Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Blog Erika: 'Het is toch beter om wat vaker de wet te overtreden'

Blog van Erika Kommers

Ik heb Simon net weggebracht naar de kinderopvang, als ik zie dat de politie bij een huis in de straat aanbelt. De agente ziet mij en roept iets vanaf de andere kant van de straat. “Pardon”, zeg ik, omdat ik haar niet versta. Ze roept bits dat ik mijn ‘voertuig’ van de stoep moet halen.

Deel:

Wie is Erika Kommers?

Erika Kommers (41) is getrouwd met Machiel (39) en moeder van Olivia (13), Laurens (10) en Simon (1). Afgelopen zomer verhuisde het gezin naar Madrid. Erika deelt hier wekelijks haar belevenissen onder de Spaanse zon.

Ik verplaats daarom mijn fiets naar de straat. Maar nee, niet goed, ook niet op de straat. “Afstappen!” snauwt ze me toe. Ik moet nog drie huizen, dan ben ik thuis. We wonen aan een eenrichtingsweg en de hele wijk bestaat uit rondlopende eenrichtingswegen. Behalve de dagelijkse vuilnisauto’s en de mensen uit de straat komt er niet veel verkeer voorbij. Op het moment dat de agente mij aanspreekt, zijn er in geen velden of wegen andere mensen te bekennen, maar goed. Ik stap af, steek de straat over met mijn fiets aan de hand en loop naar huis. Ze roept me nog na dat ik de wet overtreed met mijn voertuig op de stoep of voortbewegend in tegenovergestelde richting.

Thuisgekomen ga ik eerst maar een bakkie koffie zetten. Want hoewel ze gelijk heeft, is mijn humeur behoorlijk verpest. Ik fiets hier dagelijks ongeveer tweehonderd meter over de stoep – tegen het verkeer in – omdat ik anders twee kilometer moet omrijden. Ik ben overigens niet de enige, want ik zie wel vaker fietsers tegen het verkeer ingaan. Om mijn humeur wat op te vijzelen, ga ik lekker het tijdschriftje lezen dat ik onderweg bij de kiosk heb gekocht.

Tot ik ineens bedenk dat ik bij de kiosk ook in overtreding was! Hè bah, daar mag ik natuurlijk ook niet meer fietsen. De wijk waar Simon naar school gaat, bestaat uit allemaal eenrichtingswegen die of bergop of bergaf gaan. Brede driebaanswegen, met aan beide zijden trottoirs – die meer op promenades lijken met hun breedte van ruim tien meter. Eigenlijk is het niet te doen om met de fiets over de weg te gaan.

De volgende ochtend breng ik Simon weer met de fiets naar de opvang. Ik neem nu een andere weg terug, via de brug over de snelweg. Om de snelweg over te steken, moet ik een flinke helling op. Rijen auto’s tuffen inmiddels achter mij, maar ik blijf dapper in het midden van de weg. De ene rij auto’s voegt in op de snelweg en ik rijd rechtdoor. Een situatie die in Nederland verboden zou zijn, maar ik houd me hier netjes aan de wet. De brug over, de rotonde met drie banen op, waar verkeer met een behoorlijke vaart vanaf de snelweg invoegt. Ik fiets nog steeds op de middelste baan. Hup, hand uitsteken, volgende rotonde op, voorsorteren, weer de middelste baan, toeterende auto’s en bestelbussen.

“Erika,” spreek ik mezelf toe, “niet naar luisteren, stug voor je uit kijken, weer je hand uitsteken en gewoon voorrang nemen.” Ik doe of ik de boze blikken van bestuurders niet zie. Bezweet kom ik thuis. Ik heb me netjes aan de wet gehouden. Maar ik denk dat het voor mijn hartslag en voor de veiligheid van mijn kind toch beter is wat vaker de wet te overtreden.

--:--