zien. Ook op Moederdag.

--:--