Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Jullie betekenen zoveel voor me, dat ik jullie die ring geef'

Vader en dochter in gesprek

EO-presentator en kerkplanter Jurjen ten Brinke gaat gerust slapen als zijn oudste dochter Marthe ’s avonds met vrienden op stap is. Immers: “Ze belt maar als er iets is.” Toch leeft er ook bij hem een gezonde dosis beschermingsdrang. En dus sloten ze samen een bondje.

Deel:

Jurjen: “Wanneer wij elkaar voor het laatst écht gesproken hebben? Een paar weken geleden. Ik had voor mijn verjaardag van jou een surfles gekregen. Op de motor zijn we naar zee gegaan.”

Marthe: “Wij houden van kletsen en ook van dingen doen. Het was leuk om samen iets nieuws te proberen. Lig je voor de zoveelste keer van je surfboard en zwaai je al roepend ‘Help’ naar je vader.”
Jurjen: “Om daarna vis te eten en te worden aangevallen door een meeuw.”

Streberig

M: “We hebben dan ook serieuze gesprekken. Over mijn studie en dingen waar ik tegenaan loop. Meestal omdat ik weer eens te hard gewerkt heb. Ik kan heerlijk doordraven, dan is het fijn dat jij lekker nuchter bent.”
J: “Jij bent supergedisciplineerd. Altijd geweest. In je studie, hoe je met geld omgaat, wat je in de kerk doet. Dat is mooi om te zien, maar perfectionisme ligt op de loer. Ik gun je een iets relaxter leven.”
M: “Die eigenschap heb ik van jou.”
J: “Zeker. Ik kan ook hard werken en ergens helemaal voor gaan. Perfectionisme heb ik in mindere mate. Streberig zijn we beiden.”

J: “We lijken in karakter sterk op elkaar. Ook zijn er bijzonderheden die ons verbinden. Zo zijn we beiden de oudsten thuis én het oudste kleinkind. Ook zijn we beiden jong tot geloof gekomen. Ik was zeventien en jij was twaalf toen je vroeg of je belijdenis mocht doen.”*
M: “En we zijn beiden avondmensen. Hier zittend op de bank zijn we niet naar boven te krijgen. Daar hebben we mama voor nodig.”

‘Broodjes en visjes’

M: “Ik vind het helemaal niet erg om op je te lijken, want ik ben stiekem best trots op je. Je inspireert een heleboel mensen en deelt Gods boodschap met mensen die niet gelovig zijn. Niet om wat je doet of maakt, maar omdat jij je ‘broodjes en visjes’ inzet.”
J: “Dat is tof en lief van je. Ik voel me gesteund door jou en de anderen thuis. Het is best een zoektocht, omdat ik geen dingen wil doen ten koste van jullie.”

M: “Heb je er ooit spijt van gehad dat je ons als kinderen naar Amsterdam hebt meegenomen?”
J: “Nee!”
M: “Nooit? Ook niet toen er bedreigingen aan ons adres waren?”
J: “Natuurlijk was het spannend om met drie kleine meisjes onder de vijf jaar van Kampen naar Amsterdam te verhuizen. Die bedreigingen waren heftig. Het kwam van een persoon die zijn persoonlijke frustraties botvierde op ons gezin, omdat hij geen verblijfsvergunning kreeg. Onze voicemail stond vol met Koranteksten en uiteindelijk werd er gezegd dat hij wist waar jullie op school zaten. Dat laatste vond ik het ergste. De politie werd ingelicht, we kozen voor een nieuwe ‘open’ voordeur zodat we altijd konden zien wie er op de stoep stond. Jullie wisten dat de deur nooit zomaar opengedaan mocht worden. Het liep gelukkig goed af. Toch heb ik geen spijt. Mama en ik zijn ervan overtuigd dat als God je roept voor een taak, Hij het hele gezin roept. Wij horen bij elkaar en dus horen we allemaal in Amsterdam.”

Van moslim naar christen

Jurjen en Marthe ten Brinke

J: “Ik vind het wel jammer dat jij en je zusjes en broertje geen christelijke hartsvrienden hebben opgedaan in jullie jeugd. Dat gun ik jullie. Ik heb een vriendengroep die al meer dan twintig jaar samenkomt. We bidden en zingen veel met elkaar. Heel bijzonder! Tegelijkertijd realiseer ik mij dat veel meer mensen dat niet hebben en jij wél veel lieve vriendinnen hebt. Ze geloven niet, ze respecteren je wel. Aan de andere kant: ik heb vroeger nooit meegemaakt dat er een doopbad voor in de kerk stond en mensen vertelden hoe ze van moslim christen werden.”

J: “Zou jij liever in Kampen zijn opgegroeid?”
M: “… dat heeft twee kanten. Aan de ene kant had ik daar op een christelijke school gezeten en christelijke vriendinnen gehad.”

J: “En een vriendje …”
M: “Wie weet. Het heeft er ook voor gezorgd dat ik in een niet-christelijke omgeving een radicale keuze voor God kon maken. Anders was ik daar misschien nog niet mee bezig geweest. En dat vriendje? Ja, daar dollen we weleens over. Hier ontmoet ik niet zoveel christelijke jongens.”

J: “Of ik dat leuk zou vinden? Ja, natuurlijk! Marijke en ik bidden dagelijks dat de juiste persoon in je leven mag komen. Je hebt natuurlijk nog tijd genoeg. Tot die tijd draag je mijn ring …”

M: “De ring! Op mijn vijftiende nam jij mij op een avond mee naar het strand. Heel romantisch. Je had een brief geschreven en gaf mij een ring. Op mijn trouwdag zal ik mijn ring afdoen. Tot die tijd, en natuurlijk ook na die tijd, ben jij er voor mij en ben ik welkom, met welke jongen ik ook thuiskom. Het is een soort bondje tussen jou en je dochters.”
J: “Dat klopt. Jij was de eerste. Ik ben een vader die zijn dochters graag wil beschermen. In de goede zin van het woord. De ring is het symbool van de liefde. Jullie betekenen zoveel voor me, dat ik jullie die ring geef.”

Over twintig jaar

M: “Dat trouwen duurt nog wel even, hoor. Al droom ik er wel van om later verloskundige te zijn, een man te hebben en kinderen. Ik hoop dat het me gegeven mag worden. Waar hoop jij te staan over een jaar of twintig? Als Jezus niet is teruggekomen?”
J: “Dat vind ik een lastige vraag. Ik geloof in het leven bij de dag en heb nog nooit ergens naartoe gewerkt. Moet ik een nieuwe gemeente stichten? Ergens directeur van worden of meedoen aan een nieuw programma bij de EO? Ik wil ’s avonds in de spiegel kijken en geloven dat ik die dag gedaan heb wat ik moest doen.”
M: “Je moet natuurlijk niets, maar heb je geen dromen? Iets waar je naar verlangt?”
J: “Dan wil ik in een huis wonen dat groter is dan dit, om mensen te helpen. Ik mocht voor verschillende mensen een soort oudere broer zijn om te bloeien op de plek waar ze zijn. Dat zou ik meer willen doen. In Nederland of in het buitenland. Maar ik doe niets als God het niet duidelijk zegt. Zou je een vader met grote ambities willen hebben?”
M: “Nee hoor, het is mooi dat je luistert naar wat God zegt.”

J: “Mooi om te horen. Tot slot wil ik nog tegen jou zeggen dat ik me realiseer dat ik best vaak tegen je zeg dat je niet zo streberig hoeft te zijn. Weet dat ik het ook een mooie eigenschap van je vind. Ik zal voortaan proberen om je niet af te remmen, maar je helpen om genoeg ‘geluksmomenten’ samen te beleven. Bijvoorbeeld zo’n surfles.”
M: “Leuk! De volgende les boek jij voor mij?”

Lees ook: Marthe ten Brinke is dertien jaar als ze geloofsbelijdenis doet

Jurjen ten Brinke (1978) werkt als voorganger en was kerkplanter van de multiculturele kerk Hoop voor Noord in Amsterdam. Daarnaast presenteert hij programma’s bij de Evangelische Omroep en is hij ambassadeur van Tear. Jurjen is getrouwd met Marijke en vader van Marthe, Thamar, Anne-Ruth en Rindert. Marthe ten Brinke (2001) zit in haar tweede jaar van de studie Verloskunde in Amsterdam. Ze is aangesloten bij christelijke studentenvereniging Ichthus in dezelfde stad, heeft een bijbaantje bij de plaatselijke supermarkt en woont thuis bij haar ouders.

Geschreven door

Hilde Kooij

--:--