Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Het koninkrijk van God, wat is dat?

‘Het is net alsof de koning weer terug is!’

Het koninkrijk van God, wat is dat? Waar is het? En is het er eigenlijk al, of komt het nog? Om het grote verhaal van Gods rijk een klein beetje te vatten, volgt hier een klein verhaal over een koninkrijk hier niet ver vandaan.

Deel:

Sommige mensen herinnerden het zich nog. Het was hun doorverteld, een verhaal dat van generatie op generatie overgeleverd werd: hoe ooit het land waarin ze woonden een koninkrijk was waar vrede heerste. Hoe ooit een koning het rijk regeerde met inzicht, rechtvaardigheid en liefde. Hun ouders vertelden en zij geloofden hoe onder zijn inspirerende leiding mensen naar elkaar omkeken en goed voor de schepping zorgden.

Utopie

Maar, ging het verhaal, op een dag besloot het volk dat ze zelf wilden regeren. De koning gaf ze die kans; hij ging op reis en gaf zijn onderdanen de controle over het rijk. Maar die maakten er een puinhoop van. Het inzicht van de koning werd verruild voor eigenwijsheid, rechtvaardigheid voor zelfrechtvaardiging, liefde voor wantrouwen. En de zorg voor de schepping veranderde in uitbuiting van de wereld. Regelmatig herinnerden mensen elkaar aan de koning. Soms ging het dan even goed, maar nooit lang. De koning was ver weg en zijn koninkrijk leek een utopie.

Goede voorbeeld

Tot de koning op een dag zijn erfgenaam stuurde. Toen die kwam, vlamde de hoop op. Het koninkrijk was er weer! De erfgenaam zou korte metten maken met alle zelfzucht, uitbuiting en wantrouwen. Hij zou iedereen aanpakken die er een potje van had gemaakt, de machtswellustelingen het land uit gooien en het koninkrijk herstellen. Maar deze koningszoon kwam niet met een leger. Hij kwam met het karakter van zijn vader. Hij bracht inzicht.

Niet als een strenge professor, maar als een leraar die het goede voorbeeld geeft. Hij was rechtvaardig. Niet als een onverbiddelijke rechter, maar als een wijze vader. En hij had lief. Mateloos, onvoorwaardelijk en onuitputtelijk lief. Hij veroverde geen land, maar harten. Mensen volgden hem en lieten zich door hem inspireren. Maar anderen haatten hem. Omdat hij hen ontmaskerde. Omdat hij de orde ontregelde. Omdat hij aandacht had voor alles wat volgens hen weggestopt moest worden. En uiteindelijk, zo gaat het verhaal, werd de erfgenaam vermoord.

Er waren discussies over de interpretatie van de geschiedenisboeken

Maar het gaat verder. De erfgenaam verscheen weer. Hoe dat precies werkte, wordt niet verteld; wel dát het gebeurde. Sommige onderdanen zagen hem; raakten hem aan. Hij vertelde: het koninkrijk is niet dood. Het leeft. Want ik leef. Aan jullie is de missie om het koninkrijk levend te houden, totdat ik weer kom om de troon voor altijd in te nemen.

Onvoorwaardelijk en mateloos

En sinds die wonderbaarlijke gebeurtenis was er een klein groepje mensen dat weer geloofde in het koninkrijk. Eerst alleen binnen de oude grenzen van het rijk van de koning. Maar daarna ook daarbuiten. Mensen werden aangestoken door het inzicht, de rechtvaardigheid en de liefde die ze hadden geproefd. Zij die verder wilden in de geest van de koning zochten elkaar op, inspireerden elkaar en bleven vertellen van de koning, zijn erfgenaam en zijn koninkrijk.

Op veel locaties, heel klein, ontstonden kleine plekjes die wel leken op het oude koninkrijk van de koning. Plekjes waar de liefde onvoorwaardelijk en mateloos was. Waar werd gedeeld in plaats van gegraaid. De volgelingen van de koning glimlachten naar elkaar als ze dat merkten. “Kijk, een klein stukje van het koninkrijk,” fluisterden ze.

Verrassende plekken

Sommigen die het verhaal hoorden, gingen voor de aarde zorgen in plaats van haar uitbuiten. Anderen deelden de inzichten die ze zich herinnerden van de koning. Weer anderen ontfermden zich over de mensen die aan de kant geschopt werden. Al die mensen veranderden iets kleins in de wereld om hen heen.

Er gebeurde nog iets bij mensen die zich lieten raken door het nieuws van de koning: ineens zagen ze het koninkrijk terug op allerlei verrassende plekken. Als er goed voor de aarde werd gezorgd, fluisterden ze: “Kijk, het is net alsof de koning weer terug is!” Als iemand liefhad zonder aan zichzelf te denken, dachten ze: net de koning! Als er recht werd gedaan aan rechtelozen, gingen hun ogen glimmen. Op die momenten herkenden ze de koning – soms bij mensen die hem helemaal niet kenden.

Kleur van de livrei

Niet alle koningvolgers waren het met elkaar eens over het koninkrijk. Sommigen geloofden dat het vooral belangrijk was de kleding te blijven dragen en de woorden te blijven gebruiken uit de tijd van het oude koninkrijk. “Zo zien mensen dat je bij de koning wilt horen,” zeiden ze (maar dan in de archaïsche taal uit de vroegere tijd van de koning). Anderen dachten dat het geen enkele zin had iets te doen aan het rijk. “Als de koning komt, dán gaat het pas gebeuren! We moeten nu wachten en veel brieven sturen om hem te smeken snel te komen.”

Voor sommigen werd het te veel; zij verloren de hoop

Er waren discussies over de interpretatie van de geschiedenisboeken, over hoelang het nog zou duren tot de koning terug zou keren, over de juiste titel van de koning, over de route die de koning waarschijnlijk zou volgen naar zijn paleis, de kleur van de livrei van zijn lakeien en de toonhoogte van het volkslied. En dan waren er nog mensen die doodsbang waren voor de komst van de koning. Schichtig keken ze om zich heen: “Hij gaat rechtszaken voeren, en iedereen die iets fout heeft gedaan zal hij straffen!” Soms ontaardden die discussies in ruzies en wantrouwen. “Jij hoort er niet bij,” werd er dan gezegd

Er waren zelfs mensen die geloofden dat het koninkrijk uiteindelijk bewoond zou worden door een heel klein elitetroepje. Maar veel liefhebbers van het koninkrijk beseften dat iedereen zijn eigen accent legde en zij genoten van de veelkleurigheid. Zij keken naar alle verschillende meningen, groepjes en uitingen, schudden het hoofd en lachten: “Dat wordt nog wat, als de koning terugkomt!”

Waar blijft hij?

Het was niet altijd makkelijk voor de bewoners van dat rijk om te blijven geloven in een koning die komt. Iedere keer als ze geconfronteerd werden met onrecht, uitbuiting, egoïsme, haat, vervuiling en hopeloosheid sneed hun dat door de ziel. “Waar blijft de koning toch?” zuchtten ze dan. Voor sommigen werd het te veel; zij verloren de hoop. Maar anderen zagen de ellende, dachten aan de koning en raakten geïnspireerd om nog iets meer zichtbaar te maken van zijn koninkrijk.

En regelmatig zochten ze elkaar op. Lazen ze oude verhalen over de oude koning en vertelden ze elkaar over waar ze dit keer weer iets van zijn rijk hadden gezien. Zo kregen ze weer moed. En op de donkerste momenten, als het koninkrijk ver weg en de ellende dichtbij leek, deden ze iets wat de meest mistroostige mensen nieuwe hoop gaf.

Ze zongen:

‘Van Hem, de ene Heer,
gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer,
de toekomst is zijn rijk.’

Beeld: Jedi Noordegraaf

Geschreven door

Pieter-Jan Rodenburg

--:--