Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Wat moet je doen als rouw je hele leven omverblaast?

Jeannette moest afscheid nemen van haar vriendin. Ze merkt dat ze haar plaats op de wereld opnieuw moet ontdekken en zoekt naar lichtpuntjes en houvast, naast dat overweldigende gevoel van verdriet...

Deel:

- dit blog is voor de coronatijd geschreven - 

Het is drie weken geleden dat mijn vriendin begraven is. Ondanks het late tijdstip zit de trein goed vol.

Ik probeer de brok in mijn keel weg te slikken. Opeens hakt het besef er weer in dat ik haar hier op aarde nooit meer kan vasthouden. Koortsachtig zoek ik in mijn tas naar zakdoekjes. Terwijl mijn tranen al beginnen te lopen grabbel ik er achtereenvolgens pleisters, een opvouwbare boodschappentas en lippenstift uit. Inmiddels zie ik door mijn tranen niet eens meer wat ik opvis en geef ik het maar op. Om me een houding te geven, doe ik trillend wat van de lippenstift op die ik nog steeds in mijn hand heb.

Sommige mensen huilen mooi, beheerst, ingetogen. Voor iemand die de laatste tijd zoveel huilt, is het jammer dat dit mij niet gegeven is. Ik probeer dapper naar de mevrouw tegenover me te glimlachen. Ik zit krampachtig met mijn gezichtsspieren te trekken en staar dan maar stuurs door het raam. Het is donker en in plaats van een kalmerend, voorbijflitsend landschap zie ik een vaag omlijnd beeld van mezelf. Het dubbele glas is genadeloos en maakt het beeld niet veel beter dan het al is. Over mijn wangen stromen serieuze tranen, ook over de lippenstift die voor het merendeel niet op mijn lippen terecht blijkt te zijn gekomen.

Waan van de dag

Het leven komt me onverdraaglijk anders voor, nu ze overleden is. In winkels kijk ik nog steeds automatisch naar cadeaus die perfect voor haar zouden zijn. Ik laat ze liggen. En er zijn een heleboel beladen data bijgekomen. Verjaardagen, feestdagen. Ze was er altijd. In de vorm van een korte aanraking in het voorbijgaan. Haar geurtje dat nog in de gang hing als ze al weg was. En toch gaat het leven door, houd ik mezelf dapper voor in de trein. Bij de volgende stop stap ik uit om daarna een andere coupé in te stappen. Even opnieuw focussen. Ik ga tegenover nieuwe reizigers zitten en graai een verfrommeld krantje naar me toe. Ik probeer me te concentreren op het nieuws van de dag.

Het lukt maar moeilijk om de nieuwsberichten zonder een flinke dosis pessimisme en sarcasme te lezen. Een Nederlandse sporter heeft iets gewonnen en nu moet heel Nederland er plaatsvervangend trots op zijn. Er is een nieuwe Spaanstalige hit die iedereen zonder enig benul van de Spaanse tekst op gevoel meezingt. Voetbalfans zijn elkaar in de haren gevlogen. Zelfs planten gedragen zich agressief; de nietsontziende Japanse Duizendknoop verstikt inheemse planten. Het regent te veel en het waait te hard. Alles is triviaal. Niets nieuws onder zon, maar het staart me wel extra in het gezicht.

Zegenbede voor het gebroken hart

Toch zie ik lichtpuntjes. Heel kleine beloften van het hiernamaals. Ik houd me vast aan de belofte dat ik mijn vriendin later weer zal zien. Voor nu is het een kwestie van blijven doorademen en bewegen. Totdat ik weer een nieuw ritme en een nieuwe cadans gevonden heb.

De trein stopt bij het eindpunt. Nu snel naar huis en naar bed. Morgen is er weer een kans om de gaten die haar afwezigheid slaat op te vullen – zonder haar te vergeten. Want mijn wereld was aantoonbaar mooier toen mijn vriendin nog liet zien waar liefde om draait. Ik eer haar door de kleine dingen te zien en ze te koesteren. Door mezelf mijn rouw toe te staan in deze periode en naar wegen te zoeken om verder te gaan en het een plek te geven. 

Dat wordt misschien wel het mooist gezegd door Jan Richardson in haar Blessing for the Brokenhearted, die ik hoorde in de podcast over rouw van de Amerikaanse schrijver & onderzoeker Kate Bowler:

Let us agree
for now
that we will not say
the breaking
makes us stronger

or that it is better
to have this pain
than to have done
without this love.

Let us promise
we will not
tell ourselves
time will heal
the wound,
when every day
our waking
opens it anew.

Perhaps for now
it can be enough
to simply marvel
at the mystery
of how a heart
so broken
can go on beating,
as if it were made
for precisely this—

as if it knows
the only cure for love
is more of it,
as if it sees
the heart’s sole remedy
for breaking
is to love still,
as if it trusts
that its own
persistent pulse
is the rhythm
of a blessing

we cannot
begin to fathom
but will save us
nonetheless.

Laten we voor nu 
afspreken
dat we niet roepen dat
breken
ons sterker maakt
Of dat het beter is
om deze pijn te hebben
dan die liefde te 
moeten missen

Laten we afspreken
dat we onszelf
niet voorhouden
dat tijd de wond
wel heelt
nu ze elke ochtend
opnieuw wordt opengereten
zodra wij ontwaken

Wellicht is het voor nu
genoeg om ons slechts
te verwonderen
dat een hart 
in zoveel stukken
toch kan blijven
kloppen,
Alsof het voor dit doel
gemaakt is –
Alsof het weet
dat het enige medicijn voor liefde
nog meer liefde is,
Alsof het ziet
dat de enige remedie 
tegen het breken is
te blijven liefhebben,

Alsof het erop vertrouwt
dat de eigen
constante hartslag
het ritme is van 
een zegen
die we nooit kunnen
bevatten
maar die ons ondanks alles
zal behouden.

Geschreven door

Jeannette Helms

--:--