Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Roos Schlikker: ‘Het is mij niet gelukt om mezelf gelukkig te maken’

Griëtte ontbijt met Roos Schlikker in Eva 5

Als dochter van een moeder met een bipolaire stoornis werd Roos Schlikker als jong meisje al een uitblinker in dingen fiksen en emoties inslikken. Dat blijft een strijd, ook al leerde ze door de jaren heen wel om op anderen te leunen. Helemaal toen ze door een depressie niet anders kon

Deel:

Of ze de antidepressiva weer wil afbouwen, vraag ik tussen twee happen yoghurt met vers fruit door aan de vrouw met humor en een mening. We zijn neergeploft op twee comfortabele fauteuils, in een knus kantoortje van haar management in Amsterdam, waar we genieten van haar favoriete ontbijt. “Nu niet, ben je gek!” antwoordt Roos Schlikker met grote ogen. “Nee hoor, ik ben er nog maar net een maandje uit.”

Ik vind het bewonderenswaardig hoe schaamteloos Roos schrijft en spreekt over haar depressie. Maar als columniste en publiek figuur ziet zij het simpelweg als haar verantwoordelijkheid om het onuitgesprokene uit te spreken. “We leven in een enorme schuldcultuur, die schreeuwt dat je je eigen geluk kunt maken. Met als ondertitel: Ben je ongelukkig, dan heb je iets niet goed gedaan. Dat is zo gemeen. Daarom wil ik graag zeggen: Het is mij niet gelukt om mezelf gelukkig te maken. Sterker nog: ik heb nu zelfs een happy pill nodig.Ik word chemisch gelukkiger gemaakt. Soms zit je gewoon in een zwart gat waar je zelf niet meer uitkomt.”

Trap af sjezen

Roos groeit op in Amsterdam-Noord, als enig kind van een vader met een eigen bedrijf en een thuisblijvende moeder. “Het leven met mijn moeder was ingewikkeld. Ze was niet de ‘standaard pannenkoeken bakkende’ moeder. Dingen werden haar vaak te veel. Dan trok ze zich ineens terug in haar kamer, was ze onbereikbaar en moest ik het zelf maar zien te rooien. Op andere momenten kon ze juist weer intens genieten, was niets te gek en mocht ik met kussens de trap af sjezen.”

Ze leert uitstekend op het wisselende humeur van haar moeder in te spelen. “Al op jonge leeftijd besloot ik: met mij gaat altijd alles goed. Ik was het braafste kind van de klas, had leuke vriendinnen, veroorzaakte geen problemen. Als ik bang, verdrietig of boos was, drukte ik dat weg. Omdat mijn moeder moeite had met feestjes en sociale gelegenheden, verzonnen mijn vader en ik vaak een smoes voor haar afwezigheid. Of ik ging met mijn vader mee naar een zakelijke gelegenheid, om mijn moeder uit de wind te houden. Samen vormden we het schild om haar heen. Pas op haar zestigste kreeg ze de diagnose ‘bipolaire stoornis’. Dat was een verlossing, omdat ik haar eindelijk beter begreep. Omdat ze altijd een overvol hoofd had, was de wereld overweldigend voor haar. Het heeft mij veel mildheid gebracht.”

De dood van haar moeder, nog maar acht jaar na de diagnose, komt voor Roos als een keiharde klap. “Ze viel van de trap en raakte in coma. Ik voelde allerlei soorten verdriet door elkaar. Ik rouwde niet alleen omdat ze zo jong overleed, maar ook om alle momenten waarop ze niet heeft kunnen genieten. Om de moeder die ze niet voor mij kon zijn. Het was een heel ingewikkelde kluwen van rouw die ik draadje voor draadje moest ontwarren. Dit voorjaar op Moederdag bij haar graf heb ik zó intens zitten huilen. Er bleek vijf jaar later nog een heel brok rouw te zijn dat blijkbaar nog doorleefd moest worden. In die tijd zat ik al tegen het depressieve aan.”

Vrouwenhaat

Het is datzelfde voorjaar dat Roos besluit om even niet meer als tafeldame bij Voetbal International aan te schuiven, nadat Johan Derksen heeft verteld hoe hij als twintiger een dronken, bewusteloze vrouw zou hebben gepenetreerd met een kaars. “Ik was op vakantie, kreeg allemaal appjes van mensen, keek de uitzending terug en schrok heel erg. Ik vond niet dat het programma van de buis moest – iedereen moet in principe alles kunnen zeggen – ik hoef er alleen niet naast te zitten. Mijn keuze werd groots opgepakt door de media, waarop ik van alle kanten werd uitgemaakt voor ‘hoer’ en foto’s van brandende kaarsen in vagina’s toegestuurd kreeg. Ik schrok van de diepe vrouwenhaat die er nog in Nederland is. We zijn hier echt nog niet klaar, dus ik zal me erover blijven uitspreken.”

Of het nu ligt aan haar zware medicatie tegen duizeligheidsmigraine, oude rouw of een combinatie ervan: Roos wordt steeds somberder. “Het begon ermee dat ik tegen alles opzag. Ik sliep heel slecht en werd elke ochtend om 5 uur wakker met een paniekerigheid die ik niet kende. Ik raakte in twee maanden acht kilo kwijt, waarop iedereen zei dat ik er zo goed uitzag. Ik voelde het spook van mijn moeder in mijn nek hijgen. Ik was toch het meisje met wie het altijd goed ging? Mijn vader had al een depressieve vrouw, en dan begon ik nu ook ineens te muiten. Ik vond dat ik daar geen recht op had. Ik vocht er in mijn eentje tegen. Kocht bij de Etos een potje vitamines voor een goed humeur, las zelfhulpboeken, deed een onlinecursus op zoek naar geluk. Nou, dat helpt niet, hè?”

Wat wel helpt: aan de bel trekken bij de huisarts, antidepressiva slikken, veel sporten en therapie. “Wat zo intens gemeen is aan antidepressiva, is dat het eerst erger moet worden. Dan zit je al aan de grond en moet je ook nog twee weken een heel diep dal door. Dat was zo eenzaam en zo heftig. Ik bracht de kids zo vrolijk mogelijk naar school, waarna ik op de bank ging liggen en in slaap viel. Er kwam enorm veel vermoeidheid los. Ik heb bij een psycholoog gelopen en traumaverwerking gedaan. Want er zat nogal wat.”

In Eva 5, met het thema 'omarm de chaos', lees je het hele interview met Roos Schlikker. Word abonnee of bestel een los nummer!

Geschreven door

Charlotte van Egmond

--:--