Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Karin verloor haar moeder, kreeg een stiefmoeder én werd zelf (stief)moeder

Een samengesteld gezin is topsport

Toen Karin 17 jaar was, overleed haar moeder aan de gevolgen van kanker. Enkele jaren later kreeg haar vader een nieuwe relatie. “Hoewel de relatie na een paar jaar strandde, heb ik er warme en positieve herinneringen aan”, vertelt Karin. Ze had toen geen idee dat deze ervaring haar later goed van pas zou komen toen ze een relatie kreeg met een weduwnaar en zelf stiefmoeder werd.

Deel:

Eierstokkanker

“Ik was 16 jaar en zat in de vierde klas van het vwo toen we hoorden dat mijn moeder eierstokkanker had. Dat nieuws sloeg in als een bom. Ze bleek al in het verst gevorderde stadium te zitten. Toen ze dat hoorde, zei ze: ‘Gelukkig zijn we vorig jaar nog zo leuk op vakantie geweest naar Madeira.’ Dat was een bijzondere vakantie voor ons, zoiets deden we nooit. Mijn moeder was altijd heel positief. Ze was een diepgelovige vrouw, ik denk dat ze daar veel aan heeft gehad. Maar ik denk ook dat ze ons niet te veel heeft willen belasten. Ik herinner me nog goed dat ik nieuwe kleren had gekocht voor de begrafenis. Mijn moeder leefde nog. Ik droeg altijd broeken, maar ik had voor deze gelegenheid een paarse rok gekocht. Toen mijn moeder mij daarin zag, ving ze een glimp op van de vrouw die ik aan het worden was, wat ze niet meer mee zou maken. Dat was een emotioneel moment.”

Met z’n drieën

“Na een jaar en zeven maanden overleed ze. Ik was 17 en zat in mijn examenjaar. Aanvankelijk dachten we: we redden het wel met z’n drieën. Mijn vader ging weer aan het werk en mijn zusje en ik hadden zo onze taken. Mijn moeder had ons veel geleerd over hoe we het huishouden moesten doen. We rouwden allemaal op onze eigen manier. Gaandeweg zakte mijn vader steeds verder weg, het ging niet goed met hem. De huisarts schreef hem antidepressiva voor, maar daar reageerde zijn lijf niet goed op, de medicatie had een averechtse werking en het ging steeds slechter met hem. Ik probeerde zo goed als ik kon te stutten en te steunen. Toen ik 18 jaar was, deed mijn vader een suïcidepoging. Die mislukte. In de periode daarna was ik dag en nacht met hem bezig. Ik had een positie en een verantwoordelijkheid in het gezin die niet paste bij mijn leeftijd. Op een gegeven moment werd mijn vader opgenomen. Mijn zusje en ik bleven achter. Na verloop van tijd ging het beter met mijn vader, zijn medicatie sloeg aan. Na een jaar kwam hij, langzaam opgebouwd, weer thuis. Met persoonlijke hulp en steun van fantastische docenten slaagde ik dat jaar met m’n hakken over de sloot voor mijn examen.”

Aanvankelijk dachten we: we redden het wel met z’n drieën

Nieuwe fase

“Tijdens een zomervakantie in Frankrijk kwam mijn vader een vrouw tegen op wie hij ontzettend verliefd werd. En zij op hem. Met dat deze vrouw in ons leven kwam, kwam er een einde aan een donkere tijd. Er brak licht door in ons gezin. Mijn vader was weer vrolijk en ik kon hem een beetje loslaten. Ik was natuurlijk te groot om een nieuwe moederfiguur in mijn leven te hebben, maar het zorgde ervoor dat ik weer een beetje terug kon gaan naar mijn kindpositie. Maria* vroeg hoe het met me ging en hoe het was als ik mijn moeder miste. Ik kon goed met haar praten. Natuurlijk waren sommige dingen ook lastig. Ik vond het bijvoorbeeld heel moeilijk als ze in onze keuken stond met het schort van mijn moeder aan, of als ze op de plek van mijn moeder ging zitten. Daar ben ik weleens tegen in opstand gekomen. Maar eigenlijk was het vooral een fijne tijd met Maria. De relatie hield alleen geen stand en na vier jaar verdween zij weer uit ons leven. Ondanks de pijn van het afscheid kijk ik hier goed op terug. Maria heeft mij een positieve ervaring gegeven met een stiefmoeder.

Na mijn studententijd kwam ik op de afdeling personeelszaken terecht van een groot vervoersbedrijf. Mijn leidinggevende bood mij een studie bedrijfskunde aan, maar dat vond ik stom. Ik vroeg of het ook psychologie mocht zijn. Dat bleek een warm bad. Ik was begin 30 en deelde daar voor het eerst mijn levensverhaal. Mijn tranen kwamen los. Ik voelde alles wat er maar te voelen was. Tijdens mijn eerste jaar bij twee fantastische trainers en later in leertherapie die ik moest volgen, kon ik aan de slag met mijn eigen proces en mijn uitgestelde rouw.”

Karin den Hollander en haar gezin
Karin den Hollander en haar gezin. Credits: Jeannine Rijsdijk.

Echte liefde

“Ondertussen ging ik gewoon naar mijn werk, waar ik regelmatig met een groep collega’s lunchte. Joost zat daar ook bij, hij werkte op de ICT-afdeling. In de periode dat ik psychologie studeerde, was zijn vrouw ernstig ziek. Daar had ik het met hem over. Na vijf jaar ziek te zijn geweest, overleed ze en ging ik naar de uitvaart. Joost en ik voelden een diepe verbondenheid en vrij snel na het overlijden van zijn vrouw kwamen we samen. Joost had twee kinderen van 12 en 15 jaar oud en natuurlijk dacht ik: waar begin ik aan? Ik besprak de hele situatie tijdens mijn leertherapie. In één ding was ik heel vastberaden: ik wilde niet een tweede Maria worden en op een dag weer uit het leven van de kinderen verdwijnen. Ik wilde zeker weten dat dit zou slagen, juist voor de kinderen die ik nog niet eens kende. Waarom ik uitgerekend voor déze man viel, dat onderzocht ik grondig met mijn therapeut, totdat zij zei: ‘Jij hebt alles uitgezocht en uitgehuild. Zou dit niet gewoon echte liefde kunnen zijn?’ Dat was voor mij een enorme eyeopener. Dat kon natuurlijk ook nog! Door het inzicht dat zij me gaf, ging mijn rem eraf en durfde ik te gaan voor de relatie. Ik maakte van het begin af aan de kinderen ook een belangrijk onderdeel van mijn leven. Zij gingen er goed in mee, wat ik heel bijzonder vond. Al wist ik nog niet zo goed hoe je stiefmoeder moest zijn. De enige referentie die ik had was Maria. Ik ging daarom bijvoorbeeld heel bewust niet op de plek van de overleden moeder zitten. Als we met de auto weggingen, ging ik ook niet voorin zitten, maar zat ik achterin bij de kinderen. Uit ervaring wist ik hoe belangrijk het was om daar voorzichtig mee om te gaan. Ik wilde dat de kinderen me leuk vonden en dat ik welkom was. Ik nam het superserieus.”

Zou dit niet gewoon echte liefde kunnen zijn?

Iedereen in de rouw

“Ik was in die tijd al een eind in de dertig en had een heel sterke kinderwens. Anderhalf jaar nadat Joost en ik een relatie hadden gekregen, raakte ik zwanger. Het ging allemaal heel snel. Maar dat er een baby kwam, vonden de kinderen helemaal geen goed idee. Zij wilden gewoon hun moeder terug en zaten niet te wachten op een nieuwe toekomst met een broertje of zusje. Joost en ik woonden nog niet samen en ik was veel alleen in mijn kleine huisje in Utrecht. Joost was druk met aandacht geven aan zijn kinderen. Ik miste mijn partner. Ik miste mijn moeder. Ik zat in de rouw. Ik voelde me schuldig en dacht dat ik er niet goed aan had gedaan. Dat het mijn fout was dat anderen zich nu ongelukkig voelden, terwijl ik niets liever wilde dan moeder worden. Maar hun leven leek niet te verenigen met dat er een baby kwam. Iederéén zat in de rouw. Ik vond dit een van de moeilijkste periodes uit mijn leven. Maar ondanks alles hielden we stand. Onze liefde voor elkaar was onuitputtelijk. Zonder de liefde en de vele gesprekken die we voerden, hadden we het niet gered.

Toen we een weg met elkaar hadden gevonden, kochten we een huis, op hoop van zegen. Het was in de buurt van Joosts oude huis, zodat het leven van de kinderen verder hetzelfde zou kunnen blijven. Vlak voor de bevalling zijn we hier gaan wonen, op de uitgerekende datum werd de keuken erin gezet. Toen onze zoon Luuk geboren was, was het meteen goed. De kinderen zagen niet langer een vrouw met een dikke buik waar ze boos op konden zijn, maar er was een baby. Al in de eerste uren van Luuks leven had hij iets teweeggebracht. De liefde voor hun broertje, en later voor hun zusje, was groot. Dat is nooit veranderd. Ook nu de oudste kinderen uit huis zijn. Als we foto’s krijgen van Hannah, onze jongste dochter, die met de kinderen van haar grote zus op schoot zit, kan ik daar ontroerd van raken. Moet je kijken hoe goed het is gekomen.

Een samengesteld gezin met kinderen in verschillende leeftijdsfasen kan ook heel onhandig zijn. Een puber wil ’s avonds uitgaan en uitslapen, een baby wordt ’s ochtends vroeg wakker. Dat het soms praktisch onverenigbaar leek, vond ik slopend. Wat doe je met vakanties? Pubers willen uit en shoppen, een baby heeft een middagslaapje en flessen nodig. Ik heb wel geprobeerd om alles te kunnen, maar gaandeweg kwam ik erachter dat dat niet kon. We splitsten vaak op. Dan ging ik alleen of met de jongste twee naar familiefeestjes waar de kinderen van Joost niet op zaten te wachten. Ik hield veel van de kinderen van Joost, maar ik bemoeide me niet met de opvoeding, dat liet ik echt bij hem. Ik vind het belangrijk dat Joost ook dingen met zijn oudste kinderen doet.”

Zonder de liefde en de vele gesprekken die we voerden, hadden we het niet gered.

Een hechte samenstelling

“Na mijn studie psychologie heb ik verschillende vervolgopleidingen gedaan. Ik heb me verdiept in relaties, trauma’s, rouw en systemisch kijken. Ik bracht dit allemaal bij elkaar in het boek De mijne zijn de liefste, dat ik samen met Magda Hengst schreef. Daar heb ik jaren over gedaan. Toen het boek eindelijk af was, dacht ik: dit moet niet bij een boek blijven. Er zijn zo veel mensen die stiefouder zijn, daar moet ik wat mee. Ik had een leuke, maar zware baan die ik met pijn in mijn hart opzegde en richtte stichting Stiefacademie Nederland op, voor professionals en stiefouders.

Mijn verlangen is dat het samengestelde gezin een veilige en prettige opgroeiplek wordt voor kinderen. Maar er is vaak heel veel spanning, dynamiek, rouw en complexiteit. Bijna iedereen begint eraan met een roze bril en de droom om een happy family te stichten, maar men komt vaak bedrogen uit. Dan wordt het ingewikkeld. Het is niet voor niets dat twee op de drie samengestelde gezinnen weer uit elkaar gaan. Het is een groeiend maatschappelijk probleem en dure particuliere therapie is niet voor iedereen weggelegd. Kinderen die breuk op breuk meemaken, hebben een grotere kans om later ook uit elkaar te gaan. Wij gaan niet aan de kinderen sleutelen, maar wij willen ouders en stiefouders ondersteunen, omdat het voor hen een hele klus is. Een samengesteld gezin is echt topsport. In ons gezin heeft iedereen zo zijn butsen en builen opgelopen. Maar de oudste kinderen komen nog graag thuis en onze kinderen kunnen goed met elkaar overweg. We zijn een hechte samenstelling geworden, een familie. We hebben er iets moois van gemaakt, daar ben ik echt heel trots op.”

*De naam van Maria is gefingeerd.

Over Karin
Karin den Hollander woont met haar man Joost en twee tienerkinderen in Houten. Ook heeft ze twee uitwonende stiefkinderen en is ze oma. In 2019 richtte ze stichting Stiefacademie Nederland op, een expertisecentrum op het gebied van samengestelde gezinnen. Karin schreef twee boeken: Ouders Zonder Voorbeeld en De mijne zijn de liefste.

Tekst: Francien van der Valk, dit artikel stond in Eva 6

--:--