Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column: ‘Misschien is het vechten voor licht wel onze grootste liefdesdaad aan hen die lijken te verdrinken in het duister’

Gerrianne woont met haar gezin in Spanje, waar ze Nederlandse tienermeiden opvangt. Voor Eva filosofeert ze over wat haar bezig houdt en opvalt in het leven.

Deel:

De mens aan het einde van zijn internetverbinding is de mens die alles weten kan, iedere minuut van de dag. Die verantwoordelijkheid voelen we. Het 'Wir haben es nicht gewußt' echoot schuldig na in onze genen. En dus kijken we.

Tussen de bedrijven door absorberen we de gruwelijkheden over een wereld waar de waanzin stroomt. Meer dan ooit wordt in de media volop in detail gedeeld wat er speelt, omdat een globaal verhaal niet meer voldoet. Murw gelezen en koud gekeken, en dus moet er steeds een schepje bovenop. Misselijk van empathie gaan we door onze dagen. Met de illusie dat we iets toevoegen aan het welzijn van hen die lijden, blijven we onze nieuwsfeed verversen. Het voelt alsof we ze dan minder alleen laten. Alsof we een beetje mee lijden; met ze mee strijden.

Maar hoe strijd je tegen het duister dat zo zwart is, dat het alles in zich lijkt op te slokken? Tegen kille, wrede harten vol haat? De vraag is of ons brein in staat is om de stroom aan schrikwekkende informatie constructief te verwerken. Wat als het ons geen betere, compassievoller mensen maakt, maar we uiteindelijk langzaam mee-verkouden?

Hoe strijd je tegen het duister dat zo zwart is, dat het alles in zich lijkt op te slokken?

Dit is geen pleidooi voor je kop in het zand. Maar misschien ligt de kunst wel in het vinden van de balans tussen inleven en door-leven. Wie weet er anders nog dat de liefde wint? Misschien is het vechten voor licht wel onze grootste liefdesdaad aan hen die lijken te verdrinken in het duister. Om mensen te zijn, en kinderen groot te brengen, die vol zijn van compassie en lichtheid. Niet angstig en karig, maar gul en rijk en vol van vrijuit lachen.

En soms betekent dat dan niet te weten van de laatste bom, maar mijn telefoon weg te leggen en met de kinderen te grinniken om het grapje dat de meester vanochtend maakte. Met bokkesprongen door de kamer te dansen, terwijl de ramen trillen van de muziek. Tikkertje te spelen in de tuin en samen te fantaseren hoe het komt de de lucht roze kleurt als de zon onder gaat. Soms, en met kinderen misschien wel vaak, betekent dat te leven alsof er geen tranen zijn. Voor hun hart en dat van mij. En voor al die bange harten die er zijn en nog zullen komen. Zodat het licht opvlamt. De lach wint. Het Leven het allerlaatste woord heeft.

Geschreven door

Gerrianne

--:--