Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Jezelf aanmoedigen werkt beter dan jezelf uitschelden'

Blog van Corien Oranje

Ik moet in de ochtend op een middelbare school in Buitenpost zijn voor een paar gastlessen. Helaas staat het parkeerterrein al helemaal vol als ik aankom. Gelukkig is er ook een grasveldje, dat aan de bandensporen te zien als reserveparkeerplaats functioneert. Ik draai mijn auto voorzichtig het gras op, een diepe modderplas in, en probeer dan een stukje achteruit te rijden zodat ik hem netjes recht kan zetten.

Deel:

Helaas. De wielen beginnen hard te draaien, maar er gebeurt niets. Er spat alleen heel veel modder tegen de voorruit op. Heb ik mezelf nou echt vastgereden?

Maakt niet uit, zeg ik tegen mezelf. Dat probleem los je later wel op. Je bent er, en nog op tijd ook. Je hebt geparkeerd zonder auto’s te raken. Goed gedaan! En nu ga je ook nog twee superleuke lessen geven. Je kunt het! Ik heb in de loop van de jaren geleerd dat jezelf aanmoedigen beter werkt dan jezelf uitschelden.

Na afloop van mijn lessen ga ik langs bij de administratie. “Hebben jullie misschien ook een conciërge?” vraag ik. “Mijn auto zit vast in de modder.”

Dat is niet zo handig van mij, zegt de mevrouw van de administratie. Maar ze hebben een conciërge, ze haalt hem wel even voor me. Even later stapt er vanuit de aula een vriendelijke oudere man op me af. “Dus jij zit vast in de modder?” zegt hij. “Jo binne net de earste.” Hij loopt met me mee naar buiten. “Hawwe jo ek in sleeptou yn ’e auto?”

Nee, ik heb geen sleepkabel. Die heb ik in een vlaag van verstandsverbijstering weggegeven aan een zoon. Maakt niet uit, hij heeft nog wel wat liggen, momentje.

Daar komt hij al aanrijden met zijn busje. Hij slaat een touw om de twee trekhaken heen, vraagt me om in te stappen en de motor te starten en de auto in z’n achteruit te zetten en dan héél langzaam gas te geven. Kluiten modder vliegen in het rond. Maar er komt beweging in de auto. Met enorme plakkaten klei onder mijn wielen sta ik een minuut later op de verharde weg. “Dank u wel!” roep ik.

De conciërge zwaait naar me en is al weg. Hij moet meer mensen helpen vandaag.

--:--