Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Ada's tante werd in de oorlog weggevoerd uit het Apeldoornsche Bosch

Gezien in 'Muzikale tour van de Vrijheid'

Ada’s tante Adèle werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog als verpleegkundige in het Apeldoornsche Bosch; een Joods-psychiatrische instelling. Een plek waar het lange tijd veilig leek. Ada vertelt het verhaal van haar tante in ‘Muzikale tour van de vrijheid’.

Deel:

Bij voormalig Joods-psychisatrische instelling het Apeldoornsche Bosch ontmoeten Ada Terpstra en Coosje Smid elkaar. Aan Coosje, zangeres, actrice, oud-deelnemer aan The Voice en dochter van Ernst-Daniël, vertelt Ada het verhaal van haar tante Adèle, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in de instelling werkte.

Het Apeldoornsche Bosch werd ook wel ‘de Jodenhemel’ genoemd

Het Apeldoornsche Bosch was vooruitstrevend in zijn behandelmethoden en kreeg zelfs belangstelling vanuit het buitenland. Dat veranderde in de oorlog. Al vrij snel moest al het niet-Joodse personeel vertrekken. Veel Joden uit andere delen van het land kwamen naar het Apeldoornsche Bosch, in de hoop dat ze dan vrijstelling van transport kregen. Want niemand kon zich voorstellen de Duitsers zó ver zouden gaan zelfs de kwetsbare patiënten iets aan te doen. Lange tijd lieten de Duitsers de instelling ook ongemoeid. Vandaar dat het Apeldoornsche Bosch ook wel gekscherend ‘de Jodenhemel’ werd genoemd.

Ondergedoken

Adèle is het tweelingzusje van Ada’s moeder. Zij werkte vanaf 1941 in het Apeldoornsche Bosch. Ada’s moeder Betty zat tijdens de oorlog op meerdere plekken ondergedoken. In januari 1943 verbleef ze in Garderen. Daarvandaan fietste Betty zo’n twintig kilometer naar het Apeldoornsche Bosch om haar zus te waarschuwen. Er waren toen al tekenen dat de Duitsers de patiënten en medewerkers van het Apeldoornsche Bosch niet zouden overslaan in hun missie om het Joodse volk uit te roeien. Maar Adèle wilde de patiënten niet alleen laten, er waren al zo veel medewerkers ondergedoken. Zij bleef.

Transport

Een week na Betty’s waarschuwing werden de bewoners en medewerkers van het Apeldoornsche Bosch afgevoerd. Het grootste transport ging op 22 januari 1943 rechtstreeks naar Auschwitz. Het is het enige transport dat niet geregistreerd is, waardoor men tot op de dag van vandaag nog zoekt naar alle mensen die op dat transport hebben gezeten. Later die dag volgenden nog twee kleinere transporten met medewerkers naar Westerbork.

Nu staan mijn voetstappen hier ook

Ada, die is vernoemd naar haar tante Adèle, was nog nooit bij het Apeldoornsche Bosch geweest. Ze vindt het bijzonder om de plek te bezoeken waar haar tante werkte en waar haar moeder naartoe fietste om haar zusje te waarschuwen. “Nu staan mijn voetstappen hier ook.”

Aan Coosje, zelf ook Joods, vertelt ze in Muzikale tour van de Vrijheid over haar tante en alle andere familieleden die tijdens de oorlog zijn vermoord. Alleen Ada’s moeder Betty en haar oom Nathan overleefden de oorlog, de rest van het gezin kwam niet meer thuis. Dit ingrijpende verhaal inspireert Coosje tot een lied.

Muzikale tour van de vrijheid

Dit ontroerende en intieme lied en het hele verhaal van het Apeldoornsche Bosch en Ada’s familie hoor en zie je hieronder in de eerste aflevering van Muzikale tour van de Vrijheid. In elke aflevering wordt een oorlogsverhaal verteld aan een artiest, die dat verhaal vervolgens verwerkt tot een lied. Muzikale tour van de vrijheid is te zien van 2 tot en met 6 mei om 18.30 uur bij de EO op NPO 2 of hier terug te kijken.

Lees ook het verhaal van Femma Fleijsman, zij werd als 16-jarige gedeporteerd naar Auschwitz: “Direct na aankomst werd ik ontluisd en kaalgeschoren, vervolgens is het nummer ‘83018’ op mijn linkerarm getatoeëerd."

--:--