Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Marcel (65) spreekt tijdens de Nationale Herdenking

‘Mijn moeder zei: het is elke dag Dodenherdenking’

Op de vraag of hij 4 mei in de Nieuwe Kerk in Amsterdam wil spreken, hoeft auteur Marcel Möring niet na te denken. Voor hem is herdenken erg belangrijk en al jaren weet hij wat hij in zijn toespraak wil zeggen. Dat het op televisie komt is mooi meegenomen, maar het gaat hem vooral om de inhoud.

Deel:

Marcel is van joodse afkomst en zijn grootmoeder is in vernietigingskamp Sobibór vermoordIn zijn toespraak in de Nieuwe Kerk wil hij vooral het accent leggen op de verantwoordelijkheid die je voelt voor je medeburger. “Het aantal weggevoerde mensen (Joden, Sinti en Roma) ligt in Nederland onvoorstelbaar hoog. Het is makkelijk om, zoals altijd gebeurd is, de Duitsers of Duitsland overal de schuld van te geven, maar er is ook een rol voor Nederland en voor de Nederlanders zelf.”

Stilstaan bij de Tweede Wereldoorlog

Voor hem is Dodenherdenking specifiek stilstaan bij de Tweede Wereldoorlog en is het herdenken hiervan belangrijk. Niet omdat het dan niet weer zou gebeuren, maar om ons aan het denken te zetten. “Het herdenken van die ene specifieke gebeurtenis brengt ons in contact met het verleden. Het brengt ons in contact met wat er gebeurd is met medemensen die er niet meer zijn en ook mensen die er daardoor niet geweest zijn. Dat is denk ik in deze tijd wel nodig. Meer dan ooit misschien wel.”

'Ik hoop dat 4 mei tot zelfreflectie leidt'

Het gaat Marcel vooral om de ontwikkelingen in Europa en ook in Amerika. “Als je kijkt naar de opkomst van extreemrechts met alle merkwaardige antisemitische, racistische fantasieën die daarbij horen”, zegt hij, “dan is het best een bijzondere tijd, als ik dat eufemisme mag gebruiken. Door het verhaal van de oorlog te vertellen en herdenken, is het in ieder geval mogelijk om parallellen te trekken en om te kijken naar wat er nu aan de hand is. En je hoopt dan dat 4 mei niet alleen een kwestie is van braaf even een minuut of twee je mond houden, maar dat het ook leidt tot zelfreflectie.”

'Er was bijna niets meer'

Over de Joodse geschiedenis schrijft Marcel in zijn boeken. Voor hem ligt dat voor de hand. In een roman probeert hij die geschiedenis altijd te vertellen om te laten zien wat er was. “Hoe mensen leefden en hoe ze tussen anderen leefden. Daarvoor(voor de oorlog) was er iets, er waren mensen, er waren winkels, er waren huizen, ze hadden allen levens. Daarna was er bijna niets meer. Daarna was er vooral een gat. Heel vaak moesten ze zelfs nog knokken om hun huizen terug te krijgen, van bezittingen was dan al geen sprake meer.”

Elke dag Dodenherdenking

“Ik heb niet het gevoel dat de meeste Joden zich na 1945 bevrijd voelden. 5 mei heeft voor mij geen betekenis. Voor mijn familie ook niet. 5 mei is het feest van de anderen. Zelfs voor mij als tweede generatie, opgevoed door mensen voor wie dat allemaal nog sterk leefde, die het gemis persoonlijk ervaren hebben. Dat doet in je opvoeding ook iets met je. Mijn moeder zei dat het elke dag Dodenherdenking is. Die mensen zijn er niet alleen op 4 mei niet meer, die zijn er gewoon altijd niet meer.”

Gaat dit over ons?

In onze documentaire ‘Gaat dit over ons? Herdenken in Nederland Polderland’ komen diverse slachtoffergroepen aan het woord die bedenkingen hebben bij de huidige manier van herdenken. Mensen uit de Joodse gemeenschap, Sinti, Roma en Indische Nederlanders delen hun visie hierop. Ook wordt duidelijk hoe de Nederlandse overheid steken heeft laten vallen in de opvang en erkenning van deze groepen. Kijk de documentaire hier terug!

--:--