Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Martine over pubergedoe in de nacht: ‘Ik hoorde alleen de woorden ‘bedreiging’, ‘mes’ en ‘fiets weg’’

Martine is getrouwd met Erwin en moeder van drie zonen in de jongvolwassen en puberleeftijd. Ze werkt als ervaringsgericht therapeut bij Spectrum, een therapie-, trainings-, en opleidingspraktijk. Voor Eva schrijft ze over wat haar opvalt en bezighoudt in het leven.

Het is 03:40 uur in de nacht. “Papa, mama, wakker worden…” Het duurt even voor ik in de gaten heb dat mijn jongste zoon aan het voeteneinde van ons bed zit. Dat kan op dit tijdstip niet veel goeds betekenen.

Ik heb moeite om wakker te worden, maar de woorden ‘bedreiging’, ‘mes’, ‘fiets weg’ zijn dan toch zo de hoofdpunten die ik in de gauwigheid uit het verhaal oppik. Ik kom met mijn slaapmasker nog half op mijn hoofd – ja sorry, dat ziet er werkelijk niet uit, maar ik slaap er wel lekker mee – in de benen en roep: “Ik ga de politie bellen.” Kijk, da’s dan toch wel weer kordate tekst, zo midden in de nacht.

Ik voeg de daad bij het woord. Binnen een paar seconden een vriendelijke dame aan de lijn die de melding zeer serieus neemt, waar ik dan gek genoeg weer een beetje van schrik. Ik hoor ‘beroving met geweld’, ‘dienstdoende collega’s komen langs…’ Langzaam dringt de ernst van de situatie tot mij door.

Een half uur later zit ik met mijn zoon, zijn vriend en twee vriendelijke politieagenten aan de koffie

Een half uur later zit ik met mijn zoon, zijn vriend en twee vriendelijke politieagenten aan de koffie. In een klein moment van paniek tast ik naar mijn hoofd om te checken of ik mijn slaapmasker wel heb afgedaan. Ik slik een zenuwachtige giechel in als ik me bedenk hoe het eruit had gezien als ik hier ten overstaan van vier mannen met een bloemetjes slaapmasker op had gezeten.

Ik kijk naar de agenten en het schiet door me heen dat we net gisteren tijdens de aflevering van het tv-programma ‘Bureau Rotterdam’ nog tegen elkaar verzucht hebben: Je zal er maar wonen. Nee, dan kan je beter in het prachtige Amersfoort wonen, Europese stad van het jaar. Lekker gemoedelijk en pittoresk. Daar gebeurt nooit wat.

Het verhaal ontvouwt zich. Mijn zoon fietste na het uitgaan in het centrum van Amersfoort met twee vrienden terug naar huis. Onderweg worden ze twee keer ingehaald door een paar jongens op een fat bike, die op een gegeven moment terug komen fietsen. Lang verhaal kort, de boodschap was: “Of ik steek je neer of ik neem je fiets mee.” Mijn zoon was gelukkig zo verstandig – nadat de jongen in kwestie quasi onverschillig een glimmend mes liet zien – om deze battle uit de weg te gaan.

Meer lezen over Pubergedoe?
Meer lezen over Pubergedoe?

Een magazine over puberzweet en ander leed, voor puberouders die af en toe met de handen in het haar zitten. Met o.a. Kluun, Annemarie Geerts (@demammavan) en BN'ers over hun eigen puberteit.

Weg fiets. De trots van mijn zoon. Bijna een jaar heeft hij twee banen gehad om te sparen voor deze fiets. Drie keer in de week in de ochtenden brood bezorgen en drie avonden in de week patat bakken in de plaatselijke snackbar. Onvoorstelbaar blij toen hij van zijn eigen geld deze fiets kon kopen. En dat wordt je dan in een paar minuten tijd afhandig gemaakt door één of ander snotjong. Ik heb niet op de PVV gestemd, maar dat punt van die openbare schandpaal vind ik dan toch ineens een heel aantrekkelijk idee.

De politie neemt het hoog op. We doen aangifte, er is slachtofferhulp beschikbaar voor de jongens. Ik kijk even naar mijn zoon en zijn vriend met hun bleke, vermoeide bekkies. Nu ogen ze nog stoer, maar wat doet dit werkelijk met ze? Om 05.00 uur die nacht laat ik de agenten weer uit en wens ze een goede voortzetting van hun dienst. Met dat ze de deur uitstappen, komt de krantenjongen met de krant aan.

Ik overweeg even de tekst: “Dit doen we anders nooit hoor”, maar ik ben te moe

Tja, hoe ziet dit er nou weer uit… ik overweeg even de tekst: “Dit doen we anders nooit hoor”, maar ik ben te moe om al te bijdehante teksten te bezigen, dus ik prevel “goedemorgen” voor ik de deur weer dicht doe.

Even later pak ik mijn zoon nog even vast. “Ik ben zo blij dat je oké bent.” Zo’n moment waarop je je realiseert dat het ook echt anders had kunnen gaan. Dankbaar én vermoeid rollen we ons bed in. Dromend van rotte eieren en tomaten en een schandpaal op de Hof in Amersfoort.

Tekst: Martine Luchies